Richteren
Tijd:
De richterentijd begint direct na de dood van Jozua. Onder zijn leiding werd het land Kanaan veroverd. Zeven jaar lang is er gevochten. Niet alle inwoners zijn echter weggejaagd: dat moet iedere stam vanaf nu zelf doen. Helaas komt daar weinig van terecht. De Israëlieten vermengen zich steeds opnieuw met de heidenen en nemen hun goden over. De Heere echter blijft Zijn volk trouw en wil hen d.m.v. straffen weer tot zich brengen. Hij stuurt dan allerlei volken die het land plunderen en vele Israëlieten doden. In die nood gaat het volk weer tot God roepen. De Heere verhoort en stuurt Zijn richters. Onder hun leiding verlost de Heere het volk van de vijanden. Maar de inkeer van het volk duurt niet lang. Na het sterven van een richter buigen zij zich weer voor de Baäls. Het volk weigert God te blijven dienen. Zo herhaalt de geschiedenis zich telkens weer. De zonden van het volk worden groter en groter. Toch blijft de Heere trouw. In deze tijd zien we iets van Gods grote geduld en barmhartigheid tegenover een zondig en ontrouw volk.
Hoeveel richters zijn er geweest?
In totaal zijn er 4 richters bekend:
1. Othniël 8. Jefta
2. Ehud 9. Ebzan
3. Samgar 10. Elon
4. Debora en Barak 11. Abdon
5. Gideon 12. Simson
6. Tola 13. Eli
7. Jaïr 14. Samuël
In het boek Richteren staan alleen de eerste twaalf beschreven. Deze twaalf kunnen worden gesplitst in zes "grote" en zes "kleine" richters. Dat houdt in dat van de eerste groep veel bekend is en van de tweede groep maar heel weinig. Enkele richters worden bijvoorbeeld alleen genoemd, terwijl van andere de hele levensgeschiedenis bekend is.
Betekenis:
De naam richter betekent eigenlijk gewoon rechter. Een rechter moet ervoor zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt. Daar moesten de richters ook voorzorgen, maar zij deden méér. Zij moesten de afgoden vernietigen en de dienst van God herstellen. Verder verdreven zij de vijanden en namen het bestuur van het volk op zich. Vaak volgde dan enkele jaren van vrede. In het voorwoord van de Statenvertalers bij de boeken Richteren wordt hun ambt als volgt beschreven:
(Al zulke personen (niet, die de justitie of of het ordinair richterambt onder het volk bediend hebben, gelijk dit woord anderszins genomen wordt, maar), die God nu en dan, naar dat Israeës staat vereischte, nu uit dezen, dan uit dien stam, naar zijn believen extra-ordinairlijk verwekt, beroepen, en met zijn Geest der wijsheid en dapperheid begaafd en bedreven heeft, om zijn en zijns volks recht tegen Israëls verdrukkers en vijanden victoriueslijk uit te voeren, den vervallen godsdienst te herstellen en te handhaven, Israël bij de vrijheid en de heilige wetten, die zij van God ontvangen hadden, te beschermen, en met raad en daad in voorvallenden zwarigheid bij te staan.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1995
Mivo +14 | 16 Pagina's
