
Onesimus, de weggelopen staaf (7)
In het weggelopen huis, waarvoor altijd een slaaf soldaat de wacht houdt, zitten twee mannen samen te praten. Die ene kennen we goed. Het is Paulus. En die ander^Nee, dat kan niet, dat is onmogelijk! Die ander is dat Onesimus? Maar hoe komt die bij Paulus terecht? Als hij nou nog in de gevangenis ...

Onesimus, de weggelopen slaaf (6)
Een gevangene? Maar die hoort toch in de gevangenis? Ja, anderen wel, maar deze man — Paulus heet hij — mag apart wonen, in een gewoon huis, niet in de gevangenis.En de soldaten, die om beurten de wacht hebben zijn z'n vrienden geworden. Zij weten wel, dat Paulus geen enkele poging zal doe ...

Onesimus, de weggelopen slaaf (5)
O nee, hij behoeft die kleine man niet scherp te bewaken. Paulus zal niet proberen om te ontsnappen. Je kunt hem vertrouwen op zijn woord.In het huis van Filémon is het heel stil. Het is nacht, ieder slaapt. In het slavenverblijf is echter één plaats onbeslapen. Onesimus is niet thuisgekom ...

Onesimus, de weggelopen slaaf(5)
O nee, hij behoeft die kleine man niet scherp te bewaken. Paulus zal niet proberen om te ontsnappen. Je kunt hem vertrouwen op zijn woord.In het huis van Filémon is het heel stil. Het is nacht, ieder slaapt. In het slavenverblijf is echter één plaats onbeslapen. Onesimus is niet thuisgekom ...

Onesimus, de weggelopen slaaf (4)
En dat is allemaal gekomen door die kleine man, die prediker uit Laodicea. Hoe zijn meester hem ontmoet had, weet hij niet, maar sindsdien is alles anders geworden. Als die kleine man, Paulus heet hij, in Laodicea is, gaat zijn meester er altijd heen. Allen in huis, die geen dienst hebben, moeten ...

Onesimus, de weggelopen slaaf (3)
Niemand weet van je vlucht, niemand heeft gezien, dat jij je meester nog bestolen hebt ook. Je hebt nog gauw wat weggepakt hè? Je moet toch leven? Toe, Onesimus, je loopt je ongeluk tegemoet.Door de drukke straten van Rome loopt een groepje soldaten. Ze hebben zojuist een aantal gevangenen ...

Onesimus, de weggelopen slaaf (II)
Door de straten van Kolosse loopt een jongeman. Aan de manier, waarop hij zijn weg vindt door de stad is te zien, dat hij er bekend is. Geen ogenblik aarzelt hij bij een kruising, maar rechtuit en zeker loopt hij straat in straat uit. Hij is alleen, doch dat schijnt hem niet te deren, 't Is net, ...

Rosalinde wil knikkeren (1)
„Nou doeg! Ik ga hoor. Waar is Ton? " Rosalinde doet de keukendeur alvast open. Moeder kijkt op de keukenklok.„Nee Rosalinde. Het is nu kwart over acht; om kwart voor negen gaat de school pas aan. Wacht nog maar even, anders moet Ton zo lang op dat koude plein lopen." „Nou, maar ik wil nu! ...

Sergei’s eerste jeugdsamenkomst (6)
Het schokt hem diep moeder zo hulpeloos te zien kijken. Moeder, die anders altijd anderen troost en helpt. Hém ook nog vanmiddag.Eensklaps beseft hij hoe moeder lijdt om vader. Hoe moeilijk zij het nu zelf heeft. Hij wordt een beetje boos op zichzelf. Wat dóm van hem om alleen aan zijn eig ...

Sergei’s eerste jeugdsamenkomst (5)
„Ze hebben vader meegenomen. En ik heb hem niet geholpen...." Verdrietig ineengedoken zit Sergei op de grond. 't Blij ft even heel stil. „Moeder", Sergei slikt even, „moeder was héél bang vanmorgen". „Om vader", verduidelijkt hij, als oom hem niet begrijpt.„Ik wil naar moeder toe". Zwijgen ...