JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De roeping van jesaja

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De roeping van jesaja

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jesaja betekent: De Heere heeft heil verschaft. Zijn naam past bij zijn arbeid.

Over zijn persoonlijk leven weten we weinig. Hij is gehuwd geweest, er waren 2 zonen: 7:3; 8:3,18.

Jesaja was een stedeling, hij woonde in Jeruzalem: 7:3; 22:15; 28:14. Koninklijke afkomst? Niet voldoende grond voor aanwezig, om dit aannemelijk te achten. Zijn profetische arbeid stond in nauw verband met het koningshuis van David (verhouding tot Hiskia, hfdst. 36-39!). In ieder geval moet hij een man van hoogstaande ontwikkeling geweest zijn, getuige zijn verfijnd taalgebruik.

Tijd van zijn optreden

Ten tijde van de achtereenvolgende koningen: Uzzia, Jotham, Achaz en Hiskia (1:1). In Uzzia's sterfjaar geroepen tot profeet (6:1) dit was ong. 740 v. Christus. Sanherib viel Hiskia aan in 701; ook dan horen we nog van Jesaja's prediking (37:5).

Tijdsomstandigheden

Hier moeten we in ons onderwerp slechts summier op in gaan. Toch mag een plaatsen-in-de-tijd niet ontbreken. Bestudeer daarom de inleiding, die in elke verklaring vooraf gegeven wordt.

Een kort en duidelijk overzicht is bv. te vinden in de Korte Verklaring van Jesaja (deel I, blz. 6-12).

In deze schets, die uiteraard het begin van Jesaja's werkzaamheid behandelt, mag hierop echter niet de nadruk liggen.

Jesaja's roeping

In hfdst. 6 vinden we de beschrijving van de roeping tot het profetenambt. Waarom niet in hfdst. 1 ? Men bedenke, dat de profetenboeken veelal verzamelingen zijn van verschillende profetieën; misschien stond Jes. 6 oorspronkelijk aan het begin van zo'n verzameling en heeft Jesaja later hier nog een groep profetieën aan vooraf laten gaan, terwijl de volgorde bleef, zoals ze nu nog is.

Jes. 2-5 geeft duidelijk aan, hoe de toestand van het volk was. Ga bv. de volgende teksten eens na: Jes. 2:6,7,8,20; 3:16,18-23; 5:8,11,12,18,20-23. De grote goddeloosheid springt onmiddellijk in het oog. Lees 5:25: „Daarom is de toorn des Heeren ontstoken tegen Zijn volk ..." Tegen deze achtergrond moeten we Jes. 6 wel zien. Hierin treedt vooral de heiligheid van God op de voorgrond. Daartegen steken de zonden van Zijn volk schril af!

De heiligheid des Heeren

Lees Lev. 19: 1,2: „Gij zult heilig zijn, want Ik de Heere uw God ben heilig." Gods heiligheid houdt voor het volk een heilige levenshouding in. Ga daarom in het onderwerp wat nader in op het begrip heiligheid.

Jesaja noemt God soms: De Heilige Israels. Het woord betekent: afgescheiden, afgezonderd zijn; we moeten het woord altijd in verband met God zien. Niets of niemand is op zichzelf heilig, maar kan het wel zijn door de relatie tot God. God is heilig, omdat hij God is. Het begrip „heilig" vindt zijn grond in God Zélf. Heiligheid komt vooral daar tot uiting waar God woont, waar de cultus beoefend wordt (in Jes. 6 herinneren verschillende dingen aan Jeruzalems eredienst in de tempel; het roepingsvisioen vond ook in de tempel plaats!).

Heiligheid hangt nauw met majesteit samen. Ga na in dit hfdst. waaruit dat blijkt.

Door de heiligheid Gods ziet de mens, wiens ogen daarvoor geopend zijn, de afstand tussen het schepsel en de Schepper. Jesaja zegt: „Wee mij, want ik verga . . ." Jesaja kan niet anders dan Gods heiligheid er- kennen, dat wil ook zeggen, er rekening mee houden. Zijn uitroep: „Want ik verga" laat ook zien, dat Gods heiligheid als een vuur verschroeiend op de mens, de zondaar, inwerkt. Er is echter ook een ander aspekt in de heiligheid Gods. Prachtig is de opmerking van Dr. J. Ridderbos: „Als Heilige is Hij voor de ongeroepene ongenaakbaar, maar doet Hij ook — in de weg der verzoening — tot Zich naderen wien Hij wil (Zijn verkoren volk, Zijn verkoren priester of profeet)". Dit laatste zien we nu ook bij Jesaja. Jesaja kan niet zonder méér komen; slechts door verzoening is dit mogelijk (vs.6).

Jesiaja gezonden

Jesaja kan alleen profeet zijn, nadat Hij door God ontzondigd is, verzoend is met God.

Dan keren de rollen om. Eerst angst en vrees, nü onmiddellijke bereidheid om te gaan in de dienst des Heeren: vs. 9. Zijn lippen zijn gereinigd, zij kunnen nü getuigen van de heilige God.

(Ga het verschil in reaktie eens na bij Mozes, Jesaja en Jeremia).

De taak van de profeet

'n Moeilijke taak! Zijn prediking zal slechts tot verharding leiden bij het volk. Lees vs. 10: Het woordje „opdat" valt op. Dit moeten we niet trachten wég te verklaren. Het staat er, en 't is een moeilijk woord voor Jesaja, die toch ook zijn volk liefhad. Jesaja moet zijn volk... rijp maken voor het gericht! Dat gericht wordt ons in vs. 11 beschreven.

Pas aan het eind van Gods antwoord aan Jesaja breekt het licht als 't ware slechts aarzelend door; als het volk neergeveld is zoals een boom, zal er toch nog een tronk overblijven, waaruit een nieuwe boom — het nieuwe Israël — voortkomt.

Israël vervalt aan het gericht, maar blijkt toch onvergankelijk !

Literatuur:

Korte Verklaring van Jesaja, deel I, Kok, Kampen.

Het Godswoord der profeten II — Jesaja — Dr. J. Ridderbos; Kok, Kampen.

Geschiedenis der Godsopenbaring I — Dr. F. L. Bakker; Kok, Kampen.

Dachsel en Henry op het betreffende hfdst.

Discussievragen:

1. Welke betekenissen heeft „vuur" in bijbels verband?

2. Wordt Jesaja gedwongen om te gaan?

3. Waarom zegt Jesaja direkt ja?

4. „Ziende niet zien en horende niet horen"; waar komt dit in de Bijbel nog meer voor?

5. Alleen nadat de seraf Jesaja's lippen had aangeraakt, kon hij het profetisch ambt op zich nemen. Wat betekent dit voor ons in deze tijd (ik denk in het bijzonder aan de predikanten) ?

6. Wat zou de oorzaak zijn van het gebrek aan schuldbesef, dat ons mensen zo kenmerkt ?

7. Kunnen (mogen) we getuigen, in welke vorm ook, zonder roepingsbesef?

8. Hoe moeten wij als christenen het „weest heilig" in deze wereld trachten te beoefenen ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's

De roeping van jesaja

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's