JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Aanwijzingen voor het gebruik van de Treffer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanwijzingen voor het gebruik van de Treffer

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verschijnt 7 keer per jaar
ISSN: 1568-8852

Treffer is bestemd voor leidinggevenden van +12 en +14 groepen. Het geeft informatie voor het werken met het ledenblad Treffer.

In dit blad treft u aan:
- Aanwijzingen voor het gebruik van de Treffer
- Doel van de Treffer
- Programmasuggesties voor + 12 en + 14 groepen
- Toelichting op de vragen
- Achtergrondinformatie

Aanwijzingen voor het gebruik

Deze Treffer gaat over Jerobeam, maar ook over zijn zoon Abia. Wat een tegenstelling tussen deze twee personen. Uit één gezin, zal de één aangenomen en de ander verworpen worden. De geschiedenis van Jerobeam wordt in deze Treffer besproken. Een verhaal van lang geleden. Als leidinggevende zal geprobeerd moeten worden om het dichtbij te laten komen. De zonden van die tijd, afgodendienst, eigenwillige godsdienst, en dergelijke, leven ook nu nog. De vragen in de Treffer bieden voldoende aanleiding om een link te leggen naar het leven van de jongeren zelf. Daarnaast laat het voorbeeld van Abia zien dat de Heere ook hele jonge mensen onder Zijn kinderen heeft.

In deze Treffer treft u de volgende werkvormen aan:
- Vragen voor beide groepen (kennis-testje) blz. 3
- Vragen voor beide groepen, (discussie-element in vraag 4) blz. 4
- Vragen voor beide groepen blz. 5
- Vragen voor beide groepen blz 6 en 7
- Vragen en discussie mogelijkheid voor beide groepen blz. 8 en 9
- Bijbelstudie blz 10 en 11
- Puzzel en lied blz. 12

Programmasuggesties voor + 12 en + 14 groepen

Doel van de schets
1. De jongeren moeten gaan zien dat de zonden van toen ook in ons leven openbaar komen. Eigenwillige godsdienst, heft in eigen handen houden, bijvoorbeeld. Dit blijft niet ongestraft.
2. Het werk van de Heere gaat ondanks al die zonden toch door. Hij roept Abia tot Zijn kind. Hij roept ook ons!
3. Daarnaast is ook belangrijk dat ze kennis nemen van andere kinderen uit de Bijbel die de Heere door genade wel dienden. Dat is niet ongewoon, er zijn er genoeg te vinden. Het is wel bijzonder, het is Gods genade! God wil in en door jongeren werken. Toen, maar ook nu nog!

Lezen: Een gedeelte uit de hoofdstukken uit 1 Koningen 11, 12, 13, 14.
Zingen: psalm 146 : 8, de Tien Geboden : 2, 3, Gebed des Heeren : 3, 4, 9, psalm 78 : 29, Psalm 106 : 11, 12, 13.

Idee voor + 12 groepen
- Opening
- Korte inleiding op het onderwerp:
In twee-tallen kunnen de jongeren de waar / niet-waar vragen van blz. 3 maken.
- Inleiding over Jerobeam en Abia door de leidinggevende.
- Aansluitend de vragen erbij bespreken.
- Pauze
- Pagina 8 en 9 samen lezen en bespreken.
- De bijbelstudie kan in groepjes worden gemaakt. ( 4 groepen, elke groep neemt een persoon voor zijn rekening)
- Gezamenlijke afronding van de bijbelstudie.

Idee voor + 14 groepen
- Opening
- Drie jongeren houden een inleiding over:
   - Jerobeam door God geroepen
   - Jerobeam van God afgedwaald
   - Jerobeam door God gewaarschuwd
- Onder leiding van de leidinggevende worden de vragen bij deze onderwerpen besproken.
- Pauze
- Pagina 8 en 9 lezen en bespreken.
- In vier groepen de bijbelstudie bespreken.
- Gezamenlijke afronding

Uitwerking van de bovengenoemde ideeën voor de verschillende groepen

+12 groepen:

1. Na de opening kunt u het onderwerp introduceren met behulp van pagina 3.
De waar / niet waar vragen kunnen alleen of in twee-tallen worden gemaakt. Dit hoeft niet lang te duren. Een paar minuten is genoeg. U kunt de vragen daarna met de hele groep even kort nalopen.

2. De leidinggevende houdt een inleiding over het onderwerp.
U kunt de tekst uit de Treffer aanhouden. Schrijf op een bord, flap of overhead, de onderwerpen waarover u het wil gaan hebben. Bijvoorbeeld:
   - Jerobeam door God geroepen
   - Jerobeam van God afgedwaald
   - Jerobeam door God gewaarschuwd.
U kunt ook kiezen voor een bijbelverhaal en een onderwerp kiezen uit:
   - de afgodendienst van Jerobeam
   - de waarschuwingen van de Heere
   - de godvrezende zoon Abia

3. Na de inleiding of het bijbelverhaal kunt u de vragen van pagina 4, 5, 6 en 7 bespreken. Maak eventueel vooraf een keus uit de vragen, passend bij het thema dat gekozen is in de inleiding of het bijbelverhaal.

4. Na de pauze is er ruimte voor gesprekken en discussie naar aanleiding van blz. 8 en 9. U kunt deze pagina’s gezamenlijk lezen en de vragen bespreken. Een andere mogelijkheid is om dit in groepen te laten doen. Probeer de discussie positief te sturen en niet te laten uitlopen in een negatief spreken over gosdienstige opvoeding en zogenaamd vroom-gedoe. Geef voorbeelden uit de Bijbel van de positieve invloed van de opvoeding van Mozes of Samuël.

5. Met de bijbelstudie kunt u de avond afsluiten, of deze in plaats van punt 4 houden.
Laat de jongeren in 4 groepen een persoon ‘behandelen’. Stel hiervoor een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld 10 minuten. Zijn ze eerder klaar dan kan de puzzel van blz. 12 gemaakt worden. Na die tijd kunt u het samen afronden door per groep de antwoorden te bespreken.

6. Sluiting

+ 14- groepen
1. Na de opening introduceert u het thema van de Treffer mbv. blz. 3. De waar / niet- waar vragen kunnen even kort besproken worden. ( +/- 1 minuut)
2. Hierna houden 3 jongeren een inleiding over het onderwerp van deze Treffer.
   - Jerobeam door God geroepen
   - Jerobeam van God afgedwaald
   - Jerobeam door God gewaarschuwd
Hiervoor kunnen ze de tekst uit de Treffer gebruiken.
3. Vervolgens kunt u met de groep de vragen van blz. 4, 5, 6 en 7 bespreken. De drie jongeren kunnen dit eventueel ook zelf doen.
4. Na de pauze worden de pagina’s 8 en 9 gelezen en besproken. Geef de jongeren veel ruimte voor gesprek en discussie!
5. Als afsluiting kan de bijbelstudie worden gemaakt. De vier personen waarover de bijbelstudie gaat kunnen over 4 groepen worden verdeeld. Elke groep behandelt een persoon. Geef ze hiervoor ongeveer 10 minuten. Zijn ze eerder klaar dan kan de puzzel van blz. 12 worden gemaakt. De antwoorden die per groep gevonden zijn kunnen gezamenlijk besproken worden.
6. Sluiting

Toelichting op de vragen

Toelichting bij pagina 3
1. Waar, zie 1 Koningen 11 : 26
2. Waar, zie 1 Koningen 12 : 20
3. Niet waar, zie 1 Koningen 14 : 7-9
4. Waar, zie 1 Koningen 11 : 31
5. Waar, zie 1 Koningen 12: 28
6. Niet waar, zie 1 Koningen 14 : 12 en 13

Toelichting bij pagina 4

Achtergrondinformatie
Afgodendienst
De afgodendienst is niet zomaar opeens gekomen. Het is begonnen met de vreemde vrouwen van Salomo. Hij liet toe dat zijn vrouwen uit andere landen, met andere godsdiensten hun eigen goden meenamen om hen te vereren. Aan het eind van zijn leven lukt het hen zelfs koning Salomo zo ver te krijgen dat hij heiligdommen laat bouwen voor die goden. Door de afgodendienst officieel toe te staan stort koning Salomo zijn volk in het verderf. Hij gaat hen immers voor op de verkeerde weg.
Toch heeft de Heere hem vergeven. In 2 Samuël 7 : 14 en 15 zegt de Heere dat Hij Salomo tot een Vader zal zijn en dat Hij Zijn goedertierenheid niet van hem zal laten wijken, zoals dat bij Saul het geval was.

Verblinding en dwaasheid
De Heere verblindt het verstand van Rehabeam. De jonge koning luistert naar de ijdele raad van zijn leeftijdsgenoten en daardoor vervreemd het volk van hem. Zo werkt hijzelf in de hand dat het volk Jerobeam als koning wil hebben in plaats van hem.
1. Het rijk wordt uiteen gescheurd om de zonden van Salomo. In 1 Koningen 11 : 33 wordt genoemd voor welke goden Salomo zich heeft neergebogen en het volk met hem.
2. Om Davids wil zal de Heere dit pas doen als Salomo al gestorven is. In vers 34 wordt genoemd dat David de inzettingen en geboden van de Heere wel gehouden heeft. Met de twee stammen die voor het huis van David behouden blijven zorgt de Heere ervoor dat de lijn in het geslacht doorgaat. Het vervallen koningshuis zal blijven bestaan tot de komst van de Messias. ( na de ballingschap zonder troon!)
3. De zonden van de vaderen zullen bezocht worden aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht. Er is een afglijding in de zonden zichtbaar. Het gaat in de geschiedenis van het tien-stammenrijk van kwaad tot erger. Elke keer weer opnieuw lezen we dat de koningen ‘gezondigd hebben meer dan de anderen die voor hen geweest waren.’
4. Nee, dat is niet oneerlijk. Dit geldt namelijk als er in de zonden wordt verder geleefd. In Ezechiël 18 wordt gezegd dat wanneer de goddeloze zich bekeert zijn ziel in het leven zal behouden worden.
Ook in het tweede gebod zelf staat er nog wat bij: Hij doet barmhartigheid aan duizenden dergenen die Hem liefhebben. In Zijn straffen telt de Heere maar tot het derde of vierde geslacht. In Zijn zegeningen tot duizenden!
In Ezechiël 18 wordt daar uitgebreid op ingegaan. Met name vers 19 is belangrijk. Daar wordt gevraagd: Waarom draagt de zoon de ongerechtigheid van zijn vader niet? Het antwoord dat Ezechiël in opdracht van God geeft is dit: de zoon die recht en gerechtigheid heeft gedaan en al Mijn inzettingen heeft gehouden zal gewisselijk leven. In vers 20 gaat het verder. De zoon zal de ongerechtigheid van zijn vader niet dragen en de vader niet van zijn zoon.

Toelichting bij pagina 5

Achtergrondinformatie
Angst
Jerobeam wordt bang. Hij vreest dat het volk Israël van hem zal afvallen. Waarom? De Heere had hem een blijvend koningschap beloofd. Toch is hij bang. Hij voldoet namelijk niet aan de eisen die God gesteld heeft: Hem dienen. Die vrees kan alleen weggenomen worden door oprechte bekering.

Eigenwillige godsdienst
God wil maar op één plaats gediend worden. Jerobeam stelt een godsdienst in naar eigen goeddunken. Op alle menselijk bedachte godsdienst rust de toorn van God. Hoe vroom het ook mag lijken.

Loofhuttenfeest
Het Loofhuttenfeest heeft God ingesteld tijdens de woestijntocht van Israël. Het herinnert aan de tijd waarin God op een wonderlijke manier voor hen zorgde. Zeven dagen lang wonen ze in een tent van takken van palmen, mirten en wilgen. Ze brengen ook extra offers. Dit feest valt samen met de oogst van druiven en olijven. Het is een vrolijk dankfeest voor Gods aangezicht.

1. Er staat letterlijk: ‘dewelke hij uit zijn hart verdacht had.’
Dat betekent dat hij die datum zelf koos, wanneer het hem uitkwam of schikte. Hij houdt geen rekening met Gods inzettingen of met de traditie van het volk. Hij rekent alleen met zichzelf. Niet alleen wat de datum betreft, maar ook de hele instelling van zijn zelfgemaakte ‘eredienst’. Hij kiest zelf priesters uit, niet uit de stam van Levi en hij offert zelf, terwijl dat niet mocht.
2. Dat kan op heel veel manieren. Probeer niet te moeilijk te denken. Hele simpele dingen die de jongeren zelf meemaken of doen zijn:
   - Kleding bij het naar de kerk gaan, ‘ons heiligen is niet nodig, zo kan het ook wel’.
   - Uit de Bijbel lezen? Met alleen een dagboek volstaat het ook.
   - Twee keer naar de kerk? 1 keer is ook wel genoeg.
3. Hij vertrouwt niet op wat de Heere hem beloofd heeft, nl. dat zijn koninkrijk bestendig zal zijn. Hij wordt bang voor wat er misschien zou kunnen gebeuren en probeert zijn koningschap zeker te stellen. Hij zorgt daarom zelf voor heilige plaatsen en stelt een nieuwe vorm van Loofhuttenfeest in.
4. Abraham die Hagar als bijvrouw neemt, Abraham die in Egypte Sara zijn zuster noemt. Izak die in Gerar hetzelfde doet, Rebekka en Jakob die Izak bedriegen. Andere voorbeelden: Petrus die zegt de Heere Jezus niet te kennen om zo zijn leven te redden, Mozes die op de rots slaat in plaats van er tegen te spreken.

Toelichting bij pagina 6

Achtergrondinformatie

Vreze des Heeren
Abia vreest de Heere en dat komt openbaar. Abia is de enige van het hele geslacht van Jerobeam die de Heere vreest.

Verbondskind
Alle kinderen van Israël zijn verbondskinderen. Alleen van dit kind wordt gezegd dat het de Heere vreesde. Dat wil niet zeggen dat alle andere kinderen verloren zijn gegaan. Het wordt van Abia gezegd in onderscheid van zijn familie. Als kinderen van Godzalige ouders op jonge leeftijd sterven belijden we, dat zij uit kracht van het genadeverbond voor uitverkoren en zalig gehouden moeten worden. (DL 1 art. 17)

Doen zondigen
Van Jerobeam lezen we meer dan twintig keer dat hij ‘Israël zondigen deed’. De koningen van het tienstammenrijk volgen zijn voorbeeld. De afgoderij is de hoofdoorzaak van de wegvoering naar Assyrië in 722 voor Chr. ( 2 Koningen 17 : 21-23).

Sloeg hem
Het einde van Jerobeam was dat de Heere hem ‘sloeg’ zodat hij stierf. In de verklaringen lezen we dat Jerobeam ziek werd. De Heere sloeg hem met een ongeneeslijke ziekte. Die ziekte werd uiteindelijk zijn dood.

1. Josia breekt het altaar en de heilige plaatsen van Jerobeam af en laat het verbranden.
2. Jerobeam, de zoon van Nebat, dewelke Israël zondigen deed.
3. Hij nam het volk mee in zijn kalverdienst in Dan en Bethel.

Toelichting bij pagina 7
1. De Heere kan ons waarschuwen door ernstige roepstemmen. Dat kan zijn door een ongeluk, een sterfgeval of een andere ingrijpende gebeurtenis in je directe omgeving. Of in het wereldgebeuren, denk aan de tsunami, aardbevingen en dergelijke.
2. De Heere hoeft niet alleen door ernstige gebeurtenissen ons te roepen. In de eerste plaats roept de Heere ons door Zijn Woord. Daarnaast gebruikt de Heere ook ernstige roepstemmen zoals in de vorige vraag werd bedoeld. De Heere kan ook roepen door juist heel blijde dingen. Voorspoed bijvoorbeeld komt van de Heere, het roept op om de Gever ervan te dienen.

Toelichting bij pagina 8
1. Mozes, Samuël, David, Daniël, Johannes de Doper, Timotheüs.
2. Mozes aan het hof van de Farao. Levend als een prins, maar in zijn hart een Israëliet.
Daniël in ballingschap.
De vrienden van Daniël,
Obadja aan het hof bij koning Achab.
3. Het geloof in de verdienste van Christus. Artikel 22 van de NGB zegt het zo: Het geloof:
• omhelst Jezus Christus
• omhelst al zijn verdiensten
• maakt Christus eigen
• zoekt niets anders meer buiten hem
Geloven in Christus is de beloften van het evangelie voor waar houden, vertrouwen dat die beloften waar zijn. Wie gelooft bouwt niet op zichzelf maar op het verlossingswerk van Christus en vertrouwt dat Christus zijn Heiland is. Een wezenlijk kenmerk van het geloof is dat het rust in Christus alleen.

De laatste drie vragen van deze pagina zijn persoonlijk.

Toelichting bij pagina 9
1. Dat zijn er veel. Een paar aansprekende personen zijn: Simson, Samuël, Mozes, Izak, Jakob en Ezau.
2. Laat de jongeren zelf dingen opnoemen die er volgens hen bijhoren. Zaken als bijbellezen, samen bidden, naar de kerk gaan, christelijke school, positieve sfeer in het gezin, eerlijkheid, en dergelijke horen er allemaal bij. Het voorleven door de ouders is ook belangrijk punt.

De laatste drie vragen zijn persoonlijk. Laat voldoende ruimte om te discussiëren. Lok ze uit door vragen als:
“Stel: je ouders willen op zaterdagavond de week besluiten. Je moet daarom om tien uur thuis zijn. Wat zeg je?”
Of:
“Zondagochtend uit de kerk. Jullie komen thuis en je wilt in een spannend boek beginnen. Je vader zegt, leg eens even weg. We praten eerst over de preek. Wat doe je?”
Probeer wel positief te blijven. De discussie mag niet verzanden in een negatieve klank wat betreft godsdienstige opvoeding. Geef het voorbeeld van Samuël. De opvoeding van Hanna heeft zijn waarde gehad. En stel daar tegenover Eli, die zijn zonen niet eens ‘zuur aanzag’. Wat is er van die jongens terechtgekomen.

Toelichting bij pagina 10 en 11
Samuël
1. Als zij hem gespeend had, dwz. Als de borstvoeding gestopt is en het kind vast voedsel te eten krijgt. Dat was in die tijd ongeveer wanneer het kind drie of vier jaar was.
2. Hij bad de Heere aan.
3. Zij kenden de Heere niet en hielden zich niet aan de regels voor het offeren. Zij namen o.a. zelf het beste stuk vlees, terwijl dit voor de Heere bestemd was.
4. Dat is enkel en alleen genade van de Heere. Hij zorgt ervoor dat Samuël hoe jong hij ook is zich niet laat beïnvloeden door wat er om hem heen gebeurt.
5. De meeste zullen het moeilijk vinden. Denk alleen maar aan bidden voor je eten terwijl niemand anders het doet.
6. Er wordt door ouders vast gewaarschuwd voor plaatsen waar ze naartoe gaan in het weekend, gebruiken van lelijke woorden, ongeïnteresseerde houding in de kerk, niet opletten op de catechisatie.

Daniël
1. Daniël neemt zich voor om zich niet te verontreinigen door het eten van onreine dingen.
2. Hij weet niet zeker of het onrein eten is. Van sommige dingen zal hij het kunnen zien, maar niet van alles. Daarom vraagt hij de overste van de kamerlingen om er helemaal niet van te hoeven eten. Zo zal hij zich ook niet onbewust verontreinigen.
3. God gaf Daniël genade en barmhartigheid voor het aangezicht van de overste van de kamerlingen. Daniël kwam om het zo te zeggen in de gunst bij deze man.
4. De Heere gaf hem wijsheid en verstand, meer dan de andere jongens die ook werden opgeleid.
5. Uitnodigingen van vrienden naar gelegenheden waar jij niet mag komen, denk aan film, klassenfeesten, e.d.
6. Persoonlijk. Geef eventueel een actueel voorbeeld, bijv. de verdrukte kerk in China, Noord Korea, waar nog steeds mensen om hun geloof worden gearresteerd en gemarteld.

Johannes de Doper
1. Johannes zal met de Heilige Geest vervuld worden, al in de baarmoeder.
2. Door de Heilige Geest ‘weet’ het kind dat de moeder van de Zaligmaker, die Hem draagt, voor hen staat. Het kind springt op van vreugde zegt Elizabeth in vers 44.
3. Ja. Er kwam een vrees over allen die de geschiedenis hoorden. Ze zeiden ook tegen elkaar: wat zal toch dit kindeken wezen? Ze merkten iets bijzonders, maar wisten blijkbaar niet wat het zou zijn.
4. God leidt en leert hem door Zijn Geest.
5. Dit kun je merken aan hun leven. Ze laten zien hoe groot God is, door erover te spreken bijvoorbeeld. Zij volgen het voorbeeld van Christus wat betreft naastenliefde, goede werken, barmhartigheid, vriendelijkheid, ze spreken goed van God.
6. Soms kun je het gevoel hebben dat de Heere ‘met je was’. Dat kan zijn tijdens een ziekte, of dat Hij je spaarde bij een ongeluk. Mensen praten dan al gauw over een ‘beschermengel’. Het is de Heere Die jou bewaarde.

De Heere Jezus
1. God bereidt de Heere Jezus voor op Zijn taak. Hij wordt gesterkt in de geest om Gods wil te kunnen en te willen doen. Hij wordt vervuld met wijsheid, levenswijsheid die bestaat in het vrezen van de Heere. Over dit alles is de genade van God. Hij zegent dat met Zijn genade.
2. Eert uw vader en uw moeder.
3. Ja, de Heere Jezus moet Zich daar ook aanhouden. Jozef en Maria vergeten dat Jezus Gods Zoon is. Hij moet dus God meer gehoorzamen dan hen. De Heere Jezus houdt het vijfde gebod juist wel als Hij in de tempel, het huis van Zijn Vader, is. Hij zegt tegen Jozef en Maria: wist gij niet dat Ik moest zijn in de dingen van Mijn Vader? Hij bedoelt: u weet toch wel dat Ik daarvoor gekomen ben?
4. Soms kan het niet anders dan ongehoorzaam zijn aan mensen, omdat je niet tegen Gods geboden in wil gaan. Petrus doet dat in Handelingen 5. Hem wordt gezegd dat hij niet meer over de Heere Jezus mag spreken. Petrus kan niet gehoorzamen, hij moet de opdracht van de Heere Jezus uitvoeren: Gaat heen, onderwijst al de volken.’
5. In onze vaak ‘beschermende’ reformatorische cultuur komt ongehoorzaamheid aan het aardse gezag misschien niet zo heel veel voor. Wanneer de jongeren meer in aanraking komen met andersdenkenden wordt dat heel anders. Bepaalde opdrachten op openbare scholen, bijv. werkstukken voor muziek over popsterren, mogen onze jongeren weigeren te maken. Het gaat in tegen Gods geboden.

Toelichting bij pagina 12

Antwoorden van de puzzel:
1. Jerobeam
2. Salomo
3. Egypte
4. Tien
5. Bethel
6. Profeet
7. Oudste
8. Samuël

Als de antwoorden goed zijn ingevuld lees je van boven naar beneden de naam van het eerste bijbelboek uit het Nieuwe Testament, Mattheüs.

In Mattheüs 6 : 33 staat: Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 2006

Treffer | 20 Pagina's

Aanwijzingen voor het gebruik van de Treffer

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 2006

Treffer | 20 Pagina's