
het lentekleed
Als een borduursel, schoon cn stil geweven, hangt 't lentekleed de dorre bomen aan. Een zachte wind, uit 't zuiden aangedreven, beroert maar nauw de tooi van 't jong bestaan.Alom voltrekt zich 't wondere herleven, n u d°de wintertij is heengegaan. En in d' onmetelijke hemel zweven de wolke ...

herfst 1944
Wij bergden ons voor 't gieren der granaten, en langzaam schoven d' uren door de nacht, die angstig, biddend, werden doorgebracht, totdat wij eindlijk rezen waar wij zaten.Er kwam weer leven op de stille straten; w' aanschouwden stil waar onheil was gebracht; beseften toen pas welk een dui ...

Uitbrekende bloei
De knop ontvouwt haar bloemen en haar blaren, wanneer de lenteadem langs haar gaat; heel schuchter nog, bevreesd voor de gevaren, wanneer de nachtvorst 't jonge leven• slaat.Uit groene weiden madeliefjes staren naar 't hoge licht, dat straalt op hun gelaat. Zij weten niet wat zij voor deze ...

Drang tot leven
Het nieuwe leven moet zich openbaren: het kikkerrit ligt rillend in de sloot en wacht de tijd dat door het water waren de wriemelende diertjes naar de dood, De vlinder moest in 't donker kracht vergaren, totdat haar cel verbrak en zij ontvlood. De VGlle knoppen barsten los tot blaren en ro ...

De eeuwige Bron
Wie zal de wondre levensloop verklaren van al wat uit de Bron wordt voortgebracht? Wie leidt de zon en sterren zoveel jaren? Wie roept de dageraad weer na de nacht? Wie kleedt de bomen ieder jaar met blaren? Wie geeft de bloemen geur en kleurenpracht? Wie laat de oceaan het water garen? Wi ...

Rust
In 't zomerhuis, ver van de luide steden, wekt 't morgenlicht uit drcmslozs rust de velen, die rumoer en onrust meden, om heul ie zoeken bij de oude kust.Hier wandel', men met onverhaaste schreden in 't lommer van het woud, dat onbewust de grote Naam al eeuwen heejt beleden en wiegend 't v ...

Dankdag
Wij hebben weer Uw aarde toebereid. Wij ploegden en wij egden, zaaiden koren. Gij gaaft de zon en regen op zijn tijd. Wij konden 't ruisen van de halmen horen.Geen vijand kwam het vruchtbaar land verstoren. De oogst werd veilig in de schuur geleid. Wij wonnen brood, geen distel en geen dor ...

De laatste strijd
I De teugels zijn gevierd: de woeste winden hollen wanhopig door de luchten heen; onzichtbaar, ongebreideld, als ontzinden, vanf de wijde zee waar ’t licht verdween.Zij vallen aan om alles te verzwinden. Het speelse water, dat zo vredig scheen, wordt opgesch ...

De laatste strijd
II De tijd is haast voorbij, de stormen razen met grote kracht door 't bevende heelal. Zij komen aan als nietsontziende dwazen, en al wat goed en schoon was komt ten val.En overal huilt 't onheilspellend blazen, door bomen, langs de huizen en de stal. De eik ...

De lente komt
Heb wat geduld, je moet nog blijven beiden, al hangt de hazelaar zijn slingers uit, al slemt de lijster telkenmaal haar fluit, om uit te schallen 't einde van haar lijden.De noorder dreiging werd nog niet gestuit: de harde hagel slaat aan alle zijden, en 's morgens liggen witverstild de we ...