Werken met de Institutie

Een van de belangrijkste werken van Calvijn is de Institutie. De Institutie geeft een "samenvatting van de christelijke leer en biedt een inleiding tot het lezen van de Heilige Schrift". Enerzijds is dit boek een dogmatisch geschrift, maar anderzijds komen er ook praktische zaken aan de orde.

1. Lees het volgende citaat: "Gewisselijk ivoor, goud en rijkdommen zijn goede schepselen Gods tot des menschen gebruik toegelaten; ja door Gods voorzienigheid verordend en bestemd. Het is ook nergens verboden te lachen, of verzadigd te zijn, of nieuwe bezittingen tot de vorige en begeerde bezittingen te voegen, of in muziek vermaak te scheppen, of wijn te drinken. Dit alles is wel waarachtig. Maar, wanneer men zulke dingen overvloedig heeft of krijgen kan, alsdan zich in wellusten te baden, vol te zuipen, het verstand en gemoed door de tegenwoordige wellusten dronken te maken, en altijd naar nieuwe te snakken, zulks is zeer ver af van het wettig en oprecht gebruik der gaven Gods. Laat hen dan de ongematigde begeerlijkheid, de overdadige verkwisting, de ijdelheid en hoogmoed wegruimen, opdat ze met een reine consciëntie de gaven Gods rein gebruiken mogen." (Inst. III, 19, 9).

a. Wat zijn volgens Calvijn gaven van God?

b. Hoe moeten we met deze gaven omgaan?

c. Probeer het bovenstaande citaat te voorzien van enkele bijbelteksten die van belang zijn.

2. Over de relatie tussen overheid en burgers schrijft Calvijn het volgende: "Hieruit volgt nog een andere plicht, te weten, dat en toegenegen harten zichzelve de overheden onderwerpen ter gehoorzaamheid, hetzij om hun geboden na te doen komen, hetzij om schattingen te betalen, hetzij om publieke diensten en lasten op te nemen, die tot bescherming van het gemeene welvaren dienstig zijn, hetzij om eenige andere bevelen te volbrengen... En, opdat de onderdanen de onderdanigheid niet veinzen, maar oprechtelijk en van harte bewijzen zouden, dat ze onderdanig zijn, zo voegt Paulus daarbij, dat ze God zullen bidden voor het welvaren en de voorspoed der overheden... Daarbenevens begrijp ik onder deze gehoorzaamheid een zekere matigheid, die de onderdanen moeten waarnemen in het stuk van de publieke bedieningen, dat ze, namelijk, zich niet uit eigene beweging mengen in de geheime zaken, noch lichtvaardelijk tot het ambt der Overheid doorbreken, noch ganschelijk iets bestaan, dat de regeering betreft en aangaat... Indien in de gemeenen staat en ordening eenig gebrek is, hetwelk noodzakelijk dient verbeterd, zoo moeten ze daarom geen beroerte aanrichten, noch de handen aan het werk leggen, welke hun allen in dezen deele zijn gebonden; maar zij moeten zulks vertoonen en te kennen geven aan de magistraat, welke alleen de handen los en vrij heeft, om aangaande de gemeene zaken orde te stellen."

a. Onderstreep de zinsnede(n) die je niet begrijpt

b. Probeer samen de 'onbegrepen zinsneden' op te lossen.

c. Wat zegt Calvijn in het bovenstaande citaat?

d. Hoe moet de burger handelen wanneer hij het niet eens is met het beleid van de overheid?

e. Is het mogelijk om dit in de nederlandse samenleving in praktijk te brengen? Zo ja, hoe?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen