Aanwijzingen voor het gebruik

Aids is een wereldramp van formaat. Toch wordt dit door westerlingen niet altijd zo ervaren. Want de tornado die met name door Afrika trekt, blijkt toch heel ver van ons bed te staan. Want Aids-patiënten treffen we in Nederland nauwelijks aan en in onze omgeving al helemaal niet. En als we wel oog hebben voor de Aids-slachtoffers dan krijgen de kille cijfers vaak geen gezicht. Toch zijn de gevolgen enorm. In het ledenblad van de Treffer wordt op deze gevolgen in gegaan.
Dat het thema ver van de beleving van veel mensen staat, wil uiteraard niet zeggen dat het niet aan de orde zou moeten komen. Diverse kerkelijke organisaties hebben in de achterliggende jaren initiatieven ontplooid om de Aids-slachtoffers waar mogelijk te helpen. Bezinning op dit thema is noodzakelijk. Ook onder tieners. Daarom is het zeker de moeite waard om dit thema op de club aan de orde te stellen. Om de thematiek dichterbij te krijgen is in het ledenblad een vergelijking gemaakt met een Nederlandse jongen en een Afrikaanse jongen. De tegenstelling is schrijnend. Daarnaast wordt het verschil tussen HIV en Aids uitgelegd. Voor veel mensen is dit hetzelfde. De uitdaging voor leidinggevenden ligt in het samen bezinnen op dit thema en jongeren ervan doordrongen laten zijn dat Aids niet alleen een ziekte is die door eigen schuld opgelopen kan worden. Daarnaast zal de spits uit moeten lopen op het onderscheid tussen Aids-patiënten en gezonde mensen. In de aard van de zaak is dit verschil er niet. Alle mensen hebben hetzelfde nodig en dat is de Borggerechtigheid van de Heere Jezus.

In deze Treffer treft u de volgende werkvormen aan:
• Vraag/stellingen voor beide groepen blz. 3
• Vragen voor beide groepen blz. 5
• Verwerking voor beide groepen blz. 6
• Vraag voor beide groepen blz. 6
• Bijbelstudie voor +14-groepen blz. 9
• Vraag voor +14 groepen blz. 12

Lezen
• Mattheüs 4 : 18-25 (genezen van zieken door de Heere Jezus)
• Mattheüs 25 : 31-46 (hoe we om moeten gaan met onze naaste)
• Johannes 8 : 1-11 (iemand met Aids veroordelen?)
• Johannes 9 : 1-11

Zingen Psalm 6 vers 2 en 8, Psalm 17 vers 3, Psalm 103 vers 7, Psalm 143 vers 10, Psalm 147 vers 2.

Programmasuggesties

Doel van de schets
1. Oog hebben voor mensen met Aids.
2. Handvatten geven wat ze kunnen doen voor Aids-patiënten
3. Wijzen op het enige middel ter genezing van de tijdelijke en eeuwige ziekte.

Idee voor de +12-groepen
- Opening
- Levend kwartetspel of de enquête test je kennis. (voor meer informatie zie onder)
- Inleiding door een leidinggevende over HIV/Aids (zie opzet voor een inleiding)
- Pauze
- Beantwoord in groepen de vragen op pagina 3, 4/5 en 7
- Sluiting

Idee voor de +14-groepen
- Opening
- Levend kwartetspel, Etiketten plakken of de enquête test je kennis. (voor meer informatie zie onder)
- Inleiding door jongere over Aids: uitzichtloos?
- Pauze
- Beantwoord in groepen de vragen op pagina 3, 4/5, 7 en 12. Of doe de bijbelstudie op pagina 9.
- Sluiting

Tips
Kijk op http://tienerwerkplein.jbgg.nl/ onder het kopje bibliotheek voor meer informatie. Hier zijn ook een aantal artikelen te downloaden die eerder in Daniël hebben gestaan.

In 2005 is naar alle +16 verenigingen een map over diaconaat gestuurd. Hierin staat veel informatie over Aids. In de gemeenten waar geen +16 is, is deze map naar de -16 verzonden. Informeer dus even bij de contactpersonen van de verenigingen waar deze map is. Is de map echt onvindbaar? Bestel hem dan bij de JBGG.

Levend kwartetspel
Op http://tienerwerkplein.jbgg.nl/ vind je een kopieerblad van een kwartet spel. De kaarten moeten nog uitgeknipt worden. Schud de kaarten. Geef aan zestien jongeren één kaart. De overige jongeren worden verdeeld in minimaal twee en maximaal vier groepen. Bij grote jeugdverenigingen zullen er ook een aantal jongeren niet mee kunnen doen. Verdeel de jongeren met kwartetkaart eerlijk over de groepen. Geef aan welke groep mag beginnen. De eerste groep vraagt aan een willekeurige andere groep om een kaartje dat ze missen. Als de andere groep dat kaartje heeft, moet de persoon die dat kaartje heeft naar de eerste groep lopen. De eerste groep mag nogmaals een kaartje vragen. Als de andere groep het kaartje niet heeft dan gaat de beurt van de eerste groep over en is de andere groep aan de beurt. Er kan worden doorgespeeld totdat alle kwartetten zijn gevormd of totdat een bepaalde tijd is verstreken.

Enquête – Test je kennis

Wat weet je?                                                                                                      juist     onjuist
1) HIV en Aids zijn twee woorden die hetzelfde betekenen                           ❍             ●
2) Seksueel contact is de belangrijkste besmettingsbron van HIV              ●             ❍
3) Wereldwijd zijn er al meer dan 25 miljoen mensen besmet met HIV     ●             ❍
4) HIV en Aids komen het meest voor in rijke landen                                     ❍             ●
5) Er zijn goede medicijnen tegen HIV waardoor je weer beter wordt       ❍             ●

Wat vind je?
1) Ik vind Aids een straf van God op verkeerd gedrag                                  eens       oneens
2) Ik vind Aids een ver-van-mijn-bed show en het doet me weinig         eens       oneens
3) Ik vind dat het je eigen schuld is als je Aids krijgt                                    eens       oneens

Wat doe je?
1) Ik volg het nieuws over Aids                                                                              ja            nee
2) Ik heb wel eens een gift gegeven voor een Aids-project                          ja            nee
3) Ik heb wel eens iets gedaan voor iemand met Aids                                   ja            nee
4) Ik bid wel eens voor Aids-patiënten                                                               ja            nee

Etiketten plakken
Teken op een groot vel een silhouet van een mens. Schrijf op het silhouet ‘Aids-patiënt’. Eventueel kun je het silhouet uitknippen.
Hang het silhouet op in de zaal. Hieronder vind je een overzicht met 22 eigenschappen. Zorg dat de positieve eigenschappen op een groen vel worden gekopieerd en de negatieve op een rood vel. Zorg dat je voor elke groep een set van alle positieve en negatieve eigenschappen hebt. Geef elke groep een set positieve en negatieve eigenschappen. Laat ze met elkaar discussiëren over welke eigenschappen bij de Aids-patiënt horen. Geef ze na enige tijd de gelegenheid om de eigenschappen op het silhouet te plakken. Nadat alle kaartjes zijn opgeplakt ontstaat er een beeld van het beeld dat jongeren van een Aids-patiënt hebben.
Je kunt hier een aantal opvallende zaken noemen en aan de jongeren vragen waarom ze dat hebben opgeplakt. Wanneer je de verwerkingsvorm ‘Vooroordelen’ doet, kun je terugkomen op de vooroordelen die hier zijn gebleken.

Positief                                  Negatief
Leven naar Gods Woord     Zondaar
Betrouwbaar                         Schijnheilig
Rijk                                           Arm
Gezond                                   Ziek
Slim                                         Dom
Zelfbeheersing                     Losbandig
Ootmoedig                            Hoogmoedig
Keuzemogelijkheid             Geen keus
IJverig                                     Lui
Blanke                                    Zwarte
Zwarte                                    Blanke

Schets voor een inleiding
Vooraf: Teken twee poppetjes op een whiteboard. Zet onder het ene poppetje Wouter en onder het andere poppetje Simon.
Schrijf tijdens je inleiding eigenschappen bij beide poppetjes die je kunt vinden op pagina 4 en 5.

Simon is een jongen van 15 jaar. Hij is geboren in Afrika. Hij had net zo goed in Europa geboren kunnen zijn. Toch stond zijn wieg in een arm werelddeel. De vader van Simon leeft niet meer en zijn moeder is ernstig ziek. Simon gaat doordeweeks naar school, maar als hij thuiskomt moet hij gelijk helpen op het land of in het gezin. Hij heeft weinig persoonlijke bezittingen (4 stel kleren. 2 oude stellen, kleren voor zondag en de markt en mijn schooluniform , een hak om op het land te werken, een mat en deken om op te slapen 3 schriften en wat schoolboeken, 1 pen, 1 potlood, een liniaal en 2 posters van auto’s). Simon zijn moeder heeft waarschijnlijk Aids, daar is zijn vader ook aan overleden.
In het kort het leven van een jongere getekend die net zo oud is als jij, maar een totaal andere levensinvulling heeft. Heeft hij daar zelf voor gekozen? Nee, dit is het leven wat hij van de Heere gekregen heeft.

Wat is eigenlijk het verschil tussen HIV en Aids? HIV is een afkorting van Human Immunodeficiency Virus. Het is een virus dat het afweersysteem van de mens binnendringt en ondermijnt.
Ons afweersysteem beschermt ons tegen bacteriën, virussen en ziektekiemen. Wie een slecht functionerend afweersysteem heeft, wordt sneller ziek en doet er langer over om weer beter te worden. Iemand die besmet is met HIV, wordt seropositief genoemd.
Aids is een afkorting van Acquired Immuno Deficiency Syndrom.
Aids is eigenlijk een soort verzamelnaam voor allerlei ziektes (syndrom) die je krijgt wanneer je afweersysteem niet meer werkt (immuno deficiency). Aids is niet erfelijk, maar je hebt het opgelopen (acquired) via een besmetting met HIV.

Wat zijn de oorzaken? Via bloed-bloed contact. Wanneer je eigen bloed in contact komt met bloed dat HIV besmet is, loop je het risico ook besmet te raken. Dit kan gebeuren bij een ongeluk of bloedtransfusie. In Nederland wordt donorbloed goed gecontroleerd. Via injectienaalden. Drugsgebruikers die bij het injecteren van drugs gebruik maken van een besmette naald lopen een groot risico met het HIV-virus besmet te worden.
Via seksueel contact. Bij seksueel contact met iemand die HIV besmet is, kan het virus overgedragen worden, omdat het virus ook in sperma zit. Het risico op besmetting is niet zo heel erg hoog, toch is seksueel contact wereldwijd wel de belangrijkste bron van besmetting. Van moeder op kind. Een zwangere moeder die besmet is, kan het virus overdragen op haar baby. Ook tijdens de bevalling kan de baby besmet worden. Daarna bestaat er ook nog gevaar, omdat het virus ook in de moedermelk kan zitten.
Wat zijn de gevolgen? Diverse vragen kunnen boven komen. Dat je niet langer dan 10 jaar zult leven? Of dat je geen medicijnen kunt krijgen? Of dat iedereen denkt dat het je eigen schuld is?
Dat je vrienden wegblijven, omdat ze bang zijn dat je anders hen ook nog besmet? Je vader en moeder, die met verdriet rondlopen? Of juist boos op je zijn? Gelukkig is de kans klein dat het jou overkomt. Maar veel jongeren aan de andere kant van de wereld overkomt het wel. Een meisje dat op straat verkracht wordt, en er vervolgens achter komt dat ze daardoor ook met HIV besmet is. Het kan ook dat een jongere zelf niet ziek is, maar dat zijn ouders aan HIV/Aids gestorven zijn. Dat overkwam al 15 miljoen kinderen in de achterliggende jaren. Daar kunnen veel moeders niets aan doen. Zestig procent van de vrouwen die Aids krijgen, krijgen het van hun man. Toch worden hun kinderen wees. Bijna net zoveel kinderen als er inwoners zijn in Nederland.
En elk jaar komen daar een miljoen wezen bij.
Naar verwachting is voor 2012 in het gunstigste geval 1 op de 4 leraren, 1 op de 4 verpleegsters, 1 op de 4 soldaten en 1 op de 4 boeren gestorven aan Aids. Wie geeft straks de kinderen les?
Wie verbouwt het land? Wie verpleegt de zieken? Wie haalt het water? Wie verzorgt de weeskinderen? De gezondheidszorg kampt met gigantische problemen. In sommige landen is een kwart van de gezondheidswerkers door Aids weggevallen. Ziekenhuizen zijn overvol vanwege de enorme toestroom van patiënten. Sinds 1985 zijn wereldwijd al ongeveer 7 miljoen boeren gestorven aan Aids. Voor de komende 20 jaar verwacht de organisatie dat er nog eens 16 miljoen agrariërs zullen overlijden aan deze ziekte.
Velen van hen in Afrika! Voedseltekorten en verhoogd risico op hongersnood zijn de gevolgen. In Burkina Faso is inmiddels 20% van de boerenbedrijven sterk afgeslankt of zelfs gestopt. Veel kinderen worden van school gehaald na het overlijden van vader of moeder. Met name jonge meisjes zijn hiervan het slachtoffer.
Hun kans op een betere toekomst door onderwijs verdwijnt volledig. Onder de Aids-slachtoffers bevindt zich veel onderwijspersoneel. Alleen al in 1999 verloren in zuidelijk Afrika naar schatting 860.000 kinderen hun onderwijzer door Aids. Eind jaren negentig moesten om die reden in de Centraal Afrikaanse Republiek ten- minste 100 onderwijsinstellingen gesloten worden.
Wat kun jij doen? In 1 Korinthe 12 staat dat de kerk het zichtbare gedeelte is van het lichaam van Christus. Als één lid lijdt, lijden andere leden ook. De leden van de kerk in Afrika lijden door deze vreselijke ziekte. Lijd jij ook mee? Of staat het ver van je bed? De Heere haat de zonde. En daarom haat Hij het als mensen HIV besmet worden door zondig gedrag. Tegelijk is de Heere vol ontferming. Denk aan de zondige vrouw die bij de Heere Jezus kwam (Johannes 8). De Heere veroordeelt mensen die Hij gezegend heeft met rijkdom, niet meer omkijken naar mensen die het zoveel minder hebben. Daarom ligt er ook een taak voor jou. Benoem hierbij de punten op pagina 10. Sluit af met Lukas 5 : 27-32. De Heere Jezus roept Levi om Hem te volgen. Levi richt een maaltijd aan voor zondaren (tollenaren en zondaren). De Farizeeën vragen zich af waarom de Heere Jezus zich met zulke personen inlaat. Daarop geeft de Heere hen antwoord: En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. (vers 31).

Toelichting op de vragen en opdrachten

Toelichting bij pagina 3
Vraag
- Wat is belangrijker: het bestrijden van Aids of het bestrijden van armoede?
Geen van beide. Toch moeten zowel Aids als armoede bestreden worden. En heeft het ene veel met het ander te maken. Wanneer mensen arm zijn hebben ze onvoldoende geld om goede Aids-medicijnen te kopen. En wanneer Aids hebben worden ze arm. Er ligt een taak voor het rijke westen om de arme landen te helpen om hoofd te bieden aan deze problemen.

Stellingen
- Armoede is de grootste oorzaak van Aids
Er zijn veel slachtoffers van HIV en Aids die niet besmet zijn vanwege schadelijk gedrag. Denk maar aan mensen die Aids hebben gekregen via een bloedtransfusie, via een ongeluk, via verkrachting, via gedwongen seks, etc. Je kunt zelfs zeggen dat veel schadelijk gedrag op seksueel gebied in ontwikkelingslanden een gevolg is van armoede. Iemand die zich als prostituee aanbiedt om eten te kunnen kopen voor haar kinderen, is het slachtoffer van armoede. Armoede leidt zo tot verkeerd gedrag. Armoede ontmenselijkt.
- Aids = eigen schuld, dikke bult.
Aids kan een gevolg zijn van onverantwoordelijk gedrag. Als je onverantwoord hard rijdt en een auto-ongeluk krijgt, is het ook je eigen schuld. Het probleem met Aids is echter dat er ook veel mensen zijn die er niet voor kunnen kiezen om niet met Aids besmet te raken. Er zijn meer vrouwen besmet dan mannen. Van die vrouwen heeft zestig procent de ziekte opgelopen, terwijl ze trouw waren aan hun man. Dus bijna dertig procent van de volwassenen met HIV/Aids had geen verkeerd gedrag! De huwelijksverhoudingen zijn vaak niet zo dat je als vrouw tegen je man kunt zeggen dat je geen gemeenschap wilt hebben. Is het dan je eigen schuld? In Zuid-Afrika is bij eenderde van de meisjes de eerste seksuele gemeenschap, een verkrachting. Is het dan hun persoonlijke schuld dat ze HIV/Aids oplopen? En alle kinderen met HIV/Aids?

Toelichting bij pagina 4 en 5
Vragen
1. Wouter zegt: “Ik geloof niet dat ik wel eens wat van mijn eigen geld of tijd aan een ander heb gegeven.” Wat vind je van deze opmerking?
Voor veel jongeren is het geen gewoonte om structureel geld te geven aan een goed doel. Voor de collectes op zondag krijgt men vaak geld van de ouders. Spreek met jongelui over welk doel ze uit kunnen kiezen en welk bedrag daar heen zou kunnen gaan.
2. Wat valt je op in de vergelijking met Wouter en Simon?
Diverse punten kunnen genoemd worden. Voorbeelden zijn:
- bezittingen
- invulling van hun vrije tijd
- verschil in zorgen
- toekomst
- voetballen als zelfde hobby.
3. Maakt armoede je afhankelijker van de Heere? Waarom wel of niet?
Armoede maakt je op zichzelf nog niet afhankelijker van de Heere. Het belangrijkste in de zorgen die mensen hebben dat de Heere er in mee komt. En dan kunnen verdrukkingen de mens afhankelijk maken van de Heere. “Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.” (Psalm 119 : 71)
4. Maak eens een lijstje van jouw bezittingen. Wat zou jij eigenlijk best kunnen missen?
Probeer er ook met jongelui over te spreken wat er nu voor zorgt dat je iets kunt missen. Formuleer met elkaar criteria die ervoor zorgen dat iets (on)misbaar is. Denk aan:
- werkt het mee aan mijn eeuwige bestemming?
- nodig voor levensonderhoud?
- etcetera.

Toelichting bij pagina 6 en 7
Verwerking
Probeer eens te bedenken wat je zou doen, als je alleen op de wereld stond met nog 3 jongere broertjes en zusjes.
Met deze werkvorm willen we bereiken dat jongeren zich proberen in te leven in het leven van een jongere die Aidswees is. Het zal niet eenvoudig voor ze zijn. Toch is het goed om te bedenken wat dit voor consequenties heeft. Maak ook de vergelijking met de wijze waarop ze nu hun leven invullen. Benoem ook de afhankelijkheid van de Heere.

Vraag
Bereken met elkaar hoeveel nieuwe met HIV besmette personen er tijdens de clubavond bij zijn gekomen.
Een voorbeeldberekening. Stel dat de club avond twee uur duurt.
Dat is totaal 120 minuten. Op pagina zeven van het ledenblad kun je vinden dat er per minuut tien nieuwe besmettingen bijkomen. Dit wil dus zeggen totaal 1200 nieuwe besmettingen tijdens een JeV-avond. En in die twee uur zijn er meer dan 650 mensen overleden aan Aids.

Toelichting bij pagina 8
Op deze pagina wordt een project van het deputaatschap voor Bijzondere Noden beschreven. Dit deputaatschap heeft diverse projecten. Eventueel kun je als club een korte actie voeren of tijdens de avond collecteren voor een project. Projecten zijn te vinden in het projectenboekje, welke verkrijgbaar is bij het deputaatschap tot hulpverlening in Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten, 0348-489910 of bijzonderenoden@cbgg.nl.

Toelichting bij pagina 9
Bijbelstudie
Vooraf: kopieer Jesaja 58:1-11 en deel deze uit aan alle leden. Kopieer voor elk groepje de kanttekeningen er ook bij. Het taalgebruik in dit tekstgedeelte zal voor sommige jongeren best moeilijk zijn.

- Markeer of onderstreep met één kleur alles wat het volk van Israël wél deed voor God.
o Mij dagelijks zoeken
o een lust hebben aan de kennis Mijner wegen
o vragen naar de rechten der gerechtigheid
o een lust tot God te naderen
o vasten
- Markeer of onderstreep met een andere kleur alles wat het volk van Israël níet deed voor God.
o Losmaken de knopen der goddeloosheid
o Ontdoen van de banden des juks
o Vrij loslaten de verpletterden
o Alle juk verscheuren
- Markeer of onderstreep met weer een andere kleur wat het volk van Israël volgens Jesaja (God) wél moest doen voor God.
o Hongerige brood meedelen
o Armen en verdrevenen in huis brengen
o De naakte bedekken
- Markeer of onderstreep ten slotte wat God belooft als het volk van Israël doet wat God wil.
o Licht voortbreken als de dageraad
o Genezing snellijk uitspruiten
o Gerechtigheid voor uw aangezicht heengaan
o Heerlijkheid des Heeren achtertocht zijn
o Uw licht in de duisternis opgaan en uw donkerheid in de middag
- Wat doe jij allemaal in de dienst van de Heere?
Laat ze benoemen wat ze allemaal doen. Kan heel divers zijn. Boodschappen halen voor oude mevrouw.
- Wat doe jij voor je naaste, een Aids-patiënt in Zuid-Afrika?
Benoem de dingen die noodzakelijk zijn. Denk aan het gebed, leven als een christen en geven van geld.
- Wat is de diepste oorzaak van alle ellende in deze wereld?
En welke rol speel jij daarin?
Onze diepe val in Adam. De wereld die goed was is gestort in een diepe ellende. Hierin ontmoeten zieken en gezonden, armen en rijken elkaar aan de troon van Gods genade. Vaak vragen jongeren wat kan ik er aan doen dat Adam dat gedaan heeft? Benoem dat Adam het beeld van de hele mensheid droeg. Dagelijks doen de jongeren hetzelfde wat Adam ook deed: God ongehoorzaam zijn.
- Waaruit komt liefde tot je naaste voort? (zie ook Lukas 10 : 25-26)
Alleen vanuit de ware liefde tot God. Eerst de verticale liefde (zondaar – God) daarna de horizontale liefde (zondaar – naaste). Moet je dan eerst bekeerd zijn om iets goeds te doen voor een ander? Nee, de Heere vraagt van ons dat we onze naaste liefhebben als onszelf.

Toelichting bij pagina 11
Op deze pagina is een brief van Brenda aan de jongelui te vinden. Dit laat zien dat er in Nederland ook Aids-patiënten leven. Brenda heeft gelukkig goede medicijnen die haar helpen om een zo normaal mogelijk leven te leiden.
De mogelijkheid bestaat om als werkvorm de jongelui een brief terug te laten schrijven aan Brenda. Stuur deze naar JBGG, Postbus 79, 3440 AB Woerden. Dan zorgen wij dat de brief bij Brenda terecht komt.

Toelichting bij pagina 12
Vragen
1. Kun je de bedoeling van deze cartoon uitleggen?
Een grote dikke man, die zich niet bekommerd om twee kleine, magere Afrikanen. Hij heeft eten in overvloed, zelfs zoveel dat het een ziekte geworden is (Obesitas). Een ziekte waar veel Afrikanen zich geen zorgen over hoeven te maken.
Ze kunnen amper rondkomen en voldoende te eten krijgen.
2. Welke taak ligt hier voor christenen?
Verantwoord omgaan met de welvaart die we van de Heere gekregen hebben. De eerlijkheid gebied te zeggen dat we daar binnen de reformatorische wereld soms ver vandaan leven. Christenen zullen op grond van Gods Woord moeten laten zien dat het leven wat de Heere van ons vraagt een matig leven is. Waarbij we ook hebben voor onze medemens die het zoveel minder heeft dan wij.

Aanvullende informatie

De strijd tegen HIV en Aids is in volle gang en wordt op veel fronten gestreden. Door middel van voorlichting leren mensen de gevaren van de ziekte inzien. Ook leren ze hoe ze een besmetting kunnen voorkomen.
Door een Aids-test kunnen mensen te weten komen of ze besmet zijn. Is dat het geval, dan kunnen ze soms geholpen worden met advies. Men probeert vooroordelen en taboes weg te nemen en de positie van kwetsbare groepen (vooral vrouwen) te verbeteren. Ziekenhuizen en klinieken verlenen medische hulp en patiënten en hun gezinnen krijgen ondersteuning. Weeskinderen worden opgenomen in andere gezinnen of vinden een plaats in een weeshuis. Ook wordt er hard gewerkt aan de productie en de verspreiding van goedkope medicijnen die het verloop van de ziekte vertragen, de Aids-remmers.

Preventie
In de strijd tegen HIV en Aids richt de preventie zich op het voorkomen van besmetting met het HIV-virus. Campagnes en activiteiten gericht op preventie hebben een of meer van de volgende onderdelen:

Voorlichting over HIV en Aids
Een belangrijk onderdeel bij preventie is het geven van goede informatie over HIV en Aids. De meeste mensen hebben al wel het een en ander gehoord over de ziekte. Maar wat het nu precies is, hoe je het oploopt - en hoe niet! - en op welke manieren je jezelf er tegen beschermen kan, daar weten veel mensen nog erg weinig van af. Ook zijn er allerlei onjuiste verhalen in omloop over hoe je van Aids af kunt komen; bijvoorbeeld door seksueel contact te hebben met een maagd. Dit soort verhalen moet door goede voorlichting de wereld uitgeholpen worden.

Trainen van sociale vaardigheden
Hoe laat je iemand weten dat je iets (bijvoorbeeld seksueel contact) niet wilt? Hoe kan je in een groep je mening vasthouden? Met name jongeren zijn goed op de hoogte van HIV en Aids. Veel van hen hebben het vaste voornemen om niet besmet te worden. Toch gebeurt het, bijvoorbeeld omdat ze niet weten hoe ze hun eigen mening kenbaar kunnen maken of omdat ze de groepsdruk niet kunnen weerstaan. Het trainen van allerlei sociale vaardigheden helpt hen om zelf te bepalen en te doen wat ze willen.

Bestrijding van het taboe
Als ergens een taboe op ligt, betekent het dat je er niet over praat. In de meeste Afrikaanse landen ligt er een taboe op HIV en Aids. Natuurlijk wordt er openlijk over de ziekte gesproken, maar als je het zelf hebt, vertel je dat niet gemakkelijk. Waarom? Omdat je de kans loopt dat iedereen je uit de weg gaat als je vertelt dat je HIV besmet bent; omdat je familie je verstoot; omdat de buurt je wegjaagt; omdat je door iedereen veroordeeld wordt, enz.

Veranderen van risicoverhogende gewoonten en gebruiken
Door bepaalde gewoonten en gebruiken wordt de kans op verspreiding van het HIV-virus aanzienlijk verhoogd. Denk maar aan het zwagerhuwelijk, waarbij mannen moeten trouwen met de vrouw van hun overleden broer.

Testen en adviseren
Voluntary Testing and Counseling-centra zijn een belangrijk middel in de strijd tegen HIV en Aids. Het zijn centra waar mensen zich kunnen laten testen op een HIV-besmetting. Wie besmet is, kan advies krijgen hoe hij hiermee verder moet leven. De uitslag van de test is strikt vertrouwelijk.
Op steeds meer plaatsen worden ook steungroepen opgezet die gevormd worden door mensen met HIV.

Verandering van seksueel gedrag
De belangrijkste infectiebron van HIV en Aids is seksueel contact. Het is daarom belangrijk om het risico op besmetting tijdens het seksuele contact te verminderen. Dit kan door alleen seksueel contact binnen het huwelijk te hebben.
Andere soorten preventie
Naast bovengenoemde activiteiten zijn er ook andere – meer medische – vormen van preventie, zoals:
• het voorkomen van moeder-kind besmetting;
• de zorg voor veilig (niet besmet) bloed in ziekenhuizen en klinieken;
• hygiëne in de gezondheidszorg.

Vaccin
Aids is nog niet te genezen. Aids-remmers zijn medicijnen die ervoor zorgen dat het afweersysteem zich beter herstelt van de aanvallen van het HIV-virus. Hierdoor krijgt iemand die besmet is minder last van allerlei infecties. Wie met de Aids-remmers begint, zit er wel voor de rest van zijn leven aan vast. Op lange termijn veroorzaken de medicijnen ook allerlei nare bijwerkingen. Patiënten die trouw hun geneesmiddelen slikken, leven zo’n 10 tot 15 jaar langer dan patiënten die geen medicijnen krijgen. In Nederland zegt men dat HIV/Aids dankzij de medicijnen geen dodelijke ziekte meer is, maar een chronische ziekte is geworden. Door wetenschappers wordt hard gewerkt aan een vaccin, waarmee besmetting met het HIV-virus voorkomen kan worden. Er worden al testen gedaan, maar het zal naar verwachting nog jaren duren voordat er een vaccin is, als men er al in slaagt een vaccin te ontwikkelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen