
Bethesöa
Wij liggen krank met allerhande kwalen, verblind, verlamd, in jammervolle staat. Wie zal de nood, van ieder mens verhalen, de pijn en smart van 't woekerende kwaad? Wij zullen beiden in Bethesda's zalen, totdat er roering door het water gaat, wanneer een engel onverwacht komt dalen en zach ...

Naar 't heilig land
24. DE HEILAAN BRENGER (madrigaal) „Volbreng Mijn toet en gij zult eeuwig leven, " zo luidde t woord, in Eden eens gegeven. Da eerste mens kon nog naar hoger streven, als hij volbracht hetgeen was voor ...

Naar "t heilig land
22 HET EINDPUNT Wie had ons tot het eindpunt kunnen leiden? Wij dwaalden en wij kwamen steeds terecht. God was de Veldheer die ons leerde strijden. Hij gaf als leider Zijn getrouwe knecht.Hij was het die voor ons Zijn manna sp ...

Naar 't heilig land
21. DE BRANDING Lang duurde 't deinen op de wijde zee. In weken was geen landstrook meer t' ontdekken. Nu zwermen langs het want de meeuwen mee. Is dat 't vooruitzicht op de laatste ree? Zij zullen nieuwe hoop in 't hart verwekken. ...

Naar 't heilig land
Naar \ heilig land 20. DE KOPEREN SLANG Wij willen aldoor onverhinderd naar 't einddoel dat ons tegenlacht, maar als de gang slechts even mindert, wordt 't vrolijk lied een droeve klacht. De zon versluiert voor onz' ogen, verdrietig ...

Naar 't heilig land
OPROER 19. OPROER Het opgekropt verdriet brak baan: „Wij zullen zelf ons lot beslissen, want niemand van ons staat vooraan. Wij kunnen u als leider missen. Gij hebt uzelf tot hoofd gesteld. Wat hebt gij aan ons volk gegeven? Wij word ...

de morgenster
O, laat u leiden door de nacht. Straks zal de nieuive morgen gloren. Gij hebt toch naar Zijn komst gesmacht? In Bethlehem werd Hij geboren!Gij mocht toch bij uw donk're wacht zo ongedacht de eng'len horen! O, laat u leiden door de nacht. Straks zal de nieuive morgen gloren.Of wordt ...

Naar 't heilig land
17. GOD IN HET MIDDEN Gij wilt niet meer aan onze dwaasheid denken, maar uit gena Uw trouw en liefde sehenken. De open rots zal allen blijvend drenken.Het manna regent 's morgens op Uw wenken. Gij blijft de Leidsman, wie zal o ...

Naar 't heilig land
16. DE WET VERBROKEN Eén lichtstraal van Uw Majesteit, de donk're berg ging glanzend lichten! Wij tvaren op Uto komst bereid, maar dekten onze aangezichten. Wie kan bestaan als Gij gaat richten? Wij voelden onze nietigheid, to ...

Naar 't heilig land
15. HOREB Gij zijt Mijn volk. Ik heb u uitgeleid. Mijn sterke hand deed al uw haters beven. Gij hebt in slavernij tot Mij geschreid, uw handen waren tot Mij opgeheven.Ik heb Mijn armen tot u uitgebreid en ben altoos dezelfde G ...