
II. Het Wezen Gods (j.)
Leer en LevenDe eerste Persoon in het aanbiddelijk Goddelijk Wezen is GOD, de VADER. De tweede Persoon is GOD, de ZOON en de derde Persoon wordt in de Heilige Schrift gewoonlijk genoemd: „De Heilige Geest!"Hierbij dienen we wel in het oog te vatten, dat God-Drieënig, dus het gehele ...

II. Het Wezen Gods (k.)
Hoe werkt Gods Geest? Wat het werk des Heiligen Geestes is, wordt in het kort zo treffend en kernachtig gezegd in onze Heidelbergse Catechismus, Zondagsafdeling 20, waar het heet: „opdat Hij mij door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make, mij trooste en bij mij eeuwi ...

II. De Namen Gods (I.)
Heeft God namen nodig? De Drieënige God, over Wiens Wezen en Personen we in enige artikelen handelden, heeft Zich aan de mensenkinderen geopenbaard, en bij die openbaring zich bediend van Namen, waarmede Hij Zichzelf genoemd heeft.Wanneer wij de vraag stellen: „Heeft God namen nodig ...

IL Het Wezen Gods (m.)
lïelehenis der Goddelijke Namen.De namen, die het Opperwezen in de Heilige Schrift draagt, zijn alle belangrijk. Ze zijn alle van gewichtige betekenis en ze zijn ook de volle waarheid.Immers, het is God zelf, die Zich met namen noemt en daarom zijn die namen ook ten volle waar. God ...

II. Het Wezen Gods (n.)
HEERE en 1 JeereGod heeft Zichzelf namen gegeven, opda.t de mens Hem daardoor zou leren kennen. Onder deze namen zijn de namen; Jehova en Adonai zeker niet de minste. Tevergeefs zult ge deze namen echter in uw Bijbel zoeken, want deze Hebreeuwse namen zijn door onze Bijbelvertalers overgez ...

III. De Deugden Gods (a.)
Na de behandeling van het Woord Gods en van het Wezen Gods zijn we dan nu gekomen aan de Deugden Gods, waarover we het een en ander wensen op te merken. Niet dan met heilige schuchtbaarheid mogen we hier wel tot elkander zeggen het woord, dat Mozes eenmaal hoorde bij het brandende braambos: „Trek ...

III. De Deugden Gods (b.)
Gods deugden zijn nooit van Zijn Wezen te scheiden, hebben wc in ons vorig artikel opgemerkt, maar we moeten hier in de tweede plaats aan toevoegen, dat de deugden Gods ook onderling niet van elkander gescheiden zijn en nog veel minder een tegenstelling kunnen vormen.Er is in God een volma ...

III. De Deugden Gods (c.)
Hebben we de vorige maal over de deugden Gods in het algemeen gehandeld, thans willen we uw aandacht een ogenblik vestigen op de onafhankelijkheid Gods, de eerste van Zijn onmededeelbare eigenschappen. Gods onafhankelijkheid (het van-zich-zelf-zijn) is die volmaaktheid Gods, waardoor Hij de grond ...

III. De Deugden Gods (d.)
Thans vi'agen wij uw aandacht voor een tweede eigenschap Gods, nl. de enkelvoudigheid of eenvoudigheid Gods. Het laatste woord „eenvoudigheid" doet ons wellicht aan eenvoud, aan nederigheid denken. We spreken immers ook van eenvoudige mensen; of van een eenvoudig huishouden; of van een eenvoudig ...

III. De Deugden Gods (e.)
God is de Onafhandelijke; de Eenvoudige; maar ook de Eeuwige! Op Hem is het denkbeeld van tij d in 't geheel niet van toepassing: Hij is tijdeloos, d.w.z.: zonder tijd! Eerst met de schepping der wereld is de tijd gekomen en ze heeft slechts betrekking op de bestaansduur der geschapen ding ...