Simson, een kind van het wonder
Achtergrondinformatie
1 . De tijd van de richters
Onder Jozua heeft het volk als één man het land Kanaän veroverd. Alle stammen hebben eensgezind de Kanaänietische volken en koningen verdreven. Maar na de dood van Jozua verandert het. De stammen vallen als los zand uit elkaar en men laat na de nog overgebleven heidense volken uit te roeien. Lees Richt. 3: 1-7 en Deut. 7: 16.
In plaats van strijdvaardigheid komt er een geest van slapheid en verdraagzaamheid over hen, een verbroedering met de heidense volken. Zij nemen hun meisjes zich tot vrouwen en dienen hun goden: de Baäl en Astarte (resp. de god en godin van de vruchtbaarheid). Ook doen ze mee aan de zedeloze praktijken die hiermee gepaard gaan (schandjongens en schandmeisjes). De zonde van Simson net de heidense vrouw Delila is de zonde van het hele volk Israël. De verbondszegen die de Heere heeft beloofd (Deut. 28: 1) als zij Hem gehoorzamen, zal niet komen, maar Zijn vloek zal hen treffen (Deut. 28: 15). Zijn straf komt: honger, dorst, naaktheid, gebrek en een ijzeren juk van de vijand (Deut. 28: 47 en 48). Op hun noodgeschrei zendt de Heere richters om hen te verlossen, maar na de dood van de richter valt het volk weer terug in de zonde en maakt het erger dan tevoren. Deze ontrouw doet echter Gods trouw niet teniet. Hij gaat ongevraagd en op wonderlijke wijze een richter afzonderen: Simson.
2. De Filistijnen
De Filistijnen vomen een volk dat waarschijnlijk ten dele afkomstig is uit Egypte en ten dele uit Kreta. Zij wonen in het zuidwesten van Kanaän. Een tijdlang heeft Juda de steden Gaza, Askelon en Ekron in bezit gehad, maar ze zijn weer heroverd door de Filistijnen die nu ook de gehele kuststrook en een deel van het bergland in bezit hebben genomen. Het zijn roofzuchtige en sterke strijders: een leger van 30.000 strijdwagens en 6.000 ruiters is ongekend groot voor die tijd. Bovendien zijn ze listig. Alle vaklieden en sneden zijn uit Israël gedeporteerd. Er is bijna geen zwaard meer in Israël te vinden. Hun ploegscharen en gereedschappen kunnen de Israëlieten zelf niet meer slijpen, zij moeten daarvoor naar de Filistijnen. Israël is verlamd en heeft de moed laten zakken, terwijl verzet tegen de Filistijnen hen een dwaasheid lijkt. Maar door Simsons verrassende en onbevreesde optreden krijgt het volk weer iets van moed terug. Simson begint Israël te verlossen. De Filistijnen zijn bang voor Simson. Zij proberen hem met list te vangen.
3. Nazireër
Een Nazireeër was een man of vrouw, die zich door een vrijwillige gelofte voor een bepaalde tijd volkomen aan de Heere wijdde. Voor hem golden drie voorschriften:
1. Hij moest zich onthouden van wijn en sterke drank, zelfs van azijn en druivesap. Alles wat aan gisting onderworpen was of door gisting verkregen werd, was hem verboden. Gods knechten mochten niet in vervoering raken door wijn of sterke drank, maar alleen door de Heilige Geest door wie zij zich alleen mochten laten leiden.
2. Hij moest elke aanraking met een dode vermijden. Zijn heiligheid mocht niet bevlekt worden door de onheiligheid van de dood. Deze bepaling heeft voor Simson niet gegolden, anders zou dit in tegenspraak zijn met zijn levenstaak (een begin te maken met de verlossing van zijn volk).
3. Hij mocht zijn hoofdhaar niet afscheren. De weelderige haargroei was een teken van de levenskracht, die door de Heilige Geest geschonken werd. Als men een Nazireeër zag, werd men er aan herinnerd: zo'n aan God gewijd leven behoorden wij allen te hebben.
In Num. 6, waar we lezen over het Nazireeërschap, is sprake van een tijdelijke en vrijwillige afzondering. Bij Simson heeft het Nazireeërschap een bijzonder karakter. Het is hem door God opgelegd en geldt voor zijn hele leven. Al is het tijdelijk verbroken (als zijn haar afgeknipt is), het is hem niet ontnomen. Tot zijn dood toe zal hij Nazireeër blijven (Richt. 3: 7).
4. De Engel des Heeren
Voor het eerst lezen we over de Engel des Heeren bij Hagar. Ook bij Mozes tijdens de woestijnreis is de Engel des Heeren aanwezig in de wolk- en vuurkolom. Dit was geen gewone engel. De Heere openbaarde zich op deze wijze in het Oude Verbónd. Jezus Christus is de "gezondene van de Vader". In het N.T. heeft Hij een lichaam aangenonen, maar in het O.T. openbaarde Hij zich af en toe onder de gedaante van een Engel. Manoachs vrouw noemt Hem een "Man Gods", een profeet, iemand met een bijzondere boodschap van God. Ook Mozes wordt in Deut. 33: 1 een man Gods genoemd.
Let er op dat Manoach en zijn vrouw steeds spreken over een "Man Gods", terwijl de schrijver van het Richteren-boek spreekt over de "Engel des Heeren".
Door het wonderlijke handelen en spreken van de Man Gods wordt bij Manoach en zijn vrouw het vermoeden steeds sterker met een Engel des Heeren te maken te hebben. Het lijkt wel alsof er dikke gordijnen voor hun ogen hingen, die één voor één wegschoven, tot het hen duidelijk is dat het de Heere is die met hen spreekt. Dan vallen zij op hun aangezicht ter aarde.
De naam "Wonderlijk" is een openbaring van Gods wezen. Alles wat God doet en spreekt is wonderlijk:
- als Hij een zoon schenkt aan een onvruchtbaar echtpaar,
- als Hij Zijn eigen Zoon schenkt aan een verloren wereld (Jes. 9: 5 Zijn naam is Wonderlijk....),
- als Hij het nieuwe leven schept in een dood zondaarshart.
De verschijning van de Engel des Heeren in deze geschiedenis is een bijzondere blijk van Gods gunst, dat Hij zich het lot van Zijn volk Israël nog aantrekt.
5. God zien en leven?
Nadat Mozes 40 dagen lang met God op de berg verkeerd heeft, begeert hij niet alleen Gods stem te horen, maar Hem ook te zien. Hij zegt dan: "Toon mij nu Uw heerlijkheid". Hij krijgt dan als antwoord: "Niemand zal Mij zien en leven". God bewoont een ontoegankelijk licht. Door het zien van Zijn heerlijkheid en heiligheid zou een mens verteerd worden. God zien zoals Hij is, is onmogelijk. Maar men kan wel God zien zoals Hij zich openbaart in Christus. Manoach is bang te zullen sterven nu hij deze verschijning gezien heeft. Zijn vrouw toont hier een beter inzicht te hebben en meer geloofskennis. Zij wijst haar man op het ongegronde van zijn vrees:
1. De Heere heeft ons offer aangenomen. Het vuur van het altaar heeft ons niet verteerd, maar de Engel is er in opgevaren naar de hemel. Zou God eerst het offer aanvaarden en daarna een mens doden?
2. De Heere heeft Manoachs gebed verhoord en de Engel voor de tweede maal gezonden. Zou Hij eerst verhoren en daarna verstoten?
3. De Heere heeft ons een zoon beloofd. Zou hij nu de ouders doden? Zou Gods belofte haar vervulling missen? Nee. De Heere handelt niet tegenstrijdig.
6. Simson
De naam Simson betekent: zonnig, of zonnekind. Zoals de zonsopgang een nieuwe dag en de bevrijding van de duisternis van de nacht aankondigt, zo klinkt in deze naam de verwachting door dat in dit kind de dageraad der bevrijding over Israël zal aanbreken. Denk maar aan het slot van het lied van Deborah: "Die de Heere liefhebben zijn als de zon, opgaande in haar kracht" (Richt 5: 31).
7. De Geest des Heeren op Simson
Al in zijn jeugd ondervindt Simson de bijzondere inwerking van de kracht van de Heilige Geest. Die neemt hem in bezit en drijft hem bij tijden zó, dat hij het thuis niet meer kan uithouden maar er op uit gaat. Dan voelt hij dat hij een andere roeping heeft en een bijzondere taak, die op hem wacht. Dan wordt hij, als een instrument van de Heilige Geest, tot bijzondere daden geprikkeld en bekwaamd.
8. Simson als type van Christus
1. Als Nazireeër. Simson is een afgezonderde, die rein en heilig voor God behoorde te leven, maar zo vaak in de strijd tegen de zonde onder ligt. Christus heeft volkomen rein en heilig geleefd, en zijn leven geheel aan God gewijd.
2. Als richter. Simson heeft zijn volk ten dele bevrijd van de vijanden, maar Christus zal Zijn volk volkomen verlossen en zalig maken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1981
Mivo -16 | 32 Pagina's
