JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Aanwijzingen voor het gebruik van de Treffer: ‘De Bergrede’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanwijzingen voor het gebruik van de Treffer: ‘De Bergrede’

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verschijnt 7 keer per jaar
ISSN: 1568-8852

Treffer is bestemd voor leidinggevenden van +12 en +14 groepen. Het geeft informatie voor het werken met het ledenblad Treffer.

In dit blad treft u aan:
- Aanwijzingen voor het gebruik van de Treffer: ‘De Bergrede’
- Programmasuggesties
- Toelichtingen op de vragen

Aanwijzingen voor het gebruik

Met de Treffer over De Bergrede, verschijnt de tweede Treffer van het seizoen 2005-2006. In deze Treffer komen een aantal elementen uit deze toespraak van de Heere Jezus aan de orde. Er is bewust voor gekozen om niet de gehele Bergrede te bespreken. We zouden dan belanden in oppervlakkigheid.

Hoewel De Bergrede gesproken is tot de discipelen van de Heere Jezus, heeft de inhoud ervan voor ons tweeduizend jaar later grote betekenis. De thema’s die aan de orde komen zijn hoogst actueel en de inhoud van de zaligsprekingen tekent treffend wat kenmerkend is voor het leven van Gods kinderen.

Op de verenigingsavond zal gezocht moeten worden naar de link met het leven van de tieners. Hiervoor biedt de Treffer voldoende aanknopingspunten. Er kan op de clubavond ook gesproken worden over het zitten onder de prediking. De inhoud van wat gesproken wordt tijdens de zondagse diensten is dezelfde als de inhoud van De Bergrede.

Met name de zaligsprekingen zijn belangrijk om met tieners te bespreken. De Heere Jezus spreekt daar over de armen van geest, de dorstigen, de treurenden, de zachtmoedigen enzovoorts. Is dat nu om jaloers op te worden? Toch is dat volk zalig. Probeer op de verenigingsavond uit te leggen wat zalig is. Eenvoudig gezegd betekent het ‘vol van geluk’, iemand die zalig is ontbreekt het aan helemaal niets. Voor jongeren is het geloof vaak iets wat ze niet goed kunnen begrijpen. De natuurlijke mens begrijpt er ook niets van, maar met het uitwerken van de zaligsprekingen kan iets getoond worden van het leven met de Heere.

In deze Treffer treft u de volgende werkvormen aan:
- Vragen voor beide groepen blz. 3
- Vragen voor beide groepen blz. 5 (vraag 5 is meer geschikt voor +14)
- Opdracht voor beide groepen blz. 6
- Vraag voor +14 groepen blz. 7
- Vragen voor +14 groepen blz. 8 en 9
- Bijbelstudie voor beide groepen blz. 10 en 11
- Vragen voor beide groepen blz. 12

Lezen: Een gedeelte uit de hoofdstukken 5 tot en met 7 van het bijbelboek Mattheüs.
Zingen: Psalm 19 vers 4-7, Psalm 27 vers 7, Psalm 31 vers 15 en 17, Psalm 103

Programmasuggesties

Doel van de schets
Het doel van deze Treffer is om de inhoud van De Bergrede te leggen aan de harten van de tieners. Verschillende thema’s die tieners bezighouden komen aan de orde. De vraag wie zalig is, maar ook wie nu écht rijk is en de vraag wie zij dienen: God of de mammon?
Een ander doel is om jongelui bewust uit hun Bijbel te laten lezen. De bijbelstudie op de pagina’s 10 en 11, geeft hen opdracht om heel bewust een gedeelte uit De Bergrede te lezen. Verschillende enquêtes onder reformatorische jongeren laten zien dat deze steeds minder voor zichzelf uit de Bijbel lezen. De Heere wil het middel van Zijn Woord door Zijn Geest gebruiken. Voor jongeren de boodschap: gebruik de middelen die de Heere wil zegenen, lees je Bijbel!

Idee voor +12 groepen
- Opening
- Laat jongelui op pagina 6 een verlanglijstje maken van de dingen die ze heel graag willen hebben.
- Bijbelvertelling over gelijkenis van de rijke dwaas en Lazarus.
- Pauze
- Bespreken pagina 6 en 7 over schatten vergaderen.
- Bespreken pagina 8 en 9 over bezorgd zijn.
- Sluit de avond af met het kort benoemen van het verschil tussen de rijke man en Lazarus.
- Sluiting

Idee voor +14 groepen
- Opening
- Bijbelstudie over Mattheüs 7, op pagina 10 en 11 van het ledenblad.
- Korte vertelling/inleiding over de gelijkenis van de wijze en dwaze bouwer.
- Pauze
- Bespreken van de vragen op pagina 12 over horen en (niet) doen
- Sluiting

Idee voor -16 groepen
- Opening
- Bijbelvertelling over de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus. Betrek daarbij de elementen: Wie dien je? Wat is werkelijke rijkdom? Maak je jezelf bezorgd over de dingen van deze wereld?
- Bespreken pagina 3 tot en met 5 over de zaligsprekingen
- Pauze
- Na de pauze is er dan ruimte voor wat andere activiteiten. Eventueel een spel of een andere creativiteit.
- Sluiting

Vertellijn voor een inleiding
Voor het maken van een inleiding of een vertelling kun je gebruik maken van de tienerbijbel van L. Snoek. Deze is nog niet zo lang geleden uitgekomen en geschreven voor tieners. De titel is: “Uw Koninkrijk kome”.

Als je het specifiek over De Bergrede in zijn algemeenheid gaat hebben, kies er dan voor om de lijn van de Treffer vast te houden.
- Eerst iets over de plaats waar de Bergrede is gehouden. Waarschijnlijk is het een berg aan het meer van Tiberias. Een grote menigte is daar samengestroomd op een soort bergplateau en de Heere Jezus is hoger gaan zitten om de mensen toe te spreken. Vandaar de naam ‘Bergrede’.
- De Heere begint zijn rede met het benoemen van wie zalig is. Je kunt in je inleiding ingaan op een aantal zaligsprekingen en deze concretiseren. Arm zijn gaat niet over weinig of geen geld hebben, maar het geestelijk arm zijn.
- Het vergaderen van schatten. Veel jongeren hebben een toekomstdroom die er uit ziet als een leventje waarin je alles tot je beschikking hebt. Elke keer weer meer, maar wat kan nu werkelijk bevredigen? Wat maakt je nu echt gelukkig?
- Het dienen van de Heere. Kerkmensen eten na de zondeval het liefst van twee walletjes. De wereld wat en de Heere wat. Maar de Heere wil het gehele hart. Hij zegt: "Mijn zoon, Mijn dochter geef Mij je hart!"
- Het bezorgd zijn. De bloem is een mooi beeld van het onderhoudende werk van de Heere. Zou Hij een bloem die vandaag mooi staat te bloeien en morgen al weer door de wind weggenomen wordt, onderhouden en de mens niet? Belangrijk is om bij dit punt onderscheid te maken tussen het algemene werk van de Heere en Zijn bijzondere zorg voor Zijn kinderen.
- Wat een wonder dat de Heere van vijanden kinderen wil maken. Hij zoekt uit genade zondaren op. Ook nu nog, ook jongeren, en ze zullen komen. Daar heeft Zijn Zoon zelf voor gezorgd!

Toelichting op de vragen

Pagina 3

1. In hoofdstuk 5 vanaf vers 17 zijn veel geboden en opdrachten te vinden die gemakkelijk schijnen te zijn, maar die zonder genade niet te houden zijn, omdat de kern iedere keer weer is de liefde tot God en de naaste.
2. Het Koninkrijk van God is geen aards koninkrijk. De Heere Jezus zegt dat Zelf tegen Pilatus. Het gaat allereerst om de vrede met God. De band met God is immers in het paradijs verbroken, daarom moet die hersteld worden. Daaruit vloeit voort dat we ook in vrede met onze naaste en met de schepping van God willen leven, maar dat zal pas volkomen zijn als de Heere een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal hebben gegeven. Dan zal de zonde geen onvrede en haat meer brengen.

Pagina 4 en 5

1. Ja, denk aan Abraham, David, Salomo, Job.
2. Als je rijk geworden bent, kun je jezelf in hoogmoed afvragen of je de Heere wel nodig hebt in je leven. Je denkt dan gemakkelijk dat je alles in je eigen hand hebt. Dat is ook het grote gevaar van onze maatschappij. We hebben het zo goed, dat we de Heere makkelijk vergeten! Veel jongelui zien bij hun ouders dat het zonder de Heere ook goed lijkt te gaan. Twee auto’s voor de deur, twee/drie keer per jaar op vakantie enzovoorts. Ook als je veel geld hebt, is het nodig om te beseffen dat je elke ademhaling van de Heere krijgt.
3. Alleen door Gods genade kun je een onderdaan worden van het Koninkrijk van God, maar de Heere wil daar wel middelen voor gebruiken, zoals de prediking en het lezen van Zijn Woord, het gebed en dergelijke.
4. Nee, je mag best je eigen mening hebben. Uiteraard moet je niet altijd star je eigen zin doen, maar je behoeft ook niet altijd toe te geven om maar goede vrienden te blijven. Een goede vriendschap moet dat ook kunnen hebben. En als het om dingen gaat die tegen het Woord van God ingaan, mag je nooit toegeven.
5. Als de Heere ons zachtmoedig maakt, gaan we leren dat wij mensen zijn die in de eerste plaats aan onszelf denken. Dan laat de Heere ons zien hoe erg de zonde van de hoogmoed is. Die gaan we dan ook haten en proberen uit te roeien. Het is het kruisigen van de oude mens. Dat kan alleen met Gods genade!

Pagina 6 en 7

Leven in eeuwigheidperspectief wijst erop dat we beseffen dat we niet op de aarde zijn geschapen voor onszelf, maar dat het in ons leven moet gaan om het dienen van God. Daarnaast wijst het er ook op dat ons leven eindig is en dat de dingen van deze wereld ook voorbij gaan. Van dat alles kunnen we ook niets meenemen als we gaan sterven. Deze dingen zullen bij ons gaan wegen als de Heere ons bekeert. Dan komt er een zekere levensernst, die zich onder andere uit in het niet meer volledig op kunnen gaan in de dingen van deze wereld. We beseffen dat er meer is dan het hier en nu. Het dienen van God stijgt ver uit boven de dingen van deze wereld.

Pagina 8

1. De jongste dag. We moeten voorbereid zijn op de wederkomst van de Heere Jezus. Daar gaat het in de voorgaande verzen over. Daarnaast kun je ook zeggen dat we voorbereid moeten zijn op een plotseling sterven. Maar in het directe verband gaat het over de wederkomst.
2. Dat kan de zorg zijn voor het dagelijks voedsel, je kleding, het behalen van goede schoolresultaten, het uitgaan met je vrienden. Het zijn allemaal geen verkeerde dingen, maar je mag er niet in opgaan. Je moet weten (en ernaar leven) dat één ding nodig is.
3. Waken kan alleen als het gepaard gaat met bidden of de Heere je wil bewaren voor de zonde, voor de verleiding van de zonde, voor het opgaan in de zorgvuldigheden van deze wereld. Wil je er niet in meegezogen worden dan is een nauw leven met de Heere zeer noodzakelijk. Het vraagt een dagelijks zoeken van de Heere zoals Daniël deed driemaal daags.

Pagina 9

1. Nee, deze dingen zijn nodig. Je mag zorgdragen voor je lichaam, maar het mag je niet geheel beheersen. De Heere weet wat je nodig hebt. Als je daaruit mag leven, zal de zorg voor het dagelijks leven je niet geheel beheersen. Dan gaat het je allereerst om het dienen van de Heere.
2. De Heere heeft Zijn kinderen graag dicht bij Zich. Hij wil dat ze Hem in alles nodig hebben. Daarom leert Hij ze ook bidden voor hun dagelijks brood. Bovendien is bidden niet alleen vragen, maar ook danken en loven. De Heere wordt door het gebed verheerlijkt en dat was het oorspronkelijke doel van de mens. Daarom hoort Hij graag Zijn kinderen bidden. Door het gebed hebben Gods kinderen gemeenschap met Hem en daar is het om te doen. Het gaat niet alleen om de gaven, maar bovenal om de Gever.
3. Maria was het te doen om de boodschap van de Heere en Martha diende de Heere met haar zorgen. Het goede deel is te mogen zitten aan de voeten van de Heere. Om van Hem alles te leren en in Zijn gaven te mogen delen.

Pagina 10 en 11

Mattheüs 7 : 13-29

13. Gaat in door de enge poort*; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan;
14. Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden.

15. Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven.
16. Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen?
17. Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten.
18 Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen.
19 Een ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.
20 Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen.

21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan?
23 En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!

24 Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft;
25 En er is slagregen nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op de steenrots gegrond.
26 En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft;
27 En de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot.

* In ieder stukje is de kernzin voor de duidelijkheid gearceerd, om het verschil met de tegenstellingen duidelijker te maken.

Vraag 1

- Een brede weg is gemakkelijk begaanbaar. Als je op deze weg wandelt, kan dat op veel manieren. Je kunt volop meedoen met de wereld, je kan ook langs de kant lopen en voorzichtig meedoen of helemaal niet meedoen. Wandelen op de brede weg houdt in dat je je hart niet aan de Heere hebt gegeven, maar dat je nog je eigen leven leidt.
- Wandelen op de brede weg lijkt zonder moeiten te gaan. Maar het einde ervan is het eeuwig verderf.
- Het gaat erom of je de Heere dient. Hij moet de hoogste plaats in je leven hebben. Zo niet, dan wandel je nog op de brede weg. Bidden, bijbellezen, kerkgang en dergelijke zijn dan belangrijk in je leven.
- Je kunt er niet je eigen leven leiden. Wie door die poort wil, moet erdoor gaan als een arme zondaar, die het alleen van Christus verwacht. Iemand die denkt dat hij door een goed leven wel in zal kunnen gaan, kan niet door die enge poort.
- “Ingaan” is actief, dat doe je zelf, terwijl “vinden” meer wijst naar de genade die de Heere schenkt. Op de brede weg wandel je dus zelf, daar heb je zelf voor gekozen. Wandelen op de smalle weg is door de genade van God. Het is een gevonden worden door God! (Ik ben gevonden van degenen die naar Mij niet zochten.)

Vraag 2

- Mensen die je een andere weg voorhouden waardoor je zou kunnen zalig worden. Bijvoorbeeld degenen die leren dat je door goede werken zalig kunt worden. Of degenen die leren dat je zelf moet kiezen voor Jezus.
- Je moet letten op de vruchten in hun leven. Het is de vraag of je jaloers kunt worden op hun leven. Is het een leven in godsvrucht, een leven in de vreze des Heeren? Kun je merken dat ze bang zijn om te zondigen of merk je in het dagelijks leven niet zoveel van hun christen-zijn en van wat ze anderen voorhouden?

Vraag 3

- Voortbrengen, dit duidt er dus op dat je leven openbaart wat er in je hart leeft.
- Een leven in de zonden: liegen, vuile praat, spieken, opgaan in kleding of sport.
- Een leven met de Heere: je bent bang om te zondigen, je wilt weten wat de Heere wil dat je doet, het Woord van God is belangrijk in je leven. Leven met de Heere wil ook zeggen dat je dikwijls tot Hem bidt om gemeenschap met Hem te hebben.

Vraag 4

- Profeteren in de Naam van God, duivelen uitwerpen, wonderen doen.
- De Heere heeft hen nooit gekend, dat wil zeggen dat ze wel met hun mond hebben beleden dat ze al deze dingen deden in de Naam van God, maar dat Hij niet woonde in hun hart. Ten diepste hadden ze Hem niet nodig.
- Ze deden het zonder de Heere.
- We kunnen heel veel goede dingen doen, ook voor de kerk. We kunnen zelfs krachtige wonderen doen, maar als we daarmee niet de eer van God op het oog hebben, maar onze eigen eer, leven we nog geheel voor onze eigen rekening. Dan zijn we niet bij de Heere gekend! De Heere kijkt in de eerste plaats naar ons hart!

Vraag 5.

- De voorzichtigheid van de eerste bouwer blijkt uit het feit dat hij ging graven tot hij de harde steenrots vond. De dwaasheid van de tweede bouwer bleek uit het feit dat hij ging bouwen eer hij een goed fundament had gevonden.
- Waarschijnlijk niet. Zo behoef je ook uiterlijk geen verschil te zien tussen een kind van God en een goed meelevend kerkmens. Het verschil is te merken als je iemand beter kent. Je weet dan wat hem of haar ten diepste bezig houdt. Zijn het de dingen van de wereld of de dingen van God.
- Als je meent dat je met je nette kerkelijke leven wel voor de Heere kunt verschijnen. Of als je denkt dat je met al je goede werken wel zalig zult worden.
- Als je leven gefundeerd is in Christus. Alleen op Zijn genade kun je je levenshuis grondvesten. Als je niet weet of Hij in je woont, dan moet je er dus alles aan doen om daar eerst zekerheid over te krijgen! De weg en de middelen die de Heere daartoe heeft gegeven (Zijn Woord, de prediking, het gebed, catechisatie e.d.) waarnemen.
- Het huis van de dwaze bouwer stort in na een hevige regenval en een zware storm. En zijn val was groot. Ontzaglijk zal de eeuwige duisternis zijn, te meer als je ervoor gewaarschuwd bent. Het huis van de wijze bouwer viel niet, want het was op de steenrots gegrond. Wie zijn leven op Christus gebouwd heeft, heeft het eeuwige leven.

Pagina 12

Vragen

1. De dwaze bouwer past de waterproef in zijn leven niet toe. Deze proef komt pas bij zijn dood. Dan pas komt hij erachter dat hij zichzelf heeft bedrogen. Dit was niet nodig geweest als hij zijn fundament eerder had getoetst. (zie vraag 2)
2. De beste methode is het luisteren naar het Woord van God. Daardoor wil de Heere antwoord geven op vragen die leven in je hart. Daardoor wil de Heere ook Zijn werk bevestigen. Als de Heere in je hart komt wonen, zal het immers de vraag van je leven worden of je kind van God bent of niet. Daarom vraag je iedere keer of de Heere daarop wil antwoorden door Zijn Woord en Geest. En de Heere wil door deze weg ook Zijn eigen werk bevestigen. Daarnaast is het zo dat de boom aan zijn vruchten wordt gekend. Daarop wijst de titel: horen en doen. Een kind van God luistert naar Zijn Woord, maar hij wil er ook naar leven. Wie midden in de zonden leeft en zijn vermaak vindt in de zonde, kan geen kind van God zijn. Gods kinderen kunnen wel zondigen, maar ze vinden er geen vermaak meer in.
3. Als je weet dat je een kind van God bent. Als de Heere het zelf bevestigd heeft in je hart. En dat is geen kwestie van één keer, maar een kind van God verlangt ernaar om het vriendelijk aangezicht van God keer op keer te zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Treffer | 20 Pagina's

Aanwijzingen voor het gebruik van de Treffer: ‘De Bergrede’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Treffer | 20 Pagina's