JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Leidingblad bij Treffer “straf en vergeving”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leidingblad bij Treffer “straf en vergeving”

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanwijzingen voor het gebruik:
Voor u ligt de Treffer over “straf en vergeving”. Tieners komen in het leven van iedere dag met dit onderwerp in aanraking. Ook kunnen er op dit gebied vragen leven bij de jongeren. Veel tieners worden zich langzaam bewust van de samenleving waarin zij staan. Ze gaan zich een mening vormen over maatschappelijke discussies. Die mening komt vaak heel zwart-wit naar buiten! Aan leidinggevenden de taak om hen richting te geven. Tieners zullen zich afvragen of straf eigenlijk nodig is. En hoe dat dan moet gebeuren. Maar ook zal de vraag hen bezig houden of je (altijd) moet vergeven en hoe dat dan moet. We willen op deze vragen proberen een antwoord te geven. In de Bijbel wordt ook over straf en vergeving gesproken. In deze Treffer willen we lijnen trekken vanuit de Bijbel naar het leven van iedere dag, hoe met straf en vergeving om kan worden gegaan. Dat zaken rondom straf en vergeving niet altijd gemakkelijk te beantwoorden zijn, zal ook bij de jongeren bekend zijn. We hopen dat deze Treffer handvaten biedt om hierover in gesprek te gaan met onze jongeren.

Doel:
Het doel van deze Treffer is dat jongeren weten hoe de Bijbel spreekt over straffen en vergeving. Ze weten ook de achtergronden van straf en vergeving. Met deze schets willen we jongeren ook een handreiking doen hoe ze met straf en vergeving om kunnen gaan. En dat ze zo willen handelen zoals de Bijbel hen dat aanreikt. Tenslotte willen we hen wijzen op de noodzakelijkheid én de mogelijkheid van de vergeving van zonden.

Programmasuggesties:

Lezen:
Lukas 17 : 1-4, Deuteronomium 19, Psalm 51, Efeze 4 : 17-32 of Mattheüs 18 : 21-35
Zingen:
Psalm 6 : 2, Het gebed des Heeren: 6, Psalm 32 : 1, Psalm 49 : 2 en 3, Psalm 78 : 19, Psalm 79 : 4, Psalm 86 : 3

Tip: misschien is één van de gemeenteleden werkzaam als jurist, advocaat of politieagent, of kent één van de leidinggevenden zo iemand. Eventueel heeft Arnoud Proos ook contactgegevens van mensen die werkzaam zijn als advocaat of juridisch medewerker. Het is erg leuk om zo iemand uit te nodigen op de avond waarop deze Treffer wordt besproken. Tip: stuur zo iemand van te voren de Treffer toe, en kies samen de opdrachten uit. Tieners hebben vaak de meeste interesse in ‘spannende verhalen’ of rechtszaken.

Ideeën voor +12 groep
o Opening
o Inleiding in verhaalvorm over de onrechtvaardige dienstknecht/ inleiding door jurist/advocaat/agent
o Pauze
o Vragen/opdrachten krantenartikelen maken (pagina 8 en 9)/ bespreken casussen met jurist/advocaat
o Sluiting

Ideeën voor +14 groep
o Opening
o Korte inleiding door jongere aan de hand van pagina drie tot en met zeven/ inleiding door jurist/advocaat/agent
o Laat jongeren (kort) reageren op de krantenartikelen van pagina 8 en 9
o Pauze
o Bijbelstudie van pagina 10 en 11/bespreking met jurist/advocaat/agent
o Lees het verhaal van pagina 12
o Sluiting

Toelichting op de vragen en opdrachten:

Pagina 3
1) Zoek met elkaar Bijbelse voorbeelden waar gesproken wordt over straf en vergeving (lees bijvoorbeeld 2 Samuël 12, 2 Kronieken 33, Psalm 51 en Lukas 15).
In 2 Samuël 12 wordt David door Nathan bestraft. Nathan noemt Gods straf over de zonde van David. David protesteert hier niet tegen.
In 2 Kronieken 33 lezen we van Manasse. Manasse was goddeloos, maar ontving genade van de Heere. In Psalm 51 doet David boete voor zijn zonde met Bathséba. Hij belijdt zijn zonde voor de Heere en vraagt om vergeving van zijn zonde.
De verloren zoon in Lukas 15 bekent schuldig te zijn tegenover zijn vader. Zijn vader wacht op hem en viert een groot feest omdat zijn verloren zoon weer is teruggekeerd. Zo wacht de Heere op zondaren die hun schuld voor Hem mogen belijden.

2) Welk gedrag van christenen kan ongelovigen ergeren?
Een gelovige moet zich anders gedragen dan een niet-gelovige. In de wereld vechten veel mensen, leven in zonde, nodigen elkaar uit kwaad te doen en zijn hard voor elkaar. Juist op christenen wordt door ongelovigen zo gelet hoe zij zich gedragen! Als wij niet op onze eigen woorden en daden letten, dan verliest het leven als christen zijn aantrekkingskracht. Dan hebben de ongelovigen een “stok om mee te slaan”. Concreet kan gedacht worden aan het knoeien met geld, geweld gebruiken of ontsporingen op seksueel gebied. Maar ook ruzies tussen christenen onderling! We moeten dus alert zijn op ons gedrag. Bespreek met de jongeren dat het belangrijk is wat we uitstralen naar anderen toe.

3) Welk gedrag van jóú kan anderen ergernis geven?
Dit is een persoonlijke vraag voor de jongeren. Het is goed om in gesprek te gaan met de jongeren en te vragen of zij zichzelf eerlijk een spiegel voor willen houden. Hoe is hun gedrag als ze naar school gaan of ten opzichte van de mensen om hen heen?

Pagina 4-5
1) Hoe reageer je als een vriendin jou, heel onverwacht, onterecht staat uit te schelden? Zij zegt echt lelijke dingen tegen je.
Probeer hier zoveel mogelijk de jongeren aan het woord te laten. Vaak zullen zij ook vanuit hun emotie reageren. Het ligt bij ons allemaal snel op de tong om dan ook maar te gaan schelden of vervelende dingen te gaan zeggen. Probeer met de jongeren in gesprek te gaan hóe je dan het beste kunt reageren. Natuurlijk mag (moet er zelfs!) iets tegen deze vriendin gezegd worden. Maar probeer dit in liefde te doen. Probeer die vriendin er mee te helpen en probeer haar in haar waarde te laten.

2) Je broer leest je sms-jes en jij zegt er iets van. Wat wil je daar dan mee bereiken? Welke argumenten zijn fout, welke goed?
De jongeren zullen snel komen met doelen als: dat het niet nog eens gebeurt of, om hem even duidelijk de waarheid te zeggen. Dit mag gezegd worden, maar laat ze proberen ook rekening houden met de punten die bij vraag 1 en 2 al genoemd zijn.

Pagina 6-7
Stelling: Vergeven is vergeten!

Probeer bij deze stelling voorzichtig uw reacties te formuleren. Er kunnen jongeren zijn die hier echt mee worstelen door dingen die gebeurd zijn. Als iemand je iets vervelend heeft aangedaan, kun je hem dit misschien wel vergeven. Toch zal je dit niet gelijk vergeten zijn. Vergeven kan, maar vergeten kan niet. Dit vergeten is een proces van innerlijk genezen. Voor de jongeren is het misschien helder als u dit vergeten vergelijkt met lichamelijke genezing. Een gebroken been geneest ook niet op één dag. Een gebroken verhouding is ook niet op één verzoeningsdag weer in nieuw evenwicht. Er zijn mensen die jarenlang de beelden voor ogen houden van het erge dat gebeurd is. Ook de woorden die gezegd zijn, raken ze niet kwijt. Zelfs als de dader berouw heeft en zij kunnen vergeven, zijn die gedachten niet ineens weg. Van lichamelijke genezingsprocessen blijft soms een herinnering over. Het litteken op je been zit er als verwijzing naar een auto-ongeval, al denk je er bijna nooit meer aan. Zo gaat het ook met dit vergeten. De wonden bij mensen kunnen zo groot zijn, dat er van volledig herstel van een relatie geen sprake meer kan zijn. De herinnering blijft.

1) Wat moet je doen als iemand geen berouw heeft over iets wat hij jou heeft aangedaan?
Hier moeten we niet gemakkelijk over denken. Wat kan het moeilijk zijn als de dader ontkent of bagatelliseert. Dit kan het verdriet van het slachtoffer erg verzwaren.
De bereidheid om te vergeven moet er altijd zijn. Wij moeten altijd willen vergeven. Het is de verantwoordelijkheid van een slachtoffer om bereid te zijn tot vergeving. Het is de verantwoordelijkheid van de overtreder of hij de vergeving waard is. Als iemand tegen ons iets verkeerds heeft gedaan, kunnen we hem eerst onder vier ogen terechtwijzen. Als hij dan niet wil luisteren, mogen we iemand anders meenemen om met hem te praten. Die ander kan een vriend of familie zijn, maar ook een hulpverlener of politie. Wijs de jongeren in het gesprek op deze mogelijkheden. Laten we in deze situaties ook het gebed niet vergeten! Bidden om omkering van de overtreder, maar ook voor bewaring voor haat en bitterheid. Proberen het gebeurde over te geven aan de Heere.

2) Een jongen toont spijt nadat hij geld van zijn vader gestolen heeft. Wat is dan het beste: zijn schuld kwijtschelden of hem toch zijn zakgeld laten inleveren? Waarom?
De bereidheid om te vergeven moet er ook hier zijn. Het moet wel om oprecht berouw gaan. Dat is niet altijd even gemakkelijk te onderscheiden van onoprecht berouw. Misschien is het hier toch beter om ook de straf uit te voeren. Dit ter voorkoming van herhaling van het incident.

3) In Genesis 33 lees je de geschiedenis van de verzoening tussen Jakob en Ezau. Wie neemt het initiatief tot de verzoening? Hoe probeert Jakob het weer goed te maken? Is alles na de verzoening vergeven én vergeten denk je?
Jakob neemt het initiatief tot de verzoening. Hij zet zijn familie in de beste volgorde om zijn broer Ezau te ontvangen. Jakob probeert het goed te maken door geschenken naar Ezau te sturen. Jakob dringt er vriendelijk op aan dat Ezau dit zal aannemen. Jakob zond dit geschenk eerst door angst, maar nu de angst voorbij is, dringt hij erop aan, dat het aangenomen wordt uit liefde. Om zo te tonen dat hij Ezaus broederlijke vriendschap verlangt en niet alleen zijn toorn vreest.

Pagina 8 – 9
1) In welke situatie moet jij de overheid gehoorzamen? (denk aan wetten en regels die ook voor jou gelden)
Wij moeten ons allemaal aan de overheid onderwerpen. Zo gelden verkeersregels voor iedereen. Hierin onderwerpen wij ons aan de overheid. Maar ook wetten die de overheid gesteld heeft, gelden voor ons. We hebben ook de plicht om ons aan de overheid te onderwerpen. De Nederlandse geloofsbelijdenis heeft hier in artikel 36 ook over geschreven; Verder is ieder, welke positie hij ook heeft, verplicht zich aan de overheid te onderwerpen, belasting te betalen, haar eer en eerbied te bewijzen, haar gehoorzaam te zijn in alles wat niet in strijd is met Gods Woord, en voor haar te bidden dat de Heere haar bestuurt op al haar wegen, zodat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid (1 Tim.2 : 1 en 2).

2) De overheid moet straffen. Hoort hier ook de doodstraf bij? Ben jij voor of tegen de doodstraf? Waarom?
Dit zal voor de jongeren een lastige vraag zijn, terwijl sommigen hier ook een duidelijke mening over zullen hebben. Probeer de voor- en nadelen van de doodstraf tegenover elkaar te zetten.
Aandachtspunten kunnen hierbij zijn: het is onherroepelijk, wanneer is echt bewezen dat iemand de schuldige is (hij kan ook onder druk bekennen), het is doodslag. Daarom mag het opleggen van deze straf alleen mogelijk zijn onder strikte voorwaarden en op basis van een eerlijk en onafhankelijk proces. Daderschap en schuld moeten onomstotelijk vaststaan.
De overheid heeft de roeping tot herstel van geschonden rechten. Bij een bewust vergrijp tegen het menselijk leven,kan de hoogste straf gerechtvaardigd zijn.
Zie het standpunt van de SGP (zie hiernaast):

3) Bid jij voor de overheid?
Een persoonlijke vraag. Maar probeer de jongeren er op te wijzen dat het ook onze plicht is om voor de overheid te bidden. Zie ook artikel 36 van de Nederlandse geloofsbelijdenis.


Doodstraf

Het vaststellen en opleggen van een bepaalde straf is een zaak van de rechtsprekende macht. Dit laat echter onverlet, dat de SGP bij ernstige levensdelicten het opleggen van de doodstraf door een wettige overheid een legitieme straf vindt. Niet uit populistische bloeddorstigheid, maar omdat de overheid geroepen is het kwaad op gepaste wijze te bestraffen.

De doodstraf wordt door politici in Nederland categorisch afgewezen. Als Osama Bin Laden in Nederland wordt opgepakt, zou hij niet aan de VS worden uitgeleverd, omdat hij daar de doodstraf kan krijgen. In het licht van massamoorden, oorlogsmisdaden en terroristische aanslagen, is zo’n houding onbegrijpelijk.

De visie van de SGP op de doodstraf berust op wat de Bijbel zegt over de roeping, die de overheid heeft tot herstel van het geschonden recht. De mens is geschapen naar het beeld van God. Vanuit dit vertrekpunt - de hoge waardigheid van de mens als beelddrager van God - volgt dat de overheid (rechter) gerechtigd is om bij ernstige levensdelicten de doodstraf toe te passen.

De opvattingen van de SGP stroken op dit punt met de bijbelse bepalingen over de zwaardmacht van de overheid. Het is veelzeggend dat vooral sinds de Verlichting aan deze opvatting wordt geknaagd. Onder invloed van het vooruitgangsgeloof van de Verlichting werd de doodstraf als barbaars van de hand gewezen. Bovendien ontstond er een optimistisch vertrouwen in de mogelijkheid tot aardse perfectionering van de mens. Deze gedachten hebben hun doorwerking gekregen in het denken over de legitimiteit van de doodstraf.

De visie van de SGP op de doodstraf heeft dus alles te maken met de hoge waarde die zij aan het menselijk leven toekent. De hoge waarde van het leven brengt voor de SGP met zich, dat zij tegen abortus en euthanasie is, maar óók dat zij voorstander is van de doodstraf. Bij een bewust vergrijp tegen het menselijk leven, kan de hoogste straf gerechtvaardigd zijn.

Rechtspreken blijft mensenwerk. Dat geldt bij het opleggen van een langdurige celstraf, maar ook bij het opleggen van de doodstraf. Daarom mag het opleggen van deze straf alleen mogelijk zijn onder strikte voorwaarden en op basis van een eerlijk en onafhankelijk proces. Daderschap en schuld moeten onomstotelijk vaststaan.

Bron: www.sgp.nl


4) Om welke redenen vind je de straf die mevrouw Germaine C. krijgt, terecht? Om welke redenen zou ze minder straf moeten krijgen?
Voor straf pleiten de feiten dat ze opzettelijk achter de tasjesdief is aangegaan. Ook heeft ze gevaarlijk rijgedrag vertoond en heeft ze de tasjesdief geraakt.
Voor verlichting van de straf pleit dat ze zelf slachtoffer is en dat het niet haar bedoeling was om de tasjesdief te doden.

5) Stel: jij bent Mevrouw C. (die de jongen over heeft gereden). Hoe reageer jij op je straf?
Probeer de jongeren zich te laten verplaatsen in Germaine. Er zal verontwaardiging zijn, maar hopelijk ook het besef van schuld…

6) Stel: de tasjesdief is jouw broer! Hoe reageer je dan?
Hier zal boosheid en frustratie een rol kunnen spelen tegenover Germaine, omdat zij het is die je broer gedood heeft. Tegelijk kan er ook een stuk schaamte- of schuldgevoel zijn dat jouw broer zo’n daad heeft begaan.

7) Vind je dat deze 17-jarige straf heeft verdiend?
Op grond van de Nederlandse wetgeving is straf nu nog niet mogelijk. Er is hier sprake van fraude, omdat de 17-jarige zich toegang heeft verschaft op een illegale manier. Hiervoor zou straf rechtvaardig zijn. Ook is er sprake van diefstal.

8) Welke straf heeft deze internet-dief verdiend?
Laat de jongeren hier ook over nadenken. Hier zullen zij vast ideeën over hebben.

9) Stel: jij bent de dief. Wat vind je ervan als de rechter je een straf oplegt?

10) Wat vind je van de alternatieve straf in dit artikel?

11) Welke alternatieve straf zou jij voor je zus bedenken die je ouders uitscheldt?
Dit zijn vier vragen waarbij de antwoorden uit de groep komen. Zoals eerder gezegd: tieners denken vaak zwartwit en komen misschien met extreme reacties. Blijf het gesprek leiden en probeer positieve tegenvragen te stellen. Ze vormen hun mening vaak naar aanleiding van de bijsturing van leidinggevenden.

Pagina 10 – 11
Geef van alle drie de stukken een samenvatting van de gebeurtenis:

1) Vers 23-27; de grote zachtmoedigheid van de meester voor zijn dienstknecht, die een schuld bij hem had. Uit zuiver medelijden met hem, heeft hij hem tien duizend talenten kwijtgescholden
2) Vers 28-30; de onredelijke strengheid van de dienstknecht ten opzichte van zijn mededienstknecht.
3) Vers 31-34; de rechtvaardige toorn van de meester over de wreedheid, waaraan zijn dienstknecht zich schuldig had gemaakt.

1) De diensknecht was van te voren onbezorgd. Ben jij onbezorgd over je schuld tegenover anderen? En je schuld tegenover de Heere? Wat doe je daar mee?
Probeer hier in een gesprek naar voren te laten komen dat wij vanuit onszelf onbezorgd zijn over de schuld tegenover anderen en tegenover de Heere. Het moet zowel tegenover anderen als tegenover de Heere komen tot een oprecht schuld belijden. Wij zijn gewoonlijk zorgeloos over de vergeving van onze zonden, totdat we opgeschrikt worden door een bepaald woord of omstandigheden of bij het naderen van de dood. Het sterkste hart zal bezwijken, wanneer de Heere de zonde voorhoudt.

2) Wat vind je van de reactie van de dienstknecht?
De dienstknecht vraagt om uitstel. Geduld en verdraagzaamheid zijn grote dingen, maar zij kunnen ons alleen niet helpen. Uitstel is nog geen vergeving.

3) Ben je zelf nog iemand iets (bijvoorbeeld, tegen iemand sorry zeggen) schuldig? Hoe ga je dat aanpakken?
Een vraag voor iedereen persoonlijk. Het is goed als je naar de ander toe durft te gaan en je schuld uit durft te spreken. Dit zijn we ook verplicht!

4) Hoeveel was de eerste knecht schuldig aan de koning? En hoeveel was de mededienstknecht de eerste dienstknecht schuldig?
De eerste diensknecht had een schuld van tienduizend talenten. Een onvoorstelbaar hoog bedrag! Eén talent is 10.000 penningen waard.
En één penning was het gemiddelde dagloon van een arbeider in die tijd. Die schuld was dus nooit af te betalen. De mededienstknecht had maar een heel geringe schuld: honderd penningen. Een schijntje dus, vergeleken bij de 100.000.000 penningen die de eerste dienstknecht had moeten betalen.

5) Is het eerlijk wat de diensknecht van zijn mededienstknecht vraagt?
De slechte dienstknecht vraagt het eigenlijk niet eens: er staat dat hij hem eerst bij de keel grijpt, en daarna spreekt. Hij wurgt hem bijna, terwijl het om een (in verhouding) erg klein bedrag ging. Het is dus verre van eerlijk, gezien de grote schuld die hem net kwijtgescholden was.

6) Vers 35 geeft de betekenis van deze gelijkenis voor ons aan. Vertel in eigen woorden wat wij van deze gelijkenis kunnen leren.
Het is rechtvaardig wat de Heere doet. Wij moeten van harte vergeven. Wij moeten geen wrok blijven koesteren, noch kwaad zijn tegen iemand. Wij moeten het goede zoeken voor de ander. Als je iemand anders niet vergeeft, heb je zelf nooit echt berouw gehad van je eigen zonden. Het moet ons verlangen zijn dat de Heere ons onze schulden vergeeft. Wij moeten vergeven zoals we hopen dat ons vergeven wordt. In Mattheüs 6:14 staat; “want indien gij den mensen hun misdaden vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven.” Dit bemoedigt onze hoop dat God ons wil vergeven.

7) Wat is vergeving eigenlijk?
Vergeven is ‘eraf trekken’, ‘loslaten’. Het is afzien van rechtvaardige vergelding en iemand genadig zijn.

8) Ken je persoonlijk nog mensen die je eigenlijk moet vergeven? Hoe ga je dit oplossen?
Een vraag voor iedereen persoonlijk. Het is goed als je naar de ander toe durft te gaan en jezelf durft uit te spreken.

9) Moet je anderen altijd vergeven als ze fout zijn geweest? Waarom wel of waarom niet?
Het is een Bijbelse opdracht om altijd geneigd te zijn om te vergeven. De wil moet er bij ons altijd zijn om te vergeven. Of vergeving ook mogelijk is, is afhankelijk of de ander berouw, spijt, toont. Tegelijkertijd sluit persoonlijke vergeving niet uit dat de overtreding door de rechterlijke macht gestraft moet worden. Zeker in het geval van zaken,zoals misbruik, incest en andere ernstige dingen is het belangrijk dat er ook recht geschiedt. Wat de Heere Jezus hier vooral aanduidt, is dat wij niet haatdragend of verbitterd mogen blijven als de ander oprecht berouw toont.

10) Wat is er in het licht van dit verhaal verkeerd aan het veroordelen van mensen?
Dan verheffen we onszelf boven anderen en zijn we dus net als de dienstknecht. Dan hebben onszelf nog nooit recht leren kennen in onze zonde en schuld.

11) Wanneer kun je oprecht bidden om vergeving? Zie Psalm 32 : 5.
Alleen als wij onze zonden voor de Heere neerleggen en alles in alle openheid voor de Heere belijden.

Literatuur:
Altijd vergeven – Nico van der Voet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2008

Treffer | 20 Pagina's

Leidingblad bij Treffer “straf en vergeving”

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2008

Treffer | 20 Pagina's