JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 4b: Het verhaal van Sven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 4b: Het verhaal van Sven

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezen
Lukas 10:25-37

Kerntekst
Zo zeide dan Jezus tot hem: Ga heen en doe gij desgelijks (Lukas 10:37b).

Zingen
Psalm 41:1
Psalm 82:2
Psalm 113:3 en 4
Psalm 125:1, 2 en 4
Psalm 133:1 en 3
Psalm 146
Avondzang:1, 6 en 7

Toelichting op de vertelschets
In de eerste schets werd het thema van de actie behandeld in een Bijbelse vertelling. In deze schets wordt het thema van de actie behandeld door middel van een actueel verhaal. Het komt uit het boek Erwtensoep in augustus, een boek met verhalen over kinderen en armoede in Nederland. Het verhaal op zichzelf bevat geen expliciet christelijke boodschap. Maar omdat het een heel realistisch verhaal is dat goed weergeeft wat de problematiek is van kinderen die in armoede moeten leven, is ervoor gekozen dit verhaal op te nemen in Kompas en het in te kaderen in een gesprek met de kinderen over de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De Bijbelse toepassing zit dus niet in het verhaal zelf, maar in het gesprek met de kinderen.

Erwtensoep in augustus. Kinderen en armoede, door Kees Opmeer; Uitgeverij SWP 2008.

Introductieopdracht ‘Barmhartigheid’
1. Lees samen de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan uit Lukas 10:25-37.
2. Schrijf op een flap-over of ander groot vel papier het woord ‘barmhartig’. Vraag wie er weet wat dit betekent. Schrijf de antwoorden rondom het woord barmhartig. Synoniemen voor barmhartig zijn: ontfermen, medelijden, liefdevol. Je ziet er het woord ‘erbarmen’ in terug. Het woord zegt in feite dat iemand liefdevol of medelijdend van hart is.
3. Barmhartig betekent eigenlijk dat je een naaste bent voor iemand anders. Dan kijk je niet neerbuigend op iemand neer maar sta je naast hem om te helpen. In welke situaties kun jij een naaste voor een ander zijn?
4. Lees nu met elkaar Spreuken 19:17. Wat is de boodschap voor jou uit deze Bijbeltekst?

Introductie bij de vertelling
Je hebt vast wel respect voor de Samaritaan uit de gelijkenis. Hij hielp zijn vijand, terwijl de priester en de leviet voorbij gingen. Maar de Heere Jezus zegt na het vertellen van de gelijkenis iets heel belangrijks: Ga heen en doe gij desgelijks. In andere woorden, kijk om je heen als je op school of op straat bent en doe dan hetzelfde als de Samaritaan.
Je gaat nu luisteren naar het verhaal van Sven. Hij heeft het niet makkelijk, want hij wordt gepest. Let eens op hoe iemand anders voor hem hetzelfde doet als wat de Samaritaan deed.

Vertelling ‘Wie aan Sven komt, komt aan mij’
(Verhaal uit Erwtensoep in augustus. Kinderen en armoede)

Met de handen in zijn zakken steekt Sven de straat over naar school. Het wordt een warme dag, na al die regen van gisteren. Hij is een beetje misselijk, zo'n krampgevoel in zijn buik. Dat heeft hij bijna altijd als hij naar school moet. Ze vinden iedere keer weer wat anders om hem te pesten. De ene keer is het zijn broek, de andere keer zijn oude fiets of zijn haar dat door zijn moeder is geknipt.
De afgelopen tijd is hij vaak ziek thuis geweest. Op school denken ze dat hij spijbelt; niet alleen de kinderen, maar ook de juf. Mam is al een paar keer boos met haar gaan praten, maar dat heeft niet echt geholpen. Nog een paar dagen volhouden, denkt hij, dan hoef ik niet meer. Dan mag ik naar een andere school.
Als hij het schoolplein oploopt, ziet hij dat vlak achter het hek met wit krijt iets op de grond is geschreven. De kramp in zijn buik wordt erger.
Sven heeft stinkpoten!!

Hij kijkt naar zijn versleten gymschoenen met de scheuren aan de zijkant. Ze waren eerst wit, maar zijn nu groezelig. Andere schoenen heeft hij niet.
Sven snapt heel goed waarom ze dit hebben opgeschreven. Gisteren moest hij in de gietregen naar school rennen. Zijn sokken waren doorweekt toen hij in de klas kwam. Hij deed zijn gympen uit om zijn sokken te laten drogen. Maar omdat het warm was in het lokaal begon het behoorlijk te stinken. Pesterig knepen ze hun neus dicht en lachten hem uit. En van de juf moest hij zijn gympen op de gang zetten.
De blik van Sven dwaalt over het schoolplein. Een eind verder is weer iets geschreven. De letters zijn groot en dik. Het kost hem geen moeite om vanaf deze afstand te zien wat er staat.
Sven stinkdier

Verderop zijn nog meer woorden op het schoolplein geschreven. Het is te ver om het te kunnen lezen, maar hij kan wel raden wat er staat. In de buurt van het fietsenhok ontdekt hij een groepje kinderen uit zijn klas. Ze zitten voorovergebogen op hun knieën en lachen naar elkaar. Sven voelt zich zo misselijk worden dat hij bijna moet overgeven.
Hij rent in paniek naar de eerste woorden toe. Wild begint hij met zijn gympen over de letters te schuiven, maar dat helpt niet. Plotseling voelt hij dat zijn armen worden vastgegrepen. Ze trekken hem ruw weg.
'Hé, wou je ons werk verknoeien?' roept Bastiaan.
'Waarom doen jullie zo!' schreeuwt Sven. 'Ik heb jullie niks gedaan!'
'Nee, dat hebben we geroken,’ antwoordt Bastiaan met een grijns. De anderen barsten in lachen uit.
Sven worstelt en rukt om los te komen. De mouw van zijn jas scheurt. Als ze hem eindelijk loslaten, verliest hij zijn evenwicht en valt op de grond. Hij krabbelt overeind en vliegt het plein af, weg van school. Nooit komt hij hier terug, nooit!

Met al zijn kracht schopt hij de bal tegen de stenen muur. Het is net of hij zo dat vervelende gevoel weg probeert te trappen. Het zweet druipt van zijn gezicht af. Als de bal terug stuitert, geeft Sven hem weer een harde schop. Later wil hij zelf meester worden. En dan zal hij zorgen dat er geen kind uit zijn klas wordt gepest. Hij weet wat het is.
‘Waar was je nou?' hoort hij opeens. Sven draait zich om.
Met een boos gezicht komt Mischa aanlopen, zijn enige, echte vriend. ‘We hadden toch bij mij thuis afgesproken?' roept hij. ‘Ik heb alles alleen moeten sjouwen.'
Sven schrikt, vergeten. Hij kon alleen maar aan school denken. Wat moet hij zeggen? Hij kan niets anders verzinnen dan een beetje dom zijn schouders ophalen.
'Waarom zeg je nou niks? Weet je wel hoe zwaar zo'n regenton is?'
Van Mischa's buurman zouden ze een regenton krijgen en nog andere spullen, voor de rommelmarkt van komende zaterdag. Ze delen het geld. Als het een beetje meezit, kan hij over een tijdje de skates kopen waar hij al heel lang over droomt.
'Sorry,' mompelt Sven, ‘Ik was het vergeten.' Hij geeft de bal weer een harde trap.
'Vergeten? Wat is dat voor antwoord? Misschien vergeet ik dan wel om zaterdag te komen.'
Geschrokken kijkt Sven hem aan. Mischa is een jaar ouder dan hij en een stuk groter. Als hij erbij is durft niemand hem te pesten. Zonder hem gaat Sven echt niet op de rommelmarkt staan.
'Ik ben het niet zomaar vergeten,' zegt Sven. 'Er zijn eh... dingen gebeurd.'
'Wat voor dingen dan?'
Sven aarzelt. Normaal vertellen ze alles aan elkaar, ook verhalen die niemand anders mag weten. Hij weet wat er bij Mischa thuis is gebeurd en waarom hij zo'n verdriet heeft. En Mischa weet waarom hij oude gympen draagt in plaats van gewone schoenen. De meeste geheimen vertellen ze elkaar als ze samen op een stil plekje zitten te vissen. Op de een of andere manier lukt dat dan het beste.
'Gewoon, vervelende dingen,' antwoordt Sven, 'laat maar.'
Waarom vindt hij het nou zo moeilijk om erover te praten? Omdat hij er niet aan wil denken? Of omdat Mischa zo kwaad doet?
'Dan vertel je het toch niet.'
Sven krijgt weer kramp in zijn buik als hij ziet dat Mischa zich omdraait en wegloopt. Hij wil iets naar hem roepen, iets om het goed te maken, maar hij weet niet wat.

Op zijn oude rammelfiets rijdt Sven door de buurt. Hij moet oppassen dat zijn broekspijp niet tussen de ketting raakt. Er zit al een scheur in van de vorige keer. Hij moet Mischa vinden, anders is hij bang dat hij zijn enige vriend kwijtraakt. Hij wil hem uitleggen waarom hij zo deed. Dan zal Mischa het wel begrijpen.

Hij is eerst naar Mischa's huis gefietst. Zijn moeder dacht dat hij spullen voor de rommelmarkt aan het verzamelen was. Ze zag hem lopen met allerlei dingen, een emmer en een bezem en andere spullen. Maar waar hij nu was, wist ze niet.
Sven fietst kriskras door de straten, nergens ziet hij Mischa. Uiteindelijk kan hij nog maar één plek verzinnen, het voetbalveld naast school.
Als hij langs school fietst, probeert hij niet naar het plein te kijken. Maar zijn blik wordt er vanzelf naar toe getrokken. Daar staat iemand. Mischa! Ziet hij dat goed? Met een bezem is hij de tegels aan het schrobben. Naast hem staat een emmer.
Dwars over het schoolplein crost Sven naar hem toe. 'Wat ben je aan het doen, man?'
Mischa kijkt even om en gaat dan verder met schrobben. 'Wat denk je?' bromt hij. 'Dit is de laatste, dan is alles weg.' 'Hoe weet je dat...?' begint Sven.
‘Je moeder,' antwoordt Mischa. ‘Ik ben naar haar toe geweest om te vragen wat er met je aan de hand was. Ze heeft me alles verteld.'
‘Ik was ook van plan het je te vertellen,' zegt Sven, 'maar...'
Mischa wuift zijn woorden weg. 'Maakt niet uit.' Hij stopt met schrobben en kijkt om zich heen. ‘Zo, alles is weg, karweitje van niks. Nu nog één ding.'
‘Wat dan?'
Zonder antwoord te geven loopt Mischa in de richting van de ingang. Hij haalt een stuk krijt uit zijn zak en begint op de tegels van het schoolplein te kalken.
Van een afstand kijkt Sven toe. Hij ziet grote, dikke letters verschijnen.

WIE AAN SVEN KOMT, KOMT AAN MIJ!!
MISCHA

Gespreksvragen na het verhaal van Sven

1. Mischa kwam op voor Sven. Vertel eens op welke manier hij lijkt op de barmhartige Samaritaan.
2. Wat kun jij leren van Mischa?

Opdrachten en suggesties bij het actiethema ‘In het hart, in het oog’

1. Opdracht ‘Bemoediging’
Voorbereiding:
- Maak op de voorafgaande clubavond van alle kinderen apart een foto. Print de foto’s in kleur uit en neem ze mee. Of: vraag de kinderen een foto van zichzelf mee te nemen.
- Maak kaarten van stevig papier en adresseer ze. Overleg met de kerkenraad welke gemeenteleden (bijvoorbeeld ouderen) hiervoor in aanmerking komen.

Op de clubavond:
Leg uit dat er mensen zijn, bijvoorbeeld ouderen, die weinig contact hebben met andere mensen, omdat ze moeilijk het huis uit kunnen. Ze vinden het leuk om post te krijgen en waarderen het als er aan hen wordt gedacht.
- De kinderen kiezen een mooie Bijbeltekst uit hun Bijbel en schrijven die netjes op de kaart. Ze plakken hun foto ernaast en kunnen er nog een groet bij schrijven. De kaart kan mooi worden versierd.

Na de clubavond:
- Stuur de kaarten op naar de gemeenteleden, of
- Laat de kinderen de kaarten zelf bezorgen (dit moet qua afstand natuurlijk wel mogelijk zijn).

2. Nodig een diaken uit op de club
In veel gemeenten is het gebruikelijk dat de kerkenraad bij wijze van belangstelling een clubavond bezoekt. Combineer deze afspraak met een inhoudelijke bijdrage van de diaken. Neem zelf het initiatief en vraag een diaken die goed met kinderen om kan gaan, om iets te komen vertellen over zijn werk voor de diaconie. (Wat doen diakenen door de week voor de kerk, wat is volgens de Bijbel hun taak, wat gebeurt er met het geld in de collectezakken, wanneer kunnen mensen een beroep doen op de diaconie, etc.). Uiteraard moet er voorzichtig met bepaalde informatie worden omgegaan.

Programmasuggestie: koppel als verwerking het ‘collectezakspel’ aan deze avond. Een voorbeeld van dit spel is te downloaden vanaf de website van de Jeugdbond: http://www.jbgg.nl/leiding/inspiratie/ontspanning. De vragen bij het spel zijn aan te passen aan de eigen vereniging en aan het actiethema.

3. Nodig een gemeentelid uit op de club
In veel gemeenten zijn er mensen die om de één of andere reden (ziekte bijvoorbeeld) in een bepaalde periode veel meeleven hebben gekregen uit de gemeente. Er zijn mensen die hier misschien best iets over willen vertellen aan de kinderen op de club. Hoe was het om bv. in het ziekenhuis te zijn, niet naar de kerk te kunnen, kaarten en bezoek te krijgen? Kinderen leren zo dat ook kleine blijken van meeleven worden gewaardeerd en dat zij daaraan mee kunnen helpen door bv. een kaart of tekening. Er kan ook iets vanuit gaan als er wordt verteld wie de Heere is geweest in die periode.

4. Oog voor elkaars talent
‘In het hart, in het oog’ geldt ook voor de gemeente en de club.
- Vraag de kinderen een foto (digitaal) aan te leveren van zichzelf. Maak van elk kind een kaartje met de foto en de naam erop.
- Deel de kaartjes op de volgende clubavond willekeurig uit. Het werkt het beste als je groepjes aan tafels maakt en bij elk groepje een leidinggevende zet. Een kind mag niet zijn eigen kaartje hebben. De opdracht is: schrijf op het kaartje dat je hebt gekregen, iets waar deze jongen of dit meisje goed in is of waar hij/zij een compliment voor verdient. Dat kan iets zijn wat je goed kunt, maar het kan ook iets te maken hebben met je gedrag, bijvoorbeeld behulpzaam zijn.
- Laat de kaartjes nog een keer rouleren, zodat elk kind twee complimenten op zijn of haar kaartje heeft.
- De leidinggevende bij het groepje laat de kinderen voorlezen wat ze hebben opgeschreven. Samen met de kinderen wordt nog een derde compliment bedacht. Dit derde compliment wordt ook op het kaartje geschreven.
- Nu mogen de kaartjes worden voorgelezen in de groep. Elk kind leest het kaartje voor dat hij of zij op dat moment heeft.
De kaartjes kunnen op verschillende manieren worden bewaard of gebruikt:
- Plak het in het Kompasboekje. Als het kaartje er niet in wordt geplakt, kunnen de kinderen ook in het boekje invullen welke drie complimenten ze hebben gekregen.
- Maak er een versiering van voor in de zaal, bijvoorbeeld door er een poster of vlaggenlijn van te maken.

Actiepresentatie

In de actiepresentatie wordt de problematiek van zwerfjongeren belicht. Kinderen worden door de presentatie geïnformeerd over wat er precies met ‘zwerfjongeren’ wordt bedoeld en een jongere vertelt uit zijn eigen leven hoe hij tot een thuisloos bestaan kwam. Verder horen kinderen wat stichting Ontmoeting voor zwerfjongeren doet. Na het vertellen van het verhaal en het bekijken van de presentatie kan de verwerking in het werkboekje op pagina 12, 13 en 16 worden gedaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 2013

Kompas Handleiding | 15 Pagina's

Handleiding 4b: Het verhaal van Sven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 2013

Kompas Handleiding | 15 Pagina's