Ook de schepping wordt vernieuwd
In de Groningse gierkelders zijn scheuren ontstaan, waardoor schadelijke stoffen weglekken die het grondwater vervuilen. De scheuren worden veroorzaakt door de aardbevingen, die een gevolg zijn van gaswinning in de regio. Een voorbeeld dicht bij huis van de schepping die zucht, als een vrouw in barensnood.
Paulus schrijft daarover in Romeinen 8 vers 18-22. Daar verbindt hij het verlangen van de schepping naar de verlossing met de hoop van Gods kinderen op de heerlijkheid die in de toekomst zal worden geopenbaard. Die is in de verste verte niet te vergelijken met het lijden in deze wereld (vers 18). Dat lijden van deze tegenwoordige tijd hangt nauw samen met de tijd waarin we nu leven. Deze tijd wordt getypeerd door de heerschappij van de zonde (zie ook Romeinen 1: 24-32). Door de zonde is de dood in de wereld gekomen. Door de zondeval is niet alleen de mensheid onderworpen aan de dood, maar ook Gods goede schepping. Daar lijden Gods kinderen onder. Zoals Lot in Sodom zijn rechtvaardige ziel kwelde, zo kwelt de gelovige zijn ziel als hij om zich heen de verwoestende werking van de zonde ziet, ook in de natuur. Verschrikkelijke milieuvervuiling, zoals de plastic soep in de oceanen. Onvoorstelbare ontbossing, omdat mensen de bomen en de grond nodig hebben voor de groeiende welvaart. Misstanden in de intensieve voedselproductie, om maar te kunnen blijven voldoen aan onze vraag naar goedkoop voedsel. Zich terugtrekkende gletsjers door de opwarming van de aarde. We hoeven geen lid van Greenpeace te zijn om het hiermee moeilijk te hebben.
Onderworpen aan misbruik
Maar niet alleen de mens lijdt, de hele schepping lijdt aan de gevolgen van de zonde. Adam en Eva hebben de door God goed geschapen wereld meegesleept in hun val. De mens gaat nu niet alleen onmatig en verkeerd om met de natuur, maar ook de schepping zelf is aangetast door de dood. Die is aan de ijdelheid, aan de zinloosheid onderworpen (vers 20). Hierin horen we de echo van het bijbelboek Prediker. De schepping zelf zit vol leven. Maar de dood maakt alles tevergeefs, zinloos. De schepping ondergaat dat niet vrijwillig, maar wordt daaraan onderworpen door de zonde van de mens (kanttekening 59 bij Romeinen 8: 20).
Want wij weten, dat het ganse schepsel tezamen zucht en tezamen als in barensnood is tot nu toe, zegt Paulus bij wijze van conclusie in vers 22. Het ‘samen’ wordt benadrukt. De diverse onderdelen van heel de schepping doorstaan ‘gezamenlijk’ het zuchten en de weeën. Dat klinkt heel sterk. Net als een zwangere vrouw, die de weeën noodgedwongen moet doorstaan, kreunend en zuchtend. Alles stemt samen in het gevoel dat de wereld niet is zoals ze moet zijn. Het is geen tevreden schepping. De pijn hierover klinkt door in de hele schepping.
Reikhalzend uitzien
Maar zoals een moeder door de weeën heen een kindje ter wereld brengt en daarna niet meer aan de pijn denkt, zo ziet ook de schepping uit naar de verlossing. Dat wordt vooral benadrukt in vers 21. Daar wordt de huidige situatie van de schepping beschreven met dienstbaarheid der verderfenis. Nu is de schepping onderhevig aan het verderf, aan de vergankelijkheid, de sterfelijkheid. Maar er is hoop. Hoop op bevrijding. Dan zal de schepping eindelijk komen tot het doel dat God met haar voorheeft, zoals Jesaja profeteerde in het Oude Testament (Jesaja 11: 6-10; 55: 13; 65: 25). Daar ziet de schepping reikhalzend naar uit.
Die bevrijding komt niet bij de mens vandaan. Die heeft juist de dood in de wereld gebracht. De bevrijding van de schepping komt bij God vandaan. Als de kinderen Gods geopenbaard worden (vers 19, 21), zal ook het schepsel zelf vrijgemaakt worden van de vloek die op de aarde rust (Genesis 3: 17). Dat zal zijn als de Heere Jezus terugkomt en Hij Zijn heerlijkheid in de gelovigen zal openbaren. Zoals met de zondeval van de mens de vloek over de aardbodem kwam, zo keert met de openbaring der kinderen Gods ook Gods heerlijkheid in de schepping weer terug! De heiligen zullen dan als koningen heersen op de aarde (Openbaring 5: 10). Een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont (2 Petrus 3: 13). Daarom ziet de schepping zo uit naar de verlossing, die zal komen als er met Christus’ komst een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal zijn.
Geen tegenstelling
Maar nu is het schepsel nog aan het verderf onderworpen. De hele schepping zucht en kreunt. Betekent dit dat we de aarde grenzeloos kunnen gebruiken en uitputten? Er komt tenslotte toch een nieuwe aarde? En het gaat primair toch om de verlossing van onze ziel? Uiteraard is er verschil. Vanwege de schuld voor God moeten wij mensen sterven, tenzij we wedergeboren worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden (1 Petrus 1: 3). Maar Paulus laat in Romeinen 8 zien dat er geen tegenstelling is tussen het schepsel en de kinderen Gods. Beiden zijn ze onderworpen aan de vloek vanwege de zonde. Beiden zullen ze dwars door de wereldweeën heen verlost worden en vernieuwd.
Ook al is de schepping door de zonde ernstig aangetast, het blijft Gods schepping, waarover de mens als rentmeester is gesteld. De opdracht om die te bouwen en te bewaren blijft ook na de zondeval (Genesis 3: 23). Niet om van de aarde weer een paradijs te maken, maar om al bouwend met intens verlangen uit te zien naar de verlossing. Wat zal dat een heerlijke dag zijn. Dan zullen van de zonde verloste zondaren eeuwig wonen op een van de vloek verloste aarde. In een schepping die teruggebracht zal zijn in zijn eeuwige lentebloei. Looft den HEERE, al Zijn werken, aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Loof den HEERE, mijn ziel (Psalm 103: 22).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2018
Eigenwijs | 24 Pagina's
