Johannes de Doper
Herodes
Deze Herodes Antipas was een van de zonen van Herodes de Grote (de man van de kindermoord). Hij werd koning genoemd, maar was slechts viervorst of tetrarch en regeerde als zodanig over Galilea en Perea. Herodes had zijn vrouw, een dochter van Aretas, de koning van Arabië, verstoten. Hij had Herodias tot zijn vrouw genomen. Herodias was de vrouw van Filippus (ook wel genoemd Herodes Filippus) de halfbroer van Herodes Antipas. Salome was de dochter van Herodias en Herodes Filippus. Later trouwde zij met haar oom, de viervorst Filippus. Deze viervorst Filippus, Herodes Antipas en Herodes Filippus waren halfbroers, ze hadden allen Herodes de Grote als vader, maar een andere moeder. Herodes was een Edomiet. Hij stond in de traditie van een geslacht, dat zich betoonde vijand te zijn van Gods volk en de zaak des Heeren. Herodes de Grote, zijn vader, trachtte de geboren Koning der Joden te doden; Herodes Antipas, de zoon, wordt de moordenaar van Johannes de Doper Herodes Agrippa I, zijn zoon, laat de apostel Jakobus onthoofden (Hand. 12: 1) en de kleinzoon Herodes Agrippa II is behulpzaam bij de verwoesting van Jeruzalem.
Het paleis van Herodes
Dit paleis, dat Herodes dikwijls bewoonde, lag ten zuiden van Perea, ten oosten van de Dode Zee. Het was de burcht Machaerus. Deze burcht was het Masada van het gebied ten oosten van de Jordaan. Door Herodes werd het uitgebouwd tot een vesting. Het fort bood uitzicht op de Jordaanvallei en de heuvels van Hebron. Bij helder weer kon je vanuit Machaerus de Olijfberg en een gedeelte van Jeruzalem zien. Volgens Flavius Josephus sloot Herodes Johannes op in een kerker van dit paleis. Dit is ook wel zeer waarschijnlijk. Johannes had in die omgeving gepreekt (niet in Galilea) en het bevel tot onthoofding van Johannes kon direct worden uitgevoerd, hetgeen niet het geval zou kunnen zijn als de plaats van het feest niet dezelfde was als de plaats van de kerker.
Johannes de Doper
Johannes is de voorloper van de Heere Jezus. We kennen de geschiedenis van zijn wonderlijke geboorte, aangekondigd door Gabriël. Later vinden we hem, prekend bij de Jordaan. Hij is een prediker van gerechtigheid geweest en heeft nooit geschroomd de zonden concreet aan te wijzen. Hij kondigde de komst van de Koning aan, Wiens wan in Zijn hand zou zijn om Zijn dorsvloer te doorzuiveren. Johannes heeft Hem gezien als de Koning Die in gerechtigheid heersen zou, bij die Koning vergeleken viel hij als dienaar in het niet. Johannes heeft de Heere Jezus echter ook aan mogen wijzen en prijzen als het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt. Toch zien we Johannes vooral als boetgezant, de Elia van het Nieuwe Testament. Het is dan ook heel begrijpelijk, dat hij moedeloos wordt, als hij, zittend in de gevangenis, maar niets merkt van de wan in Jezus' hand, van de bijl die al aan de wortel van de boom is. Zo heeft hij over de Koning gesproken. Maar waarom hanteert de Koning die bijl en die wan dan (schijnbaar) niet? Want de goddeloze Herodes en Herodias kunnen rustig volharden in de zonde. Vandaar zijn moedeloze vraag: 'Zijt Gij Degene Die komen zou, of verwachten wij een andere?' Johannes krijgt dan niet een ja of nee ten antwoord, maar hij krijgt te horen wat de Heere Jezus doet, daar mag hij zelf de conclusie uit trekken. En dan hoort hij van Jezus' ontferming en genade voor verlorenen, voor ellendigen, hij hoort de vervulling van de profetie uit Jesaja 61. Daardoor geeft de Heere hem zicht op Wie de Zaligmaker nu eigenlijk is. Zou Johannes immers zelf wel gespaard blijven als de Koning tot hem zou komen met de wan en met de bijl? Op deze wonderlijke manier vertroost en bemoedigt de Heere Zijn trouwe knecht. Zelfs predikers als Johannes, die vast schenen te staan als rotsen kunnen wankelmoedig worden, als ze zien op de omstandigheden. De Heere leert hen echter door die omstandigheden heen te zien op Hem.
Dat de Heere Jezus Johannes liefhad, blijkt wel uit de manier waarop Hij over hem spreekt als de discipelen van Johannes diens bange vraag aan Hem hebben gesteld (zie Matt. 11: 7-19). Het blijkt opnieuw als die discipelen komen zeggen dat Johannes gedood is. De Heere Jezus wil dan een ogenblik met die discipelen alleen zijn (Matt. 14: 12, 13). Het blijkt tenslotte nogmaals als de Heere Jezus voor Herodes moet verschijnen, waar Hij zwijgt tegenover deze moordenaar.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 1990
Mivo +12 | 24 Pagina's
