JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Leidinggevendenblad bij Treffer ‘Oud en Nieuwjaar.’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leidinggevendenblad bij Treffer ‘Oud en Nieuwjaar.’

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanwijzingen voor het gebruik:
Voor u ligt de Treffer over ‘Oud- en Nieuwjaar.’ Aanleiding tot het schrijven van deze Treffer zijn de berichten in het nieuws geweest over de onrust tijdens de jaarwisseling die de afgelopen jaren steeds meer toeneemt. Daarbij wordt opgemerkt dat er vooral veel onrust en vernielingen zijn op de biblebelt, het gedeelte van Nederland waar veel christelijke dorpen zijn. Als dat het getuigenis is, wat wij als christenen tijdens de jaarwisseling uitdragen naar de mensen om ons heen, wordt Gods Naam oneer aangedaan.

In deze Treffer staan we stil bij de jaarwisseling. We blijven niet alleen steken bij wat er allemaal mis kan gaan. Ook de kerkdiensten tijdens deze dagen komen aan de orde, er is een Bijbelstudie over Psalm 90 en we staan stil bij het hebben van goede voornemens aan het begin van een nieuw jaar.

Doel van de Treffer is dat jongeren:
- Nadenken over de manier waarop zij zelf Oud- en Nieuwjaar beleven
- Weten dat de onrust in ons land, en met name in christelijke dorpen, rond de jaarwisseling toeneemt
- Beseffen dat we hiermee ons christen zijn niet uitdragen op een goede manier
- Voelen dat we ook deze dagen moeten leven naar Gods Woord en dat we van elke dag rekenschap af moeten leggen voor de Heere
- Goede voornemens willen maken voor het nieuwe jaar en daarbij weten dat dit alleen kan in afhankelijkheid van de Heere

Programmasuggesties:

Lezen: Psalm 8, 90, 107, Klaagliederen 3,
Zingen: Psalm 8, 19, 90, 107

Ideeën voor +12 groepen:
- Opening
- Woordspin ‘Oud- en Nieuwjaar’ in laten vullen
- Inleiding door leidinggevende of jongere
- Pauze
- Werkvorm met de stellingen uit Treffer
- Goede voornemens opschrijven en delen met elkaar
- Sluiting

Ideeën voor +14 groepen:
- Opening
- Discussie over stelling van pagina 5
- Inleiding door jongeren
- Pauze
- Bijbelstudie
- Goede voornemens
- Sluiting

Toelichting op de vragen en opdrachten

Pagina 3
Deze pagina is bedoeld om te oriënteren op het thema. Met het verhaaltje waarmee de bladzijde begint, wordt meteen een heftig voorval neergezet. Misschien voor veel jongeren wat te sterk, maar het geeft aan dat het gebruik van vuurwerk niet zonder gevaar is. Deze bladzijde wil ook aanzetten tot nadenken over het gebruik van vuurwerk.
Vroeger werd vuurwerk afgestoken uit bijgeloof. De Germanen wilden er de kwade geesten van het afgelopen jaar mee verjagen en de goede geesten van het nieuwe jaar verwelkomen.
Vuurwerk is waarschijnlijk ontdekt door de Bengalen, een volk in Azie, maar het werd pas op grote schaal gebruikt door de Chinezen, aan het begin van onze jaartelling. Zij gebruikten het ook om boze geesten te verdrijven en deden dit bij religieuze gebeurtenissen. Vuurwerk vond snel zijn weg naar Europa. Aan veel hoven, onder andere aan het hof van Versailles werden hele spektakels met vuurwerk opgevoerd. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam het siervuurwerk.
Beide vragen worden gesteld om na te denken over het doel van het afsteken van vuurwerk. Wij doen het in Nederland niet meer om boze geesten te verjagen. Het is er voor veel mensen helemaal bij gaan horen. Vuurwerk en Oudjaar horen bij elkaar. Praat met de jongeren erover waarom zij misschien dit ook doen. Hierbij kan ook aandacht gegeven worden aan de enorme bedragen die ermee gemoeid zijn. Met de afgelopen jaarwisseling (’07-’08) is voor meer dan 60 miljoen euro aan vuurwerk de lucht in geschoten. Hoeveel geld geven de jongeren er aan uit? Is dit een verantwoorde manier van omgaan met je geld? Als je dit stelt tegenover het bedrag wat je uitgeeft aan goede doelen, hoe is dan de verhouding? Als je beseft dat ook je geld niet van jezelf is, maar we het van God hebben gekregen, moet dit er ook voor zorgen dat je er niet roekeloos mee omgaat. Het heeft alles te maken met het rentmeester zijn. En dat moeten we ieder op onze eigen plaats zijn.
Naast het geld wat er aan uit wordt gegeven, levert al het vuurwerk ook een enorme troep op. Het grootste deel is vast afval: hout, papier, kunststof en klei. In de oudejaarsnacht is de lucht vol met roet, zwaveldioxide, stofdeeltjes. Die verontreinigde lucht is vooral voor astmapatiënten vreselijk.
De woordspin op deze bladzijde is bedoeld om te brainstormen over het thema. Er zijn geen foute antwoorden mogelijk. ’t Gaat er maar om dat ieder opschrijft waar hij of zij aan denkt als het gaat om de jaarwisseling. Te denken valt aan de volgende kreten: vuurwerk, kerkdienst, oliebollen, tradities, herinneringen, nieuw begin, vernielingen, gezelligheid thuis of bij vrienden, …

Pagina 4/5

Deze pagina’s beginnen met een paar artikelen over de afgelopen jaarwisselingen. Elk jaar weer gebeurt er van alles. Politie en brandweer hebben de handen vol op die dagen. Naast ongelukken, is er ook veel vernielzucht en onrust. En dit neemt de laatste jaren alleen maar toe.

Vragen:
1. Je ziet in de stukjes dat het niet alleen gaat om vuurwerk, wat ongelukken veroorzaakt. Lees de artikelen nog eens en zet op een rij welke problemen er nog meer spelen bij de jaarwisseling.
In de artikelen worden de volgende dingen genoemd:
- zelf knutselen met vuurwerk
- geweld tegen de politie
- hinderen van hulpdiensten
- vernielingen
- illegaal vuurwerk
- invloed van alcohol en andere middelen In een van de artikelen worden jongeren van rond de 14 jaar genoemd, de leeftijd van de jongeren van de vereniging.

2. Wat vind jij hier zelf van?
Ga er met de jongeren op door hoe het komt dat het niet blijft bij alleen vuurwerk afsteken. Er is vaak alcohol in het spel. Mensen weten niet meer waar ze mee bezig zijn en alle remmen lijken los te gaan. Zelfs de hulpdiensten worden in hun werk gehinderd. Het tekeer gaan tegen de politie gaat lijnrecht in tegen het vijfde gebod. Daarin wordt ons geleerd dat we allen die over ons gesteld zijn alle eer moeten bewijzen. Ook de politie is over ons gesteld om de orde te bewaken.

Door de politieacademie is een onderzoek gedaan naar de onrust rond de jaarwisseling. Op internet is hiervan een uitgebreid rapport te downloaden. Conclusie in het rapport is dat er in gemeenten op de biblebelt meer schade wordt aangericht dan elders. De term biblebelt zal voor de jongeren toegelicht moeten worden. U kunt het ook gewoon houden bij de naam ‘christelijke dorpen.’

3. a. Is het waar dat christelijke jongeren minder mogen dan andere jongeren?
Op deze vraag kan heel verschillend worden gereageerd. Er zullen jongeren zijn, die het inderdaad zo ervaren als ‘minder mogen.’ En tot op zekere hoogte is het ook waar. Als christelijke jongere zijn er de grenzen die Gods Woord ons aangeeft. Dat betekent dat je zeker niet met alles mee kunt doen. Wanneer iets ingaat tegen de bijbel, tegen wat God van ons vraagt, kun je hieraan niet meedoen. Niet altijd is even duidelijk wat wel en niet mag. De ene persoon trekt de grens anders dan de andere. Wij hoeven niet over elkaars geweten te oordelen. Wel hebben we allen Gods Wet. Alles wat we doen, moeten we kunnen toetsen aan de tien geboden. En twijfel je of iets mag? Doe het dan niet! Waarom zou je op de rand gaan lopen? Blijf er liever bij vandaan.

b. Vind je dat jij als christelijke jongere (te) weinig mag?
Laat de jongeren aan het woord hoe zij het ervaren om ‘nee’ te moeten zeggen tegen dingen die niet mogen. Is het lastig? Laat je dingen omdat het van je ouders niet mag? Welke dingen vind jij zelf echt niet kunnen?

c. Als je de vorige vraag met ‘ja’ beantwoordde, welke regels vind jij overbodig?
Laat jongeren ook beargumenteren waarom ze bepaalde regels overbodig vinden. Geef hen de kans om zich uit te spreken. Maar wijs steeds weer terug naar Gods Woord.

Stelling:
Oudjaar is een gelegenheid waarop je de ‘regeltjes’ best iets losser mag nemen. Eén keer per jaar moet kunnen!
Wij moeten van al onze daden rekenschap afleggen bij de Heere. Daarbij zal geen onderscheid gemaakt worden op welke dag wij al die dingen gedaan hebben. In Mattheus 12 : 36 staat dat we van elk ijdel woord rekenschap af moeten leggen. Hoeveel te meer dan van al onze daden. In Prediker 11: 9 lezen we ‘en weet dat God u om al deze dingen zal doen komen voor het gericht.’ Deze tekst is niet bedoeld als dreigement. Wel als toetssteen. We mogen ons in de dagen van ons jong zijn verblijden zegt de Prediker. Maar als je God rekenschap af moet leggen, van wat je op de oudejaarsavond hebt gedaan, kun je dat dan?

Pagina 6/7

Op deze bladzijden denken we na over de kerkdienst die er wordt gehouden op oudejaarsdag. Het is een moment waarop we terugzien op het achterliggende jaar. Waarop we de zegeningen van dit jaar moeten tellen. Ziende op alle zegeningen moeten we ons voor de Heere verootmoedigen. Wie zijn wij dat Hij ons weer zoveel heeft gegeven? Hierbij kunt u Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus betrekken waarin het gaat over de voorzienigheid van God. Er zullen ook jongeren zijn, die moeilijke of verdrietige dingen meemaakten in het afgelopen jaar. De bespreking van deze Zondag kan dan best moeilijk zijn. Geduldig zijn in tegenspoed als je er zelf middenin zit, valt niet mee. ’t Is goed om er dan Bijbelse voorbeelden bij te nemen (denk aan Job bijvoorbeeld) en om ook de onmogelijkheid om dit in eigen kracht te kunnen aan te geven.
Houdt er rekening mee dat er jongeren bij kunnen zijn die het achterliggende jaar familie of vrienden verloren kunnen hebben door de dood. Dit kan veel herinneringen oproepen.

Stelling:
Echt dankbaar kun je alleen zijn, wanneer je God kent.
Inderdaad is de echte dankbaarheid één van de vruchten van de bekering. Wanneer je God niet kent, zul je ten diepste toch menen dat je er wel recht op had. Wie God kent, kent ook zichzelf en weet dat alles wat je krijgt genade is. Onverdiend! Dan ben je niet meer alleen blij met alles wat je krijgt, maar komt er een diepe dankbaarheid. En vanuit die dankbaarheid ga je ook leven als het goed is. Dan blijkt uit je leven de oprechte dankbaarheid tegenover de Heere.

Er wordt een klein stukje van deze bladzijde ingegaan op de wederkomst van Christus. Elk jaar dat voorbij is, brengt je daar een jaar dichterbij. Dit wordt niet verder behandeld. Wanneer u er wel uitgebreider op in wilt gaan, is het mogelijk om dit in een inleiding zelf verder uit te werken.

Vragen:
1. a. Welke roepstemmen kreeg jij dit jaar? Hier zullen verschillende antwoorden op komen. Er zijn roepstemmen die tot iedereen kwamen. Bijvoorbeeld door de preken op zondag, door het lezen in de Bijbel, door sterfgevallen in de gemeente, bijzondere dingen in het wereldgebeuren. Maar er zullen ook heel persoonlijke dingen zijn.
b. Welke zegeningen kreeg jij dit jaar? Denk aan gezondheid, kracht om naar school te gaan, leven in een vrij land, vrijheid van godsdienst. Maar er zijn ook in het persoonlijke leven veel dingen die ieder voor zich het beste weet.
c. Hebben de roepstemmen en zegeningen jou verandert dit jaar?
Dit is een heel persoonlijke vraag en zal niet zo makkelijk in de groep te beantwoorden zijn. Geef het de jongeren vooral mee om over na te denken. En om er de Heere een antwoord op te geven.
2. Is een preek op oudejaarsavond anders dan een preek op zondag? Zo ja, wat is dan anders?
Ten diepste maakt het geen verschil of het een oudejaarspreek is of een ‘gewone’ preek. Het doel van de preek is hetzelfde. ’t Gaat om de eer van God en om de zaligheid van zondaren. In een oudejaarspreek wordt wel vaak extra de nadruk gelegd op de ernst en de broosheid van ons leven.

Pagina 8/9

De Bijbelstudie op deze pagina’s gaat over Psalm 90. Vaak wordt deze Psalm met oudjaar gelezen. Het is een Psalm van Mozes waarin hij de eeuwigheid van God stelt tegenover de vergankelijkheid van de mens.

Vragen
1. Zeg eens in je eigen woorden hoe de situatie op dat moment met het volk van Israël is. De verspieders zijn zojuist teruggekomen die het land Kanaan hebben bekeken. Hun verslag is niet erg moedgevend, op dat van Jozua en Kaleb na. Het volk komt in opstand en zegt tegen Mozes dat ze beter in Egypte hadden kunnen blijven.

2. Wat zegt Mozes in Psalm 90 : 1-4 over God?
- God is van geslacht tot geslacht een Toevlucht geweest.
- God is al van eeuwigheid en Hij zal er tot in eeuwigheid zijn.
- De mens daarentegen is vergankelijk, God doet hem wederkeren tot verbrijzeling.
- Bij de Heere is geen tijd. Voor Hem zijn duizend jaren als één dag

3. a. Hoe is God voor het volk van Israel een Toevlucht geweest in de achterliggende jaren? Er is al heel wat gebeurd op het moment waarop Mozes deze Psalm maakt. God heeft het volk in Egypte bewaard. Ondanks de onderdrukking door Farao, breidde het volk steeds meer uit. God zond Mozes om hen te verlossen. De meeste plagen die de Egyptenaren troffen, gingen het land Gosen waar de Israëlieten woonden voorbij. Bij de Rode Zee maakte God een pad voor Zijn volk. Op de reis door de woestijn gaf Hij een wolk- en vuurkolom om hen de weg te wijzen. En om hen eten te geven, zond de Heere kwakkelen en manna. Hij liet hen niet omkomen, alhoewel het volk snel mopperde.
b. Er wordt wel eens gezegd dat de Heere werkt in de lijn van de geslachten. Wat betekent deze uitdrukking?
Je ziet nogal eens dat er in één familie meerdere mensen een nieuw hart hebben. Een vader of moeder, hun kinderen enz. Dat zie je soms terug in een geslacht van ouders op kinderen. Het is als het ware een draad, een lijn die door de familie, door het geslacht loopt.
c. Kun je uit de Bijbel hier voorbeelden van noemen? (zie bijvoorbeeld 1 Samuël 1 Moeder Hanna - Samuël, 2 Tim 1 : 5 Paulus – moeder Eunice – grootmoeder Louis)
d. Weet je ook voorbeelden uit de Bijbel van mensen die God dienden en in hun familie (bijna) niemand hadden die ook God liefhadden? (Zie bijvoorbeeld Ruth 1 Ruth kwam uit Moab en diende de goden van Moab. Maar toen ze met Naomi meeging, diende ze van harte de God van Israël.)
e. Wat betekent dit voor jou?
Wanneer de jongeren in hun eigen families kinderen van God hebben, mag hun gebed wel zijn of de Heere die lijn door wil trekken en ook hen niet voorbij wil gaan. Deze uitdrukking mag echter niet ontmoedigen wanneer er jongeren zijn die dit niet zo aan kunnen wijzen in hun familie. De Heere is niet gebonden en kan ook bij jou een begin maken.

4. In vers 4 lees je dat duizend jaren bij de Heere zijn als een dag en als een nachtwake
a. Wat zegt dit over de Heere?
Dat Hij van eeuwigheid tot eeuwigheid is. Voor de Heere is er geen tijd.
b. Het woord ‘nachtwake’ kennen wij niet meer zo. Zoek Markus 13 : 35 eens op. De nacht is verdeeld in vier ‘waken’. Zoek ze alle vier op in dit vers.
- ’s avonds laat
- middernacht
- met het hanengekraai
- in de morgenstond.
Eigenlijk geeft dit nog sterker aan dat wat bij ons heel lang duurt, voor de Heere als niets is. Eén wake van de nacht is eigenlijk niks. Dat is zo om. Zo zijn voor de Heere duizend jaren.

5. In vers 5 en 6 vergelijkt Mozes het leven van de mensen met gras.
a. Wat zegt hij over het gras in de morgen?
In de morgen bloeit het.
b. Wat betekent dit?
De morgenstond zijn de jaren waarin je jong bent. De jaren waarin je kracht hebt, waarin je groeit en veel dingen kunt doen. Je bent als het ware in de bloei van je leven.
c. Wat schrijft Mozes over het gras als het avond wordt?
Dan verdort het gras. Het wordt dor en droog.
d. Wat betekent dit?
We blijven niet altijd in de bloei van ons leven. Na die periode (en ’t is te vergelijken met een dag, het is maar even) vergaat ons leven. Onze krachten worden minder en tenslotte zullen we sterven.

6. a. Zoek uit de Bijbel een aantal mensen op die al jong zijn gestorven. (2 Samuel 12 : 18; het kind van David en Bathseba)
b. Heb jij dit in jouw omgeving ook wel eens meegemaakt dat jongeren gestorven zijn? Hier zullen verschillende reacties op komen. Niet iedereen zal het van even dichtbij hebben meegemaakt. Laat de jongeren die het hebben meegemaakt vertellen hoe zij dit zelf ervaren hebben.

7. Vind jij ook dat het beste van dit leven moeite en verdriet is? Er zijn toch ook mensen die heel veel voorspoed lijken te hebben? Als je jong bent, kan het zijn dat alles je nog voor de wind lijkt te gaan. Echt verdriet kan soms nog niet heel dichtbij gekomen zijn en je geniet nog van het leven, van je vrienden en van veel fijne en goede dingen. Je ervaart niet altijd het leven als moeite en verdriet. Toch ligt over alles de schaduw van de zonde. En zo heel snel kan er iets zijn wat je hele leven verandert. Ziekte, rouw en pijn blijven geen mens bespaart. Ook al lijkt het soms mensen tijdelijk voorbij te gaan. Het is niet voor altijd.
De kanttekeningen bij dit vers zeggen dat ‘als men in het beste van zijn leven is, nog voor de dagen van de ouderdom komen, zo is men al aan veel moeite en verdriet in deze wereld onderworpen.’

8. a. Vat eens met je eigen woorden samen wat Gods voorzienigheid inhoudt (zie HC vraag en antwoord 27)
Het is die kracht van God waardoor Hij alle schepselen onderhoudt en regeert. Niets gebeurt er zomaar toevallig, maar alle dingen worden van Zijn Vaderlijke hand bestuurt.
b. Gaat Gods voorzienigheid over alle dingen? Ja, ‘Ook de haren uws hoofds zijn allen geteld,’ Lukas 12 : 7.
c. Hoe zie je in jouw leven Gods voorzienigheid?
Alleen al het feit dat je nog leven mag is Gods voorzienigheid. Ook de plek die hij je heeft gegeven in een christelijk gezin en in de kerk, Zijn dagelijkse zorg voor je enzovoort. d. Hoe kan het geloof in Gods voorzienigheid rust geven in je leven?
Je weet dan dat alles door Hem bestuurt wordt. God heeft overal een doel mee en Hij alleen weet wat goed voor je is. Het loopt Hem nooit uit de hand. Wat er ook gebeurt.

9. a. Wat is dat, je dagen tellen?
Wij moeten ons goed bedenken hoe weinig dagen we maar hebben op de aarde en hoe kort de tijd van ons leven is. Matthew Henry schrijft: ‘Wij moeten onze dagen zo tellen, dat wij ons werk daarmee vergelijken en daar dienovereenkomstig aan denken met een dubbele nauwgezetheid als mensen die geen tijd hebben te verknoeien.
b. Hoe moet je dat doen?
In biddend opzien tot de Heere, moet je dagelijks beseffen dat je weer een dag van Hem krijgt. Matthew Henry schrijft dat ‘Wie deze rekenkunde wil leren, moet bidden om leiding van God.’
c. Waarom is het goed om je dagen te tellen? (zie het vervolg van vers 12)
Om een wijs hart te krijgen. Wanneer we inzien dat ons leven op aarde eigenlijk niets is in vergelijking met de eeuwigheid, zullen we de korte tijd van ons leven gebruiken om ons voor te bereiden op het sterven en de eeuwigheid. We zullen ons dan niet af laten leiden door alle dingen van het tijdelijk leven en onze eeuwige bestemming uit het oog verliezen.
d. Wat is een wijs hart?
Betrek hierbij 1 Koningen 3 : 9-12. Salomo mag iets van de Heere begeren. Hij vraagt Hem om een wijs hart, een verstandig hart. In de kanttekeningen bij deze tekst staat ‘een horend hart, dit is dat wijsheid vatten kan.’ Leg de vraag aan het hart van de jongeren of zij ook een horend hart hebben. Een hart wat hoort naar God.

Pagina 10 en 11

In het stukje over het Joodse Nieuwjaar wordt ingegaan op wat rabbijn de Vries schrijft in zijn boek ‘Joodse riten en symbolen,’ Nieuwjaar moet ons door elkaar schudden en ons zondebesef helder wakker roepen. Op het Joodse Nieuwjaar volgen tien dagen van inkeer. Het is goed om hierop in te gaan. Wat wordt bedoeld met inkeer? U kunt hier het Bijbelse voorbeeld van Ninevé bij halen. Op de prediking van Jona kwamen de Ninevieten tot inkeer. Zij kleden zich in zak en as. En toen God hun berouw, hun inkeer zag, strafte hij Ninevé niet.
Ook het voorbeeld van de jongste zoon in de gelijkenis van de verloren zoon is heel duidelijk. Zittend bij de zwijnen waar hij op moet passen, komt de jongen tot inkeer. ‘Hoeveel huurlingen van mijn vader hebben overvloed en ik verga van de honger. Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan.’ Benadruk hierbij dat inkeer niet iets is waar je zelf voor kiest en wat je in eigen kracht wel doen kunt. De eis, de roep hiertoe is er wel en de plicht tot inkeer rust op ons allemaal. Maar werkelijke inkeer, echte bekering is Gods werk. Dit komt in de vragen nog terug.

1. Wat vind jij dat er in een oudejaarspreek gezegd moet worden tegen de gemeente? Laat jongeren hier zelf over nadenken en op reageren. Te denken valt aan ernst van het leven, tellen van zegeningen, bijzondere gebeurtenissen in de gemeente.

2. a. Wat vind jij van de joodse traditie om het Nieuwjaar te beginnen met tien dagen van bekering, van inkeer? Voor deze vraag beantwoordt kan worden, moet er wel ingegaan zijn op de woorden ‘bekering en inkeer’.
b. Wat zou je die dagen dan moeten doen om ze echt als dagen van inkeer te gebruiken? Hierbij kunt u een aantal heel concrete adviezen geven, zoals:
- Neem veel tijd en rust om te bidden
- Lees regelmatig in je bijbel
- Sluit je af voor dingen die je kunnen hinderen, zoals je mobiel, msn en andere dingen.
- Denk na over jouw persoonlijke zonden en belijdt ze aan de Heere

c. Wat is daarvoor nodig?
Wij kunnen en moeten ons leven overdenken en aan de Heere voorleggen. Het is goed om stil te staan bij jouw eigen leven. Om in biddend opzien tot de Heere met deze dingen bezig te zijn. Tegelijk moeten we steeds beseffen dat het de Heilige Geest is die de echte bekering in je hart werkt. Smeek hierom en blijf ermee bezig, totdat je weet dat de Heere zelf de bekering in jouw hart werkt.

Stelling: het is raar om ‘vragen om een nieuw hart’ als voornemen te hebben met Nieuwjaar.

Het vragen om een nieuw hart is het beste wat we kunnen doen. We moeten dan echter wel in gedachten nemen wat Paulus hierover zegt en waar het ledenblad mee afsluit op pagina 12.

Pagina 12

Deze laatste pagina gaat over het nieuwe jaar. Een nieuw jaar betekent vaak een nieuw begin. Mensen nemen zich veel dingen voor die anders en beter moeten. Doel van deze pagina is om jongeren na te laten denken over hun voornemens voor het nieuwe jaar. Waarom zou je dingen voornemen? En welke dingen zijn belangrijk? Hoe zorg je er voor dat je goede voornemens van 1 januari niet een week later al weer weg zijn?
Laat ze er concreet mee aan de slag gaan. U kunt zelf kiezen voor een werkvorm die hier goed bij past. Te denken valt aan:
- Laat elke jongere een goed voornemen opschrijven voor het komende jaar. Stop al deze briefjes in een doos en laat iedereen er om de beurt één uit halen en voorlezen. Rubriceer de goede voornemens. Maak een rij met voornemens die gericht zijn op jezelf en een rij met voornemens die gericht zijn op anderen.
- Laat de jongeren in tweetallen aan elkaar vertellen wat hun goede voornemen is voor het komende jaar. Help ze mee door een aantal dingen te noemen waarin mogelijk goede voornemens passen. Eventueel kunt u dit plenair terugkoppelen.
- Maak zelf vooraf briefjes met allerlei voornemens die de jongeren zouden kunnen hebben. Hang deze briefjes op. Laat de jongeren rondlopen en een stikker plakken bij het voornemen wat hen het meeste aanspreekt. Later kan hierover met elkaar worden gediscussieerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 2008

Treffer | 20 Pagina's

Leidinggevendenblad bij Treffer ‘Oud en Nieuwjaar.’

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 2008

Treffer | 20 Pagina's