JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Aanwijzingen Voor Het Gebruik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanwijzingen Voor Het Gebruik

28 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijgaand ontvangt u de Treffer over Jozef. Jozef is een persoon uit de Bijbel. Voor hem is gekozen omdat hij al jong de Heere mocht dienen en liefhebben. In zijn leven kreeg hij ook al vroeg te maken met zonde, onrecht, jaloezie, verleiding en seksualiteit. In zijn leven als jongere lezen we niet alleen iets van de worsteling met de zonde, maar ook wat genade vermag. De genade mag zeggen: ‘Zal ik zo groot kwaad doen en zondigen tegen God?’.
Het is omdat Jozef zo dicht staat bij de jongeren dat we voor dit thema gekozen hebben.
Het is niet de bedoeling om Jozef af te tekenen als een jongen die nooit wat verkeerd deed en eigenlijk niet midden in het leven stond. Maar juist om hem te beschrijven als een gewone jongere die gewoon midden in de maatschappij stond, maar die de vreze Gods mocht beoefenen. Ook +12 jongeren kunnen al jong de Heere liefhebben en dienen. Begrippen die in die leeftijd een rol spelen zijn: liefde, vertrouwen, het van de Heere verwachten. Het is goed om als leidinggevenden daar rekening mee te houden. De groep die voor u heeft, bestaat uit twee soorten jongeren. Jongeren die de Heere dienen en die de Heere niet dienen. We mogen er niet zonder meer vanuit gaan dat alle jongeren van onze club onbekeerd zijn. En als je dan jong de Heere mag dienen…hoe moet je dan in deze wereld staan? Om daar een antwoord op te vinden kijken we naar het leven van Jozef.

In deze Treffer treft u de volgende werkvormen aan:
Gespreksvragen blz. 4, 5, 7, 8 en 9
Stellingen blz. 6 Opdracht blz. 5
Opdracht blz. 5
Bijbelstudie blz. 11
Verhaal om te lezen blz. 12

Lezen: U kunt een keuze maken uit Genesis 37-46, Genesis 50 : 22-26 en Hebreën 11.
Zingen: Psalm 105 : 10-13, Psalm 40 : 1, Gebed des Heeren: 7 en 8, Psalm 142 : 7, Psalm 130 : 3, Psalm 79 : 4 en Psalm 46 : 1.

Programmasuggesties

Doel van de schets
De tieners
- Weten de geschiedenis van Jozef en hoe hij als jongere van 17 jaar de Heere mocht dienen.
- Weten dat het leven met de Heere alle terreinen van het leven doortrekt.
- Weten dat nu ook tieners de Heere jong kunnen dienen.
- Voelen hoe goed het is als je jong de Heere mag liefhebben en dat het je bewaard voor veel zonden.
- Willen door de bediening van de Heilige Geest net zo zijn als Jozef
NB: Dit laatste doel is iets dat wij niet zelf kunnen doen, maar het is wel een doel van deze Treffer. De Heere het gebruikt middelen om de verkeerde wil om te buigen en te willen wat God wil. Vandaar ‘de toevoeging: door de bediening van de Heilige Geest’.

Idee voor de +12 groepen
- Opening
- Schrijfvorm (zie ‘schets voor een inleiding’)
- Inleiding in verhaalvorm over één van de thema’s van de Treffer uit het leven van Jozef.
- Pauze
- Bespreek in groepjes de vragen bij behorende thema of doe de Bijbelstudie met elkaar in groepen
- Gezamenlijke afronding
- Sluiting

Idee voor de +14 groepen
- Opening
- Kort gesprek over jong de Heere dienen
- Drie jongeren houden heel kort een inleiding over drie thema’s uit de Treffer. Bijvoorbeeld: Haat, verkocht, verleiding
- Pauze
- Bespreek in groepen met behulp van een stille borddiscussie de stellingen op pagina 6. Wanneer u er voor kiest om het thema verleiding niet te behandelen, kunt u na de pauze de Bijbelstudie doen.
- Het (laten) voorlezen van het verhaal op bladzijde 12. Of de plenaire afronding van de Bijbelstudievragen.
- Sluiting

Schets voor een inleiding.
Nodig: Twee grote, stevige vellen wit papier (ongeveer zo groot als een krant), en een achtergrond om deze op te hangen. Gekleurde stiften.

Hang de vellen op in de zaal, elk in een hoek. Schrijf bovenaan het ene vel: verraad/haat en boven het andere: verleiding/jaloezie. Deel de groep in tweeën, en deel de stiften uit.
Elke groep mag een van de twee woorden uitkiezen, en het andere woord doorstrepen.
Vervolgens mag elke persoon uit de groep een kleine tekening maken ->waar denk je aan bij dit woord? Bij haat kan iemand bijvoorbeeld een vuist of een mes tekenen, bij verleiding kan iemand euro’s tekenen, en bij jaloezie bijvoorbeeld een mp3-speler.
Vertel dat na een kwartier de tijd om is, en stop dan ook echt.
Vervolgens wordt er een groep aangewezen die mag beginnen.
Verschillende tieners krijgen de kans in een paar zinnen te vertellen wat ze getekend hebben. Dan mag de andere groep vertellen.
Als beide groepen enkele dingen toegelicht hebben, mogen ze weer gaan zitten
Jozef kent ook iets van de jaloezie waar we net over spraken. Jozef is 17 jaar. Hij trekt er elke dag op uit met zijn broers om de schapen te weiden. Toch heeft hij het niet naar zijn zin. Er wordt kwaad gesproken wordt over het gezin van Jakob. Op een dag horen zij dat Dina, hun zus door Sichem verkracht is. Dan worden de broers heel boos. Simeon en Levi doden alle mannen. En dit nieuws gaat door het hele het land. Ook Jozef hoort dit. Dit geeft hem veel verdriet. Hij gaat naar zijn vader en vertelt hem het ‘kwade gerucht’. Hij kan niet meedoen met zijn broers.
Jozef wil niet meedoen om over de grens te gaan. En daarom haten zijn broers Jozef. Op een dag krijgt Jozef van zijn vader een kleed met allerlei kleuren. Jakob houdt meer van Jozef dan van de andere zonen. Hierdoor haten zijn broers hem nog meer.
Misschien begrijp je de broers wel? Jakob trekt Jozef voor en dat is nooit goed in een gezin. Jozef vertelt over de dromen die hij gedroomd heeft. Dromen die vertellen dat Jozef geëerd zal worden en dat iedereen voor hem zal buigen. Jozef spreekt over de dromen met zijn broers. Hierdoor neemt de haat alleen maar toe.
Er staat in Genesis 37 : 8: “Zo haatten zij hem nog te meer om zijn dromen en om zijn woorden”. Als Jozef op weg gaat naar zijn broers,die de schapen weiden in Sichem. Als Jozef komt, trekken ze zijn kleren uit en gooien ze hem in de kuil. Hier blijkt hoe ze hem haten. Er is totaal geen medelijden. Daar zit Jozef dan, in de put. Niet door vijanden, maar door zijn eigen broers daarin gegooid. Daar heeft hij niet van gedroomd. Uiteindelijk verkopen ze hem aan een groep handelaren uit Egypte waar hij als slaaf wordt verkocht. Misschien voel jij je ook wel eens net als Jozef? Als er tegenslagen zijn? Als je gepest wordt op school. Of als je toch zakt voor je toets waarop je zo je best voor gedaan hebt. Dan komt al heel snel de vraag op: Waarom Heere? Ik begrijp het niet.
Jozef begreep het ook niet. Maar juist door de vernedering komt hij tot de verhoging. Door de gevangenis naar de troon!
Jozef komt als slaaf terecht in het huis van Potifar. In een vreemde omgeving, in een vreemd land. Jozef had de HEERE bij zich. Het gaat goed met hem. Hij doet elke dag trouw zijn werk.
Dat valt Potifar ook op. Zien ze aan jou ook dat de Heere met je is? Of kan je dat niet zeggen? In zijn werk komt al naar voren dat Jozef de Heere dient. Hij krijgt de leiding over alles wat in het huis van Potifar is. Vanaf dat moment zegent de Heere ook het huis van Potifar ‘om Jozefs wil’. Maar als de Heere werkt, dan werkt ook de satan. Jozefis een knappe jongeman. En dat heeft de vrouw van Potifar ook gezien. Ze komt naar hem toe en zegt: “Lig bij mij”. Wat zegt Jozef? Hoe zou ik zo’n groot kwaad doen en zondigen tegen God? Ook onze tijd is vol met verleidingen, ook op seksueel gebied. Jozef mag staande blijven en dat is meer dan een wonder te noemen. Op een dag trekt Potifars vrouw Jozef aan zijn opperkleed om hem in bed te krijgen. Jozef laat zijn kleed in haar handen en vlucht weg. Het einde van het verhaal is dat de vrouw van Potifar een leugen vertelt hoe Jozef bij haar wilde liggen en dat zij dat voorkomen heeft. Jozef belandt in de gevangenis. Nu zit hij weer gevangen. Niet in een put, maar in een onderaardse, vunzige gevangenis. Het blijft goed gaan met Jozef, ook al zit hij met zijn voeten in de stok en in de kettingen, want de HEERE is met hem. De gevangenbewaarder heeft al een paar keer gekeken naar deze jongen. Hij heeft iets bij Jozef gezien wat de andere gevangenen niet hebben. Jozef krijgt de taak om overste van de gevangenen worden.
Dan gebeurt er iets wonderlijks. Farao heeft twee bijzondere dromen gedroomd waarvan hij voelt dat ze iets belangrijks zeggen. De tovenaars en de wijzen aan het hof weten niet wat ze er mee aanmoeten. Op dat moment herinnert zich de schenker Jozef in de gevangenis, die zijn droom en de droom van de bakker heeft uitgelegd. Direct wordt Jozef gehaald. Meteen blijkt al dat Farao het helemaal van Jozef verwacht. Bescheiden zegt Jozef:
“Het is buiten mij”. God zal de droom uitleggen. Weer mag Jozef goed spreken van zijn God. Hij legt de droom uit. Er komen eerst zeven jaren van overvloed en daarna zeven jaren van hongersnood. Jozef adviseert Farao om in de zeven jaren van overvloed al één- vijfde van de oogst in schuren te bewaren voor de jaren van hongersnood. Farao is onder de indruk. Hij maakt Jozef tot onderkoning over Egypte. Deze functie kun je vergelijken met een minister-president.
De droom komt uit. Vele mensen komen tot Jozef en krijgen koren. Jozef’s eigen dromen komen ook uit. Hij is vernederd, maar nu wordt hij ook verhoogd. Voor dat de honger komt, is Jozef al onderkoning. Ook in Kanaän is er hongersnood. Jakob hoort dat er koren in Egypte is. Dan moeten zijn zoons daarheen om het te halen. Alleen Benjamin blijft bij Jakob. Als ze bij Jozef komen behandelt hij ze hard en zegt dat ze verspieders zijn. Er moet er één achterblijven totdat Benjamin gehaald is. Thuisgekomen vertellen ze het hun vader Jakob. Juda biedt zich aan om voor Benjamin te zorgen. “Ik zal borg voor hem zijn”. Wat valt het mee als ze in Egypte komen. Jozef maakt een maaltijd klaar en zegt dat ze niet bang hoeven te zijn. Hij vraagt naar hun vader en of hij nog leeft. Als de zoons van Jakob onderweg naar huis zijn, worden ze plotseling ingehaald door een knecht van Jozef. De zilveren beker, vermist is, wordt gevonden in de zak van Benjamin. Alle broers gaan verdrietig terug naar Jozef. Benjamin moet als slaaf in Egypte blijven. Dan komt Juda naar voren, hij biedt zich aan om als ‘borg’, in de plaats van Benjamin, als slaaf onder Jozef te dienen. Dan maakt Jozef het hen bekend: “Ik ben Jozef!”
“God heeft mij voor uw aangezicht gezonden tot behoudenis des levens”. Jozef wil eigenlijk zeggen: ik moest naar Egypte om voor jullie leven te zorgen. Daarvoor was die kuil nodig, daarvoor was die gevangenis nodig, daar was die onbegrepen weg voor nodig. Wat een wonder als je later mag zien dat God moeilijke dingen in je leven wil gebruiken om je dichter bij Hem te brengen. Zodat je mag leren om Hem te volgen. Ook in moeilijke wegen achter Hem aan te komen. Jozef is 110 jaar als hij sterft. Voor onze begrippen is hij heel oud geworden. Niet iedereen wordt zo oud. Niet iedereen wordt 80 jaar. Niet iedereen wordt zelfs 17 jaar. Ook voor jou komt er een tijd dat je moet sterven. Jozef kon sterven. Hij mocht zijn leven lang zijn God dienen en liefhebben.

Toelichting op de vragen en de opdrachten

Toelichting bij pagina 3
Deze bladzijde is bedoeld als inleiding. Het is de bedoeling dat de introductie van het thema pakkend is. Je valt als het ware direct in het verhaal van Jozef bij Potifar. Wat de list is die Potifars vrouw bedenkt blijft nog even een vraag waar de jongeren vanzelf achter komen. U zou om de beginsituatie van de jongeren op uw club te bepalen alvast kunnen vragen wat deze list inhield.
Ook kunt u deze introductie gebruiken als pakkende inleiding voor de j.v.-avond. Hier komt al aan de orde dat Jozef een gewone jongen was. Net zoals de jongeren op uw club, heel gewoon.
We willen dat in deze schets echt benadrukken, omdat anders het gevaar is dat Jozef als heilige gezien zou worden. Ook Jozef had zijn zonden en tekorten, maar hij mocht door genade staan in de vreze des Heeren en mocht al jong nee- zeggen tegen de zonden. Ga er ook bij uw groep van uit dat er jongens of meisjes tussen kunnen zitten die de Heere ook al mogen dienen. Dit ligt heel teer voor de jongeren om dit onder woorden te brengen.
Maar in 2007 komt het voor dat kinderen en jonge mensen met de Heere mogen wandelen.

Vragen:
a) Ben jij hierin net als Jozef? Zou jij ook met God willen leven?
Hier kun je met de jongeren spreken over het leven met de Heere. Dit wordt vaak afgeschilderd als een saai leven waar je niets mag. Maar is dit wel zo? Probeer het mooie van ‘jong de Heere vrezen’ te benadrukken. De Heere is het waard onze beste krachten te krijgen.
b) Ken je iemand die de Heere dient?
Dit is heel erg afhankelijk van hoe het gesprek loopt. U kan de jongeren de gelegenheid geven daar wat over te vertellen. Hoe zie je dat dan? En is dit werkelijk een saai leven?
Benadruk dat ook in deze tijd jongeren met God kunnen leven.

Toelichting bij pagina 4
Deze bladzijde wil ons vertellen waaraan het te zien was dat Jozef God vreesde:
-hij had er verdriet van als de Naam van God smaadheid leed, hij had een droefheid over de zonde. De Heere sprak tot hem. Jozef kon daar niet meer van zwijgen.
Het gevaar is er om hier Jozef te zien als een jongen die geen kwaad deed en alles verklikte aan zijn vader. Maar dat is het niet.
Ook Jozef was een jongen met zonden en gebreken en stond midden in zijn tijd. Maar hij had zoveel liefde tot de Naam des Heeren dat hij het niet kon hebben dat er kwade geruchten door het land gingen over de familie van Jakob. Want als dat gebeurde, werd er ook kwaad van de Heere gesproken.

Vragen
1. Jozef wist dat zijn broers hem haatten. Was het niet verstandiger geweest om over die dromen te zwijgen ‘om de lieve vrede wil’? Wat zou jij doen in deze situatie?
Jozef wist dat zijn broers hem haatten vanwege zijn kleed en dat hij door Jakob werd voorgetrokken, maar nog meer: omdat hij niet meedeed met hun zondige activiteiten. De vraag is dan of het toch niet verstandiger was om te zwijgen in deze situatie, omdat je daarmee nog meer haat zou verwekken. Toch kon Jozef niet zwijgen. De Heere sprak in de tijd van de aartsvaders door dromen. Daarmee maakte Hij Zijn wil bekend. Voor Jozef was het zo bijzonder dat God tot Hem had gesproken dat hij er niet meer van kon zwijgen. Hij moet het vertellen. Laat uit de jongeren komen wat zij gedaan zouden hebben. Soms is zwijgen beter dan spreken. Maar er kan ook een vals zwijgen zijn. Om alleen de vrede te bewaren mogen we nooit zwijgen ten koste van de waar- heid. Benadruk ook dat als God op een bijzondere wijze spreekt, je mond er ook van overloopt, wie er dan ook bij zijn. God openbaart zich nu doorgaans niet meer door dromen en visioenen. De Heere spreekt voor ons meestal door het Woord. (de Bijbel). Er zijn altijd uitzonderingen op de regel. Vooral in zendingssituaties kan het anders liggen.
2. Jacob bestraft Jozef op een gegeven moment in Genesis 37 : 10. Wat vind je daarvan? Lees eerst Genesis 37 : 10 met elkaar en praat over de bestraffing. Inventariseer de meningen. Er zijn misschien jongeren die het goed vinden. Jozef zou misschien zijn eigen eer op het oog hebben? Toch is dat waarschijnlijk niet de rede waarom hij het vertelt. Dat Jacob boos wordt is niet terecht. Hij wordt niet boos, althans daar lezen we niet van, als zijn andere zoons een kwaad gerucht over zijn gezin voortbrengen. Nu wordt hij wel boos als Jozef spreekt over wat God tot hem gezegd heeft. Misschien weten jongeren ook wel te vertellen dat als iemand, b.v. in hun/een gezin spreekt over de Heere, dat men dan boos wordt, men wil het niet horen. Als dit ter sprake komt, bespreek dan ook hoe je daarmee om kan gaan.

Toelichting bij pagina 5
Op deze pagina gaat het er over dat Jozef verkocht wordt en hoe de broers zover komen. Benadruk hier dat Jozef geen aanleiding is dat ze zo met hem omgaan. Ze haten hem vooral omdat hij nooit eens in de zonden meedoet met zijn broers, hij door zijn vader voorgetrokken wordt en dan ook nog spreekt van bijzondere dromen. In deze geschiedenis hebben alle broers er mee te maken. Sommigen spelen een belangrijke rol. Over één broer is er een stelling.

Stelling: Ruben is niet zo slecht, hij neemt het tenminste nog op voor zijn broer!
De bovenstaande zin kom je nog wel eens tegen in kinderbijbels. Deze stelling is onjuist omdat Ruben het hier voor Jozef opneemt om zijn eigen positie te redden. Het draait dus feitelijk om zijn eigen ik. Dat blijkt later als hij merkt dat zijn broers Jozef verkocht hebben. Dan roept hij: ‘Maar ik, waar zal ik heengaan!’
Hij voelde als oudste broer de verantwoordelijkheid drukken en wilde daarop later niet aangesproken worden. U kunt hier verder over doorpraten. Het kan lijken dat iemand het goede voorheeft met de ander, maar het in zijn hart toch anders is en hij of zij toch in alles zichzelf bedoeld. Van nature is dat ook zo. Wat dat betreft is Ruben ons beeld. In het verdere van de bladzijde vertellen jongeren zelf hoe het verhaal afloopt d.m.v. de vragen op deze bladzijde. De lijn wordt doorgetrokken naar het Nieuwe Testament, naar de Heere Jezus die ook gesproken heeft over lijden en vervolging. Het laatste stukje is vooral op de jongeren betrokken. Het gaat over onbegrepen wegen, dingen die gebeuren in het jonge leven waar geen antwoorden op zijn. Het gaat hier om hele tere zaken. Als jongeren er graag wat over willen vertellen, geef ze dan ook de gelegenheid. Onderaan de bladzij staat een opdracht. Hier kan aandacht besteed worden aan de manier waarop je omgaat met mensen die moeilijke wegen gaan.
Wijs hier ook op de Heere Jezus, die in alle dingen, gelijk als ons verzocht is geweest, doch zonder zonde. En die in alle dingen medelijden kan hebben, als die grote medelijdende Hogepriester in de hemel.

Vragen:
1. Wat heeft dit verhaal te maken met het woord van de Heere Jezus ‘Zij hebben mij gehaat, zij zullen ook u haten’?
De mensen hebben de Heere Jezus gehaat en zij zullen ook alle mensen die de Heere Jezus volgen haten. Weliswaar heeft Jozef de Heere Jezus nooit met zijn lichamelijke ogen gezien, maar Hem wel door het geloof leren volgen. Allen die de Heere liefhebben krijgen met haat te maken. Een knecht is niet meerder dan zijn Heer. Gods kinderen zullen door grote verdrukkingen ingaan. Het betekent niet altijd dat er uiterlijke verdrukkingen zijn bij al Gods kinderen. De strijd die in het hart gaande is kan ook vervolging zijn.
2. De broers laten hun vader vertellen dat een boos dier Jozef heeft verscheurd? Hoe? Zie vooral Genesis 37 : 32 en 33 Zij brengen zelf de rok die ze met bloed besmeurd hebben niet naar hun vader, maar laten dat doen door een ander. Ze zeggen daarbij alleen maar: ‘Deze hebben wij gevonden, beken of deze uw zoons rok zij”. Ze laten het Jacob zeggen.
Ze zeggen (liegen) zelf niet wat er gebeurd is. Vervolgens zegt Jakob: ‘Een boos dier heeft hem verscheurd’. De broers van Jozef zeggen dus eigenlijk niets. Dit is met name het listige in deze daad.

Opdracht:
Stel: jouw vriend(in) is serieus. Hij of zij leest veel uit zijn/haar Bijbel en wil de Heere zoeken. Hierdoor heeft hij of zij het niet makkelijk thuis. Ze vinden hem/haar maar saai en soms lachen zelfs zijn vader en moeder hem uit omdat hij zo serieus is. Schrijf eens een brief naar je vriend(in)! Wat zou je er in zetten?
Deze opdracht laat jongeren nadenken over een stukje vervolging in de praktijk. Vandaag de dag hebben jongeren het soms ook moeilijk in hun eigen gezin, omdat ze de Heere wil zoeken en naar Zijn geboden willen leven. Jongeren denken na over een eventuele brief die ze aan hun vriend of vriendin zouden sturen in deze situatie. De brieven kunnen voorgelezen worden als jongeren dat willen. Ook als de jongeren zelf dat serieuze niet bij henzelf ervaren, kunnen ze nadenken over hoe het voelt als je een uitzonderingspositie in je eigen familie gaat innemen.

Toelichting bij pagina 6
Bladzijde 6 gaat over het verhaal van de vrouw van Potifar. Benadruk dat Jozef gewoon zijn werk doet en dat de duivel hem probeert te verleiden. Jozef zoekt niet de zonde op. Hij is gewoon bezig met zijn werk. Vervolgens komt de verleiding. De jongeren herkennen er misschien iets van in hun leven. Wij staan met de jongelui in een blootcultuur en een sekscultuur waar alles kan en mag. Ook voor onze jongeren is de verleiding groot. Ga de discussie niet uit de weg, maar vertel op grond van het Woord dat God seksualiteit tussen man en vrouw voor het huwelijk heeft bewaard. Het doel van deze bladzijde is ook te luisteren wat Jozef zegt. Hij stond midden in zijn tijd. Hij trok zich echt niet terug en toch mocht hij zeggen: Hoe zal ik zo groot kwaad doen en zondigen tegen God. Hij vluchtte later voor de zonden weg en wilde geen enkele gemeenschap met haar hebben. De radicaliteit van Jozef is voor ons ook een les. Hij zegt duidelijk ‘Nee’ tegen de zonde en probeert er zover mogelijk vandaan te blijven. Hij zoekt het ook niet op. Praat met de jongeren daar ook over. Laat het gebed over blijven “Leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze”.

Stellingen:
- Beetje apart dat Jozef niet ingaat op het verzoek van Potifars vrouw.
Jozef was geen zonderling. Hij deed gewoon trouw zijn werk en zonderde zich niet af. Toch gaat Jozef hier niet op in omdat hij God vreest. Hij wil God gehoorzamen en liefhebben en zijn geboden houden. Jozef moet niet afgeschilderd worden als een saaie jongen met wie niets te beleven viel.
Het leven met de Heere is niet saai en dan zijn er niet ‘alleen maar beperkingen’. Het is niet omdat Jozef niet mocht.
Uit liefde tot God wilde hij het niet en dat deed hem wijken van het kwaad.
- Als je ver bij je ouders vandaan bent is het moeilijker om niet toe te geven aan verleidingen.
Hier kan aan de orde komen het hebben van je principes.
Het Woord heeft het overal voor het zeggen. Op vakantie en thuis. Ver weg en dichtbij. De verleiding is wel groter als niemand je ziet en je ver bij je ouders vandaan bent. Er is dan geen sociale controle meer.
- Het is heel simpel: je moet gewoon niet toegeven aan verleidingen!
Het lijkt soms makkelijk, of vanzelfsprekend, hoe Jozef handelde. Maar probeer het zelf maar eens vol te houden. Anderen lijkt het vaak makkelijker af te gaan, maar zijn we zelf soms niet van verleidingen bewust? Denk alleen maar eens aan alle reclame die op ons afkomt. Hoe begerig volgen we die, in alles wat ons aangeboden wordt?

Toelichting pagina 7
Jozef wordt in de gevangenis geworpen. Het accent op deze bladzijde heeft de uitleg van de dromen aan de schenker en de bakker en de manier waarop Jozef daarmee omgaat.

Vraag
a) Is het niet hoogmoedig van Jozef om zichzelf aan te dienen als uitlegger van dromen? Het is niet hoogmoedig van Jozef, want in Genesis 40 : 8 geeft hij toe dat de uitlegging van God is. Hij geeft duidelijk aan dat God alleen de uitleg kan geven. Vervolgens zegt hij wel: ‘Vertel ze mij toch”. Jozef heeft gaven ontvangen van de Heere. Één zo’n gave van de Heilige Geest is dromen uitleggen. Jozef mag deze gaven in de dienst van de Heere door deze dromen uit te leggen.
Daarin is hij niet hoogmoedig, maar hij verstaan zijn taak.
b) Hoe kan je je gaven besteden in de dienst van God?
Wanneer je weet wat je gaven zijn, mag je die gaven ook in de dienst van de Heere besteden. Iedereen kan nagaan wat zijn gaven zijn. Er zijn jongens die goed kunnen klussen bij ouderen mensen. Er zijn meisjes die misschien wel heel goed naar ouderen mensen kunnen luisteren. Zo kunnen ook de jongeren een taak krijgen in de gemeente.

Vraag
a) Jozef vraagt aan een mens of hij aan hem wil denken, omdat hij voor niets gevangen zit. Kan je dit begrijpen? Is dit goed?
Dit is heel goed te begrijpen. Jozef voelt zich onbegrepen en probeert zich aan de schenker vast te klampen. De vraag is of het goed is wat Jozef doet. Hij zou op de Heere moeten vertrouwen.
b) Waarom kunnen we niet op mensen vertrouwen?
Vertrouw niet op prinsen, bij hetwelk geen heil is, zegt Psalm 118. Met mensen vallen we om, maar wie op de Heere vertrouwt zal niet beschaamd worden. Je kan soms behoorlijk teleurgesteld worden in mensen van wie je hoge verwachtingen hebt.

Toelichting pagina 8
Het kopje ‘Verhoging’ geeft aan waar de bladzijde over gaat. Jozef wordt verhoogd tot onderkoning en krijgt alle eer van Farao. Door de vernedering heen heeft Jozef hier de verhoging bereikt.
Zo is ook de Heere Jezus vernedert, opdat Hij daarna verhoogd zou worden. Op deze bladzijde wordt het woord ‘type’ uitgelegd. Leg de jongeren ook uit dat Jozef niet in alles een type is geweest. In bepaalde gebeurtenissen lijkt hij op de Heere Jezus, maar niet in alles.

Vraag
a) Waarin lijkt Jozef nog meer op de Heere Jezus?
De naam: Zafnath-Paänea (behouder des levens). De Heere Jezus is de grote behouder des levens. Hij is gekomen om te roepen en zalig te maken dat verloren was. Het was uit kwaadheid dat de broers Jozef hebben verkocht, maar God heeft dit ten goed gedacht. Zo was het een grote zonde dat de Heere Jezus is gekruisigd, maar de Heere heeft er iets goed mee voorgehad. Het gevolg is dat door deze ene daad velen tot de Zaligheid kunnen komen.
b) Waarin kon hij niet op de Heere Jezus lijken? Zie Lukas 23 : 34
Ook Jozef heeft zonden gedaan en had in zijn leven het bloed van de verzoening nodig. De meerdere Jozef, de Heere Jezus Christus kon zeggen: ‘Wie overtuigt mij van zonden?’.
In Lukas 23 : 34 spreekt Jezus het kruiswoord uit: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. De zonden vergeven kan geen mens, ook Jozef niet. Jezus bad voor zijn vijanden, we lezen dat van Jozef niet.

Toelichting pagina 9
Op deze bladzijde komt de ontmoeting van Jozef met zijn broers ter sprake. Ook Juda is hier een type. Wijs er duidelijk op dat het type nu wisselt. Jozef is nu niet langer meer het beeld van de Heere Jezus, maar Juda. Hoe dat is, kunt u bespreken met uw groep.

Vraag
a) Waarin is Juda een type van de Heere Jezus?
b) Kan je in eigen woorden zeggen wat ‘borg staan’ is?
Juda stelt zich borg. Een borg is een plaatsvervanger. Juda wil er voor instaan dat Benjamin terug komt bij vader Jacob.
Zo is ook de Heere Jezus de borg voor al de Zijnen. Hij is in de plaats van hen gaan staan om hun schuld te verzoenen en voor hen de dood in te gaan.
c) Benjamin is vast heel blij geweest dat Juda borg stond voor hem. Heb jij ook behoefte om Christus als Borg te hebben?
Spreek met de jongelui over de noodzaak van een Borg voo rje schuld te hebben. Zonder Christus tot je deel te hebben ga je over de wereld met een zondenpak. Alleen het bloed van Jezus Christus Gods Zoon, wast en reinigt van alle zonden.

Toelichting pagina 10
Op deze bladzijde maakt Jozef zich aan zijn broeders bekend. Het verhaal kan vragen geven. Is het wel goed geweest wat Jozef deed? Het was toch eigenlijk oneerlijk, want hij had er voor gezorgd dat Benjamin zonder dat hij het wist de beker in de zak kreeg? Benjamin was er toch niet bij betrokken toen de broers Jozef verkochten? Jozef wilde zijn broers beproeven of ze net zo waren als vroeger. Hij stelde ze nu op de proef hoe ze zouden reageren. Jozef bedoelde dit niet naar Benjamin persoonlijk, maar meer als beproeving naar alle broers toe. Of dit eerlijk is, doet niet terzake. Het grote doel moet in de gaten gehouden worden. Jozef wilde dat zijn broers voor hem zouden buigen en ze werkelijk in de schuld kwamen. Dan was er gelegenheid om zichzelf bekend te maken. En dat heeft Jozef gedaan.

Stelling: Als je gelooft dat God je leven bestuurt, hoef je nooit bezorgd te zijn.
Wanneer je weet dat God bij je is en je leven in Zijn hand ligt, dan hoeft je niet bang te zijn. God loopt niets uit de hand. Hij leidt alle dingen. Vaak is het wel zo dat we dat niet altijd zien.
We gaan dan vaak zelf plannen uitstippelen en ons drukken om dingen die er nog niet zijn.
Bespreek met de jongeren deze stelling en bespreek het spanningsveld: het weten dat God je leidt en aan de andere kant: jezelf zorgen maken om een proefwerk, of een bepaalde uitslag, of op de toekomst gericht.

Toelichting pagina 11
Pagina 11 vormt de Bijbelstudie voor deze schets. Er staan aan de ene kant al veel vragen per bladzijde. Op deze pagina gaat het vooral over Jozefs einde. We lezen daar meer van in de Bijbel, dus vandaar de vergelijking met het Nieuwe Testament.
1. Welk land bedoelt Jozef in vers 24?
Ze zullen optrekken uit Egypte wanneer ze verdrukt zullen zijn. Dan zal God hen brengen in Kanaän. Het land dat Abraham, Izak en Jacob al beloofd was. Zie ook Exodus 13 : 19
2. Jozef geeft een bevel aan zijn broers. Welk bevel?
Jozef wil dat zijn beenderen meegevoerd worden vanuit Egypte naar Kanaän. Hij geeft bevel aan zijn broers om daarvoor te zorgen.
3. Jozef wordt begraven. Waarom moeten we ons laten begraven en niet laten cremeren? Zie ook Lukas 23 : 44-56, 1 Korinthe 15 :4.
De Heere Jezus heeft zich ook laten begraven in de tuin van Jozef van Arimatea. Daarom laten wij ons ook begraven.
Vooral de heidenen die nergens in geloven laten zich verbranden (cremeren). Ook in 1 Kor. 15 zegt Paulus dat het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid en zal opgewekt worden in onverderfelijkheid. Dit wijst op het gegraven worden in de grond. Voor de opstanding zal het niet meer uitmaken. Zowel de mensen die zijn gecremeerd als die zijn begraven zullen opstaan en zullen geoordeeld worden.
4. Hoe kwam het volgens vers 22 dat Jozef wist dat zijn volk in het beloofde land zou komen?
Dit wist hij door het geloof. Er staat in het vers: ‘Door het geloof heeft Jozef stervende gemeld…’. Hij mocht al dingen zien die anderen nog niet zagen.
5. Wat is geloof/geloven? Betrek daar ook vers 1 bij.
Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt en een bewijs van de zaken die men niet ziet. Dat bewijst wel wat Jozef had gezegd. Het geloof ziet dingen die een ander niet ziet. Het geloof is een vertrouwen en een steunen op de Heere. Het geloof is het liefhebben van de Heere.
6. Welke synoniemen worden in de Bijbel nog meer gebruikt voor geloven (Mattheüs 5 : 1-12 en Johannes 7 : 37-38)
Hongeren en dorsten, treuren, geestelijk arm zijn, tot Christus komen, drinken, eten, aandoen, steunen, vertrouwen.
7. Probeer met eigen woorden te zeggen wat hier staat! Wat jullie, broers ten kwade gedacht hebben, dat heeft God nu juist gebruikt om er iets goeds van te maken. Jullie dachten dat je zo van me af was en dachten me kwaad te doen.
Maar doordat jullie mij aan die Midianieten hebben verkocht ben ik in Egypte gekomen en zo ook onderkoning geworden.
Anders had dit nooit gebeurd. God stond er boven en heeft het zo bestuurd dat ik nu een groot volk in deze hongersnood te eten kan geven, zodat ze niet hoeven te sterven.
8. Wat betekent het gezegde: God kan met een kromme stok een rechte slag geven?
Met een kromme stok kan je niet veel doen, is eigenlijk een foute stok. God kan met iets fouts en zondigs, toch iets goeds doen. Het kwade dat ze met Jozef wilde doen, heeft God zo bestuurd dat er toch wat goeds uitkwam.

Toelichting bij pagina 12
Op deze bladzijde staat een verhaal van de jonge Charles Haddon Spurgeon. Dit gaat met name over zijn bekering. Met behulp van zijn dagboek en andere boeken is dit stukje geschreven. Je kunt dit aan het eind van de verenigingsavond nog voorlezen.
Jongeren hebben in deze tijd mensen nodig waarin de Heere werkt. Ook vandaag werkt de Heere nog ook in jonge harten. Het is belangrijk dat ze dat horen en daarvan kunnen lezen, zodat ze jaloers worden op mensen die al jong de Heere mogen dienen.

Literatuursuggesties
• Ds. A. Moerkerken; Jozef leeft nog;
• J.H. Mauritz (red) e.a.; Bijbestudieboekjes JBGG

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2007

Treffer | 18 Pagina's

Aanwijzingen Voor Het Gebruik

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2007

Treffer | 18 Pagina's