
tRoffel en zwaaRo
Wij moeten strijden tegen sterke machten, rondom ons loert de boze met zijn haat. Hij krijgt voortdurend met zijn helse krachten, opdat Gods schone schepping ondergaat.Wij staan als htdpelozen en verachten en zijn alleen niet tot die kamp in staat. Ons zwakke vlees kan 't goede niet betrac ...

Tot in de dood
(1) Er was geen redding na de droeve val, toen wij moedwillig 't paradijs verbeurden, door satans list, die ons 't geluk ontstal en heel de schepping onder 't vonnis treurde. De dieren, eens gedwee, elkaar verscheurden; de bliksem, trof de schone cederstam; de bloe ...

DE TIJD
Wat is de tijd? Een handvol zand dat driftig door mijn vingers glijdt en zich bij and're zandjes vlijt, in eeuwige vergetelheid. Wat is de tijd? Een ogenblik waarin ik mij een wijle schik, een ademhaling en een snik, na 't rusteloze hart getik.Wat is de tijd? Een korte dag waarin ik ...

Tot in eeuwig heid (3)
De ooze Briest ranaam uus ais een leeuw. ie zwakke schapen zoekt hij te t-erslinden. lij aast in deze godvergeten eeuw p hen die schier Uw voetstap niet meer 1 ij smachten van de dorst als moede hinde rj trachten naar wat laving bij de bron. ledenk aan hen, het zijn toch Uw beminc •aarin Uw Geest ...

ABRAHAM
Zo machtig was Uw stem, dat hij moest horen te midden van het oosters heidendom: „Trek uit uw land, Ik heb u uitverkoren, Ik wijs de weg, keer nimmermeer weerom." Hij trok ter poorte uit met heel de drom van willig vee, met tenten, knechten, maagden. Het land lag ver, de rover loerd' alom, belust ...

Tot in de dood
(3) In 't paradijs sprak God het reddend woord: „Ik zend Mijn Zoon, Ilij zal de kop vertreden van deze slang, die u heeft aangespoord derven van het zalig Eden." Wij waren met die heilstaat niet tevreden en hoogmoed rees in 't schuldeloze hart; de ziel verviel tot ...

Dezelfde God
(2) Het oude bondsvolk, dat Gij hebt geleid met liefd' en macht, langs wondervolle wegen, omdat Gij Abraham hadt toegezeid: „Ik zal u stellen tot een rijke zegen" — heeft door Uw trouw de schone woon verkregen, hst land, dat rijk van melk en honing vloeit, op tijd ...

Uw armen beuren 't lam
(1) Gij zijt de Herder, die de kudde weidt; geen huurling, die bij 't minst, gevaar gaat vlieden, maar die bij dag en nacht de Wachter zijt, opdat geen sluwe aanslag zal geschieden. Uw wakkre ogen alle kanten spieden naar rovers, op het hulploos vee belust, m< * ...

Dezelfde God
(1) Zo machtig was Uw stem, (lat hij moest horen te midden van het oosters heidendom: „Trek, uit uw land, Ik heb u uitverkoren, Ik wijs de weg, keer nimmermeer weerom." Hij trok ter poorte uit met heel de drom van willig vee, met tenten, knechts en maagden. Het lan ...

Van huis en erf verdreven
(1) Wie Mij wil volgen wacht gewis de spot. Wie Mij belijdt, de wereld zal hem haten. Wie leven wil naar 't goddelijk gebod , en > t schijngenot der zonde heeft verlaten, die leeft als vreemdeling in Sodoms straten, waar elke dag het kwaad zijn ziel ontstelt. /- ...