JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De Christenreis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Christenreis

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De volledige titel luidt: De pelgrimsreis van deze wereld naar de toekomende, overgeleverd onder het beeld van een droom.

Na de Bijbel is er geen tweede boek op de wereld dat zo algemeen verbreid en zo geliefd is als de Christenreis. Het is aan ook de moeite waard om aan dit boek wat meer aandacht te geven. Er is veel overeenkomst tussen de autobiografie "Genade overvloeiende voor de grootste der zondaren" en de "Christenreis".

De hoofdpersoon is Bunyan zelf. Wie "Genade overvloeiende voor de grootste der zondaren" gelezen heeeft, zal in de Christenreis heel wat gebeurtenissen uit Bunyans leven herkennen. Toch is het niet enkel eigen ervaring wat hij door wil geven. Hij wil de boodschap van het Woord onder steeds andere beelden naar voren brengen. Er zijn voor de mens maar twee wegen: de weg naar de hel en de weg naar de hemel. Van nature wandelen alle mensen op de weg naar de hel,. Heel duidelijk tekent Bunyan dat een mens nooit door de wet behouden kan worden. Wie daarvan ten volle overtuigd is, wie niets meer verwacht van zijn eigen verdiensten, zelfs niet van zijn eigen vroomheid, die gaat door de enge poort en komt op de smalle weg. Om de strijdende christen te hulp te komen, om een gids voor hem te zijn, schreef Bunyan deze Christenreis.

In z'n tweede gevangenschap in 1675 is hij waarschijnlijk begonnen met het schrijven van dit boek. Hij heeft er geen andere boeken bij gebruikt. Wel heeft waarschijnlijk het lezen van het boek "Het voetpad ten hemel voor de eenvoudigen" van Arthur Dent (uit de erfenis van z'n eerste vrouw) hem onbewust beïnvloed. Bunyan liet het boek niet direkt drukken toen het klaar was. Sommige mensen hadden bezwaar tegen de vorm waarin het geschreven was. Na overleg met John Owen besloot hij om het uit te geven. In een voorafschrift verdedigde hij zijn boek. Hij vertelde hoe het ontstaan was en ging in op de bezwaren ertegen.

Literair gezien is het een allegorie. Het is geen werkelijk gebeurd verhaal, maar beeldspraak. Dit vond Bunyan geen enkel bezwaar. De Bijbel staat ook vol beelden en gelijkenissen die een diepere betekenis hebben. De beelden nemen niet de plaats in van de werkelijkheid, zoals in een verdicht verhaal; maar in een allegorie blijft de werkelijkheid naast het beeld bestaan. Ook al wordt deze niet door de schrijver genoemd, zij is steeds in de gedachte van de schrijver en de lezer mede aanwezig.

Door deze stijl te gebruiken, hoopte Bunyan dat veel eenvoudige mensen dit boek zouden gaan lezen. En die wens ging in vervulling. In het jaar 1678 was de eerste druk gereed, nog hetzelfde jaar verscheen de tweede druk en een jaar later de derde. De eerste tien jaar kwamen er tien drukken uit en werd het boek in verschillende talen vertaald. Nu is het boek in meer dan 120 talen verschenen.

De inhoud

"Op mijn wandeling door de wildernis van deze wereld kwam ik op zekere plaats, waarin een hol was, waarin ik mij te slapen legde. Toen ik sliep, droomde ik een droom. Ik droomde, en zie ik zag een man staan in lompen gekleed, het gelaat van z'n huis afgewend, met een boek in z'n hand en een zware last op z'n rug".

Zo begint Bunyan zijn Christenreis. Als hij spreekt over een hol, bedoelt hij de gevangenis. Christen verlaat de stad Verderf omdat hij gelezen heeft in het boek (de Bijbel) dat hij veroordeeld is om te sterven. Evangelist wijst hem de weg naar de enge poort. Dan gaat Christen op reis. Niemand is in staat hem tegen te houden„ Ook zijn vrouw en kinderen niet. Zijn buren gaan hem achterna en als het hen niet lukt om Christen van z'n plan af te brengen, gaat er één met hem mee. Al gauw komen ze bij een moeras en daar vallen ze beiden in. Buurman Gezeggelijk weet de kant weer te bereiken en gaat terug naar de stad Verderf. Christen wordt door Hulp (Christus) er uitgehaald. Deze wijst hem op de voetstappen (beloften). Nu ontmoet Christen Wereldwijs, die hem adviseert naar het dorp Zedigheid te gaan, waar een zekere meneer Wettisch woont die hem van zijn last kan bevrijden. Christen moet langs een hoge berg en als hij er vlakbij komt, schieten er bliksemstralen en vuurvlammen uit. Dan komt Evangelist weer op hem af.

Deze bestraft hem uit het Woord. "Ziet toe dat ge Dien Die spreekt niet verwerpt", en bemoedigt hem met: "Wees niet ongelovig, maar gelovig". Dan gaat Christen weer opnieuw op weg naar de poort. Hij klopt aan en wordt vriendelijk ontvangen. Hij gaat dan naar het huis van "Uitlegger". Deze toont hem een schilderij van de Ware Leidsman. Hij laat hem zien hoe de wet en hoe het evangelie op een mensenhart werkt onder het beeld van een man die een kamer veegt, die vol stof ligt. Door het vegen wordt het alleen erger. Er komt een meisje (het evangelie) binnen, die de vloer nat maakt en dan kan de kamer gemakkelijk schoongeveegd worden. Verder laat hij zien hoe de duivel tevergeefs probeert het werk van de genade in het hart te vernietigen. Dit aan de hand van een groot vuur waarop water wordt gegoten. Toch wil het vuur niet uitgaan. De reden hiervoor is dat achter de muur olie in het vuur wordt gegoten.

Aangrijpend is het beeld van de man in de ijzeren kooi, die de wanhoop ten prooi is. Door zijn zonden heeft hij Christus' gerechtigheid veracht en Zijn Bloed vertreden. Dit herinnert ons aan de diepste aanvechting die Bunyan ooit in z'n leven gehad heeft. Als Christen dit huis verlaten heeft, komt hij bij het kruis. Hier valt het pak zomaar van z'n rug en verdwijnt in een graf. Hier ontvangt hij een rol met een zegel er aan. Die moet hij tijdens de reis in zien en bij de hemelpoort afgeven, Deze rol verliest Christen wanneer hij in een prieel in slaap valt. Bunyan ziet een nauw vferband tussen levensheiliging en zekerheid van het geloof. Valse gerustheid is één van de grootste bedreigingen voor de vrede in de ziel.

In het paleis Sierlijk spreekt Christen met Vroomheid, Voorzichtigheid en Liefde. Dit paleis is het beeld van de kerk. Voordat Christen hier binnen mag, worden hem een aantal vragen gesteld. De kerk is bij Bunyan in de eerste plaats een gemeenschap van gelovigen.

Goed gewapend verlaat Christen het Paleis en daalt af in de vallei Verootmoediging, Hier levert hij een vreselijk gevecht met Appolyon. Het wordt een hevige strijd, en tot overmaat van ramp raakt Christen zijn zwaard kwijt. Nu lijkt het een verloren zaak. Op het laatste moment ziet Christen kans zijn zwaard weer te pakken. Hij geeft de vijand hiermee een dodelijke stoot. Bunyan laat ons zien hoe wij alleen door het Woord van God in de geestelijke strijd staande kunnen blijven. Zelf heeft hij een periode meegemaakt, dat hij twijfelde aar, het Woord van God. Na veel strijd krijgt hij weer houvast aan het Woord van God.

In het dal van de Schaduw des doods heeft Christen het nog veel moeilijker. Hij komt langs de rand van de hel, het is er zo zwart als de nacht en het pad is heel smal. Aan de ene kant is er een gracht en aan de andere kant een moeras. Hier heeft hij niets aan zijn zwaard, hij gebruikt nu het wapen van het gedurig gebed. Er worden hem lasteringen ingefluisterd door de duivel, maar hij meent dat ze uit z'n eigen hart voortkomen, hij vindt het verschrikkelijk Hem te lasteren die hij zo lief heeft gehad.

Christen hoort opeens een stem van iemand die voor hem uitloopt: "Al ging ik ook door een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij". Dit geeft Christen weer moed. Bunyan is zelf ook door dit dal heengegaan, In het bijzonder wel tijdens de aanvechting om Christus te verkopen. Als Christen het Dal van de Schaduw des doods heeft verlaten, ontmoet hij een vroegere buurman Getrouw. Samen gaan ze verder op reis. Ze komen in de stad IJdelheid. Daar is het juist kermis. Christen en Getrouw vallen zo op dat er een oploop ontstaat, Ze worden gevangen genomen en Getrouw wordt verbrand. Bunyan benadrukt hier dat een christen te kennen moet zijn aan zijn levenswandel. Een christen interesseert zich in andere dingen, hij spreekt over andere dingen en hij leeft anders dan de wereld. Hij is een vreemdeling op aarde. De moed van het geloof waarmee Getrouw en Christen hebben gestreden heeft zijn sporen nagelaten (hun getuigenis heeft diepe indruk gemaakt). Christen verlaat niet alléén de stad IJdelheid. Hoop heeft zich bij hem gevoegd. Hoop was diep onder de indruk van de woorden en het gedrag van Getrouw en Christen tijdens hun lijden op de kermis, en nu voegt hij zich bij Christen.

In de geschiedenis van Hoop legt Bunyan er de nadruk op dat onze redding in geen enkel opzicht van ons zelf afhankelijk is, maar vast ligt in Christus en Zijn zoenverdiensten. Heel mooi is het gedeelte over het geloof. "Maar Heere", zegt Hoop, "wat is toch geloven?"...... "Toen zag ik uit Joh. 6:35 dat geloven en komen hetzelfde is, en dat hij, die komt,dat is: met zijn hart en genegenheden uitgaat naar Christus, om door Hem gezalfd te worden, waarlijk in Christus gelooft". "Maar, Heere, kan zo'n groot zondaar als ik wel door U aangenomen en gered worden?" "En ik hoorde Hem zeggen: Wie tot Mij komt zal ik geenszins uitwerpen" (Christenreis blz. 123).

Met deze Hoop reist Christen verder. Ze ontmoeten Bijoogmerk en Demas en ze komen langs een gedenkteken, n.1. de vrouw van Lot. De weg leidt hen langs de Rivier des Levens en ze slapen in een prachtige weide, die het hele jaar groen is. Door de schuld van Christen raken ze van de goede weg af. Dit merken ze pas als ze door de reus Wanhoop gevangen gezet worden in kasteel Twijfeling. Als ze een tijd gevangen zitten, ontdekt Christen dat hij de sleutel Belofte bij zich heeft: deze past op elk slot en zo komen ze weer vrij. De aanvechtingen hebben Bunyan geleerd gebruik te maken van Gods beloften. Juist Bunyans verlorenheid had hem de grote waarde van Gods beloften doen beseffen. Het zien op Gods beloften is het enige geneesmiddel tegen wanhoop; ongeloof is altijd de oorzaak van wanhoop. De zekerheid van het geloof is een zaak die met vallen en opstaan verkregen wordt. Hoe diep de strijd gaan mag, bij Gods kinderen komt het geloof altijd weer boven. Dit blijkt wel in de Christenreis. Steeds wijst Bunyan er op dat het beseffen van de waarde van de beloften Gods heel belangrijk is om staande te blijven in de geestelijke strijd. Dit zien we ook in de geschiedenis van Kleingeloof die altijd klagend zijn weg gaat en geen gebruik maakt van het getuigschrift waarop hij ingelaten moet worden bij de Poort des Hemels, omdat hij blijft zien op het verlies dat hij geleden heeft. Al pratend gaan Christen en Hoop verder. Opeens weten ze niet

Al pratend gaan Christen en Hoop verder. Opeens weten ze niet meer welke weg ze moeten nemen,want er loopt een pad vlak naast de weg dat net 20 recht lijkt als de weg waarop zij zich bevinden. Ze volgen een vriendelijk persoon met de naam van Vleier. Ongemerkt draait de weg en loopt in tegenovergestelde richting. Dus niet naar de hemelstad. Voordat ze zich kunnen omdraaien is het al gebeurd. Ze zitten verstrikt in een vangnet. Ze zijn in het vangnet van een boze verleider terechtgekomen. Opeens zien ze een lichtende gestalte op zich afkomen; deze trekt het net stuk en verlost de beide pelgrims. Tot overmaat van ramp ontmoeten ze Godloochenaar die hen uitlacht en bespot. Christen en Hoop laten zich niet misleiden en zij vervolgen hun weg naar Sion.

Weldra komen ze bij de betoverde grond, een landstreek waar een vreemde atmosfeer hangt die hen slaperig maakt. Om niet in slaap te vallen beginnen zij een opbouwend gesprek.

Even later worden zij ingehaald door Onkunde. In hem tekent Bunyan de mens die door z'n eigen werken zalig wil worden. Nadat ze over de betoverde grond zijn gegaan wachten ze Onkunde op. Christen en Hoop beginnen een gesprek met hem, Na een korte tijd verlaat Onkunde hen weer omdat, zo zegt hij, ze zo hard lopen. Naar de goede raad van de beide pelgrims wil Onkunde niet luisteren.

Christen en Hoop vervolgen hun weg en beginnen een gesprek over Tijdgeloof, die een jaar of tien geleden in de buurt van Hoop woonde. Dit was in de stad Genadeloos, dichtbij de stad Deugdzaamheid. De buurman van Tijdgeloof heette Terugkeerder, Nadat ze door het betoverde land zijn gegaan, komen ze bij een stuk grond dat wel het tegenovergestelde mag heten. Alles ademt rust en vrede in en het lijkt wel of ze in het voorportaal van de hemel zijn. Het eind van de pelgrimsreis is in zicht. Deze landstreek draagt de naam Gehuwde. Hier hebben ze zicht op de stad, met straten van goud. Met een bijna niet te dragen verlangen gaan ze voort, door boomgaarden, wijngaarden en tuinen. Twee lichtgestalten komen de mannen tegemoet om hen te bemoedigen en de weg te wijzen. Hierna komen ze bij de rivier, de doodsrivier. Hier moeten ze doorheen. Voor Christen is dit een moeilijke tocht. Hoop heeft moeite om het hoofd van Christen boven water te houden. Hij probeert hem te troosten. Opeens roept Christen uit: "Ach, ik zie Hem weer". Nu vindt Christen ook meteen grond om op te staan. Zo komen ze aan de overkant. Hier wachten twee engelen op hen, die hen naar de hemelpoort brengen. Ze mogen binnen komen en alle klokken beginnen van blijdschap te luiden. Een stem zegt "Gaat in in de vreugde uws Heeren". Onkunde is met een bootje de rivier overgestoken. Hij wordt geworpen in de buitenste duisternis.

"En zo zag ik dat er een weg naar de hel was zowel van de hemelpoort af, als vanaf de stad Verderf. Toen werd ik wakker, en zie, het was een droom."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1984

Mivo -16 | 40 Pagina's

De Christenreis

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1984

Mivo -16 | 40 Pagina's