In gesprek...

Lees het onderstaande gesprek aandachtig door!

Beantwoord daarna de vragen n.a.u. dit gesprek.

A: Aan de overtreding van het zesde gebod heb ik me eigenlijk nooit echt schuldig gemaakt.

B: Denk je dat? Ik denk dat je bedoelt dat dit nooit in daden gebeurd is.

A: Inderdaad... ik heb nog nooit een moord begaan.

B. En wat van het nijdig worden op een ander?

A: Ja, maar wie wordt er nooit eens een beetje boos? Daar heb jij toch ook wel eens last van? Maar dat kun je niet vergelijken met doodslag!

Ik denk dat jij te gemakkelijk spreekt over het zesde gebod. Dat doen ze in ons land allemaal. Let maar op de krant.

A: Je bedoelt het verhaal van die man die een dodelijk ongeluk heeft veroorzaakt. Hij mag zes maanden niet achter het stuur, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Vervolgens ontvangt hij een werkstraf van 60 uur (zie pag. 23). Dat is toch geen straf meer voor zo'n aangrijpende gebeurtenis.

B: Wanneer de Nederlandse overheid harder zou optreden tegen moord, zou jij veel zwaarder denken over overtreding van het zesde gebod.

A: Daar ben ik het niet mee eens. Dat heeft er toch niets mee te maken. Ik denk zelf zwaar genoeg over de overtreding van het zesde gebod. Weet je wat ik vind? Ze moeten in Nederland de doodstraf opnieuw invoeren. Die twee mannen van 34 en 36 jaar die in Arnhem Ozan Ardic hebben vermoord, moeten ook met de dood worden gestraft.

B: Nou, nou... rustig een beetje. Je weet de achtergronden niet, bovendien vind ik dit wel erg wreed. Je moet dan toch wel heel duidelijk weten of iemand wel of geen moord heeft begaan. A: En jij verwijt mij dat ik lichtelijk over het

A: En jij verwijt mij dat ik lichtelijk over het zesde gebod denk! Kom nou... Ik zei alleen maar dat dit een gebod is waaraan ik me nog nooit echt schuldig heb gemaakt. En wat de doodstraf betreft: ik ben heel bijbels bezig. B: En boos worden mag?

B: En boos worden mag?

A: Nee, natuurlijk niet, maar dat is geen 'moord".

Vragen

1. Er komen verschillende onderwerpen aan de orde in het bovenstaand gesprek.

a. Op welke punten ben je het niet met A eens?

b. Op welke punten ben je het niet eens met B?

c. Op welke punten ben je het met A eens?

b. Op welke punten ben je het eens met B?

2. Wat is je mening over het krantenbericht "Werkstraf voor veroorzaker van dodelijk ongeval"? Betrek hierbij de mening van A.

3. Wat is je mening over het hanteren van de doodstraf? Betrek hierbij de mening van A en B.

4. A is van mening dat hij zich nooit "echt schuldig" gemaakt heeft aan het zesde gebod.

a. Kun jij dat ook zeggen? Motiveer je antwoord.

b. Is "boos worden" zonde tegen het zesde gebod? Motiveer je antwoord.

5. Voorzie het gesprek van teksten uit de Bijbel of delen uit de belijdenisgeschriften waaruit blijkt dat A en/of B (geen) gelijk hebben.

6. a. Welke fout maakt A in zijn beredeneringen?

b. Welke fout maakt B in zijn beredeneringen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen