
1. Hoort naar Israël, uw vader
Nadat Jakob 17 jaar in Egypte gewoond heeft, voelt hij dat zijn einde nadert (Gen. 47:28,29). Eerst laat hij Jozef zweren dat deze hem bij zijn vaderen begraven zal (Gen. 47:29-31). Daarna zegent Jakob de twee zonen van Jozef, Manasse en Efraïm. Deze twee kleinzonen stelt Jakob gelijk ...

2. Ruben
Rond de geboorte (Gen. 29:30-32)Het gezinsleven in de tenten van Jakob wordt beheerst door de wedijver tussen zijn twee vrouwen Lea en Rachel. Jakob heeft Rachel veel liever dan Lea. De HEERE weet dit en geeft Lea kinderen, maar Rachel (nog) niet ...

4. Juda
Rond de geboorte (Gen. 29:35)Als Lea haar vierde zoon ter wereld brengt, lijkt het alsof zij ditmaal verheven wordt boven alle jaloezie en afgunst: "Ditmaal zal ik de HEERE loven!" De naam Juda, in het Hebreeuws Jehudah, betekent dan ook "lof'. ...

6. Issaschar
Rond de geboorte (Gen. 30:14-18)De dudaïm, die Ruben in het veld gevonden heeft, zijn besachtige vruchten van de zeldzame plant alruin. Dat Rachel deze vruchten zo graag wil hebben vindt z'n oorzaak in een oud volksgeloof, dat zegt dat drank, die ...

8. Gad
Rond de geboorte (Gen. 30:9-11)Net als Rachel neemt ook Lea de toevlucht tot haar slavin, als ze zelf denkt geen kinderen meer te krijgen. Haar dienstmaagd Zilpa baart een zoon, die Lea Gad noemt. Wanneer Lea hierbij zegt: "Daar komt een hoop", d ...

5. Zebulon
Rond de geboorte (Gen. 30:19,20)Zebulon is de zesde zoon van Lea. De naam Zebulon (= woning, bijwoning) bevestigt de woorden van Lea bij de geboorte: "God heeft mij, mij heeft Hij begiftigd met een goede gift; ditmaal zal mijn man mij bijwonen." ...

7. Dan
Rond de geboorte (Gen. 30:1-6)Als Rachel merkt dat zij onvruchtbaar is, geeft ze haar slavin Bilha aan Jakob. Omdat naar oosterse begrippen een slavin het volledige eigendom van haar meesteres is, zal een zoon van deze slavin Bilha beschouwd word ...

9. Aser
Rond de geboorte (Gen. 30:12,13)Zilpa, Lea's dienstmaagd, baart de tweede zoon. Lea is hier erg gelukkig mee. Ze zegt: "Tot mijn geluk! want de dochters zullen mij gelukkig achten". Ze zegt hiermee dat ze bij de vrouwen van het land in aanzien za ...

10. Nafthali
Rondom de geboorte (Gen. 30:7,8)Bilha, de dienstmaagd van Rachel, baart haar tweede zoon. Rachel zegt dan: "Ik heb worstelingen Gods met mijn zuster geworsteld, ook heb ik de overhand gehad." Zij bedoelt daarmee niet dat ze, zoals bijvoorbeeld Ja ...

11. Jozef
Rond de geboorte (Gen. 30:22-24)Rachel is niet kinderloos gebleven. Uiteindelijk wordt zij bevrucht en baart een zoon: Jozef. In de Bijbel staat: "God gedacht ook aan Rachel". Van God wordt gezegd dat Hij gedenkt als Hij, na enig uitstel, óf Zijn ...