JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

3. Hulpverlening en preventie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

3. Hulpverlening en preventie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Hoe langer Jeroen doorgaat met gokken, hoe meer hij verstrikt komt te raken in het web van de verslaving. 'Ik dacht er heel vaak aan om er mee te kappen, maar ik kon er niet van af komen. Ik wilde er wel mee stoppen, maar het ging gewoon niet. Ik wist ook niet hoe ik op een andere manier m'n tijd moest invullen. Ik wist alleen wat gokken was en hoe je geld moest versieren. Voor de rest had ik geen interesses. Ik droomde altijd van veel geld. Ik dacht dat geld me gelukkig kon maken, omdat ik dan veel kon gokken. Geld was mijn benzine. Daar draait het om. Als ik geen geld had, was ik depressief. Als ik wel geld had, leek het of heel de wereld voor me open lag en ik kon doen wat ik maar wilde".

Het begin van het einde

Wanneer is een gokverslaafde er aan toe om te erkennen dat hij hulp nodig heeft? Dat is als hij in de fase beland is waarin hij moet gokken, omdat hij schulden heeft bij vrienden, familie, gemeente, en noem maar op. Als hij van zijn baas steelt. Als ook het huishoudgeld niet meer veilig is. Als er geen weg terug meer is. Dan is iemand rijp om naar zichzelf te kijken en er echt iets tegen te doen. Pas als alle potjes op zijn, is het gokken voorbij.

Voor het zover is meent de gokker alles nog onder controle te hebben. Schulden zal hij terug betalen, gepikt geld weer geruisloos terug leggen. Hij zal zichzelf dan ook niet als verslaafd zien. Toch komt er werkelijk een keer een eind aan, hoewel dat jaren kan duren. En dan is er de mogelijkheid om hulp te vragen.

Waar kun je naar toe?

Allereerst kan iemand die hulp nodig heeft met zijn huisarts gaan praten. Een huisarts kent de achtergronden van zijn cliënt en weet de adressen voor verdere hulp.

Daarnaast is het mogelijk om, als het een kerklid betreft, één of meer gesprekken te hebben met iemand uit de gemeente waar hij of zij toe behoorfrDatkan een diaken, ouderling of dominee zijn, maar ook een ander gemeentelid.

Het is goed als er van die kant blijvend meeleven getoond wordt, ook als het noodzakelijk blijkt dat de persoon met gokproblemen professionele hulp nodig heeft.

Deskundige hulp wordt door verscheidene instanties geboden. Te denken valt aan allerlei neutrale instellingen, zoals een Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD), een RIAGG of een Bureau Gokhulpverlening. Maar er zijn ook instellingen die vanuit een christelijke achtergrond hulp willen bieden aan mensen met (gok)verslavingsproblemen. Te noemen zijn bijvoorbeeld "De Vluchtheuvel", een Stichting voor hulpverlening uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten; GLIAGG "De Poort", een Stichting Gereformeerde Landelijke Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg, die als doelgroep de gereformeerde gezindte heeft; en Stichting "De Hoop", een Evangelisch centrum voor verslaafden te Dordrecht. Het is ook mogelijk om te proberen door middel van zelfhulpgroepen van het gokken af te komen. Er bestaan groepen van de vereniging "Anonieme Gokkers". Binnen deze vereniging is onder andere aandacht voor "krachten, groter dan wijzelf", en van "meditatie, gebed en overdenking", maar dit alles heeft helaas niet het Bijbelse denken en waarderen als kader. Een alternatief is de zelfhulpgroep voor gokverslaafden die van Gereformeerd vrijgemaakte zijde is opgericht.

Behandelmethoden

Welke methode van behandeling men kiest hangt af van de visie die men heeft op de oorzaken van het ontstaan van de gokverslaving. Er zijn deskundigen die menen dat ieder mens een zekere behoefte heeft aan "zelfkwelling". Gokken is volgens hun dan een zekere vorm van zelfkwelling: je brengt jezelf bewust in problemen. De behandelmethoden, die gebaseerd zijn op deze behoefte, blijken in de praktijk niet succesvol te zijn.

Een methode die meer succes heeft is die van de 'harde lijn' Mensen worden gedwongen om als het ware in een spiegel te kijken. Ze hebben zichzelf immers jarenlang voor de gek gehouden. De verstoorde balans tussen hun gevoel en de alledaagse werkelijkheid moet weer in evenwicht worden gebracht. Op deze manier blijkt 80% van de cliënten voorgoed van het gokken af te komen.

Vaak worden dezelfde therapieën toegepast als bij alcohol- en drugsverslaafden. Zo heeft zelfcontroletechniek vooral bij jeugdige verslaafden goede resultaten. Bij deze therapie wordt de frequentie en duur van gokgedrag in kaart gebracht om vervolgens kleine, haalbare veranderingen in het gevonden gedragspatroon na te streven.

In de zelfhulpgroepen van Anonieme Gokkers wordt niet met een vaste methode gewerkt. Lotgenoten ontmoeten elkaar, praten en komen er al pratend achter waar hun gevarenzone begint en waar ze tegen moeten vechten. Een groepslid: "Emoties en traumatische eruaringen uit het verleden die geleid hebben tot gokgedrag. buig je om. Je gaat zien wat je eigenlijke problemen zijn. Dat zijn de dingen waar je in het dagelijks leven niet mee om kunt gaan ". Het is ook mogelijk dat methoden

Het is ook mogelijk dat methoden alleen of in combinatie toegepast worden, afhankelijk van de hulpvraag van de verslaafde. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij Stichting 'De Hoop', waar de behandeling individueel gericht is. Ook bij deze benadering gaat men er van uit dat niet alleen het verslavingsprobleem, maar vooral ook de onderliggende problemen moeten worden aangepakt. Deze problemen zijn jarenlang weggedrukt door de kick van het gokken. Daarom is het van wezenlijk belang dat de verslaafde leert deze problemen aan te pakken om te voorkomen dat hij of zij terugvalt.

Juist het terugvalprobleem is bij gokverslaving groter dan bij bijvoorbeeld drugsverslaving. Een drugsverslaafde wordt 'clean' door simpelweg geen drugs meer te gebruiken, maar voor een gokverslaafde ligt dat moeilijker: zo iemand kan bijvoorbeeld een hele avond lang vluchten in een spelletje mens-ergerje-niet. Een drugsverslaafde heeft geen vervanging voor drugs tot zijn beschikking, maar voor een gokverslaafde is het mogelijk om op andere manieren dan gokken toch een "kick" te krijgen. Ook in een spelletje mens-erger-je-niet zit namelijk het spanningselement van het "gevecht" met het onberekenbare.

Preventie

Eerder in deze schets is aan de orde gekomen dat iemand een aantal stadia doorloopt voor hij echt gokverslaafd wordt. Toch hoeft men het zover niet te laten komen. Mensen uit de naaste omgeving kunnen al veel eerder actie ondernemen. In de winnende fase, wanneer er eigenlijk nog geen verslavingsproblematiek te bespeuren valt, moet aankomende gokkers op zeer directe wijze duidelijk worden gemaakt dat zij het altijd zullen verliezen. Fruitkasten en roulettetafels staan immers onder toezicht van het IJkwezen, dat vooraf bepaalt wat de winst mag zijn. De uitslag staat dus altijd vast.

Behalve voor de omgeving ligt er ook een taak voor de overheid om gokverslaving zoveel mogelijk te voorkomen. Voorkomen is immers beter dan genezen. Dat geldt in de eerste plaats voor het welzijn van individuele mensen, maar daarnaast ook wat betreft de hoge kosten die met hulpverlening gemoeid zijn. De kosten betreffen namelijk tientallen miljoenen guldens per jaar!


De Kamer ziet het terugdringen van gokmogelijkheden niet als een goede oplossing. Zij gaat uit van de behoefte van de mens om een gokje te wagen. De overheid heeft echter wel besloten dat

- de instantloterij eerst op proef zal zijn;

- dat de minimumleeftijd om te kunnen gokken 18 jaar moet zijn;

- en dat exploitanten zelf de taak hebben om de vinger aan de pols te houden. Zij zouden een training moeten kunnen volgen om probleemgokkers te kunnen herkennen.

Omdat tot nu toe het Kansspelbeleid ondergebracht is bij vijf ministeries tegelijk, is één van de knelpunten in het beleid, zoals geconstateerd door de al eerder genoemde Commissie coördinatie en harmonisatie, de onderbelichting van mogelijke negatieve effecten.

In de beleidsafstemming tussen de ministeries is een volledige beleidsafstemming veelal niet haalbaar door de verstrengeling van financiële en maatschappelijke belangen. Dat is één van de redenen waarom de Commissie adviseert om een onafhankelijk College voor de Kansspelen in het leven te roepen, (zie hoofdstuk 2.) Volgens de Commissie zou het College in dit kader de bevoegdheid moeten krijgen om aanwijzingen te geven aan instellingen en personen (waaraan vergunning is verleend ingevolge de wet) met betrekking tot:

- de wijze van werving en reclame;

- het waarborgen van een betrouwbaar en eerlijk spelverloop en het voorkomen van fraude en misbruik;

- de vestiging van voor het publiek opengestelde gelegenheden waar het beoefenen van een kansspel mogelijk wordt gemaakt.

De Commissie noemt als voorbeeld onder andere een algemene aanwijzing om riskante kansspelen niet aan te bieden vlak bij scholen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1992

Mivo +16 | 24 Pagina's

3. Hulpverlening en preventie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1992

Mivo +16 | 24 Pagina's