JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De Ambten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Ambten

$Amp$#X201e;Als Ik Het Bestemde Ambt Zal Ontvangen Hebben, Zo Zal Ik Gans Recht Richten" (Psalm 75 :3)

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanwijzing voor het gebruik

Deze schets is in thema-vorm opgezet. Het thema de ambten kan b.v. in drie verschillende onderwerpen worden uitgewerkt, zodat dit onderwerp heel gemakkelijk door drie inleiders behandeld kan worden.

Geef je aan deze opzet de voorkeur, dan kan de schets ah volgt worden benut:

le inleiding: het ambt van predikant

2e inleiding: het ambt van ouderling

3e inleiding: het ambt van diaken

Lees bij het maken van het onderwerp van tevoren de bevestigingsformulieren voor predikant, ouderling en diaken eens goed door. Je hebt dan meteen een indruk van de aard en werkzaamheden van de betreffende ambten.

1. Inleiding

Over het ambt en de betekenis van de ambtelijke dienst in de kerk is de laatste jaren nogal wat te doen. In vele kerken bestaan er spanningen rondom de vragen naar de herkomst en de betekenis van het ambt. Prof. Berkhof heeft nog niet zo lang geleden een studie-rapport aan de Hervormde Synode voorgelegd: Wat is er aan de hand met het ambt? Bij zijn voorstellen in dit rapport heeft hij zich zozeer ingesteld op een struktuur voor de kerk, die aan de tegenwoordige maatschappij is ontleend, dat hij daarmee volledig afwijkt van de reformatorische gedachten hierover en de bijbelse lijn hierin.

Ook voor ons is het nuttig te zien wat de belijdenis en de bevestigingsformulieren over het ambt zeggen. Laten we daarbij dan nauwkeurig luisteren naar de Schrift, zonder ons te laten be invloeden door allerlei opvattingen over maatschappelijke strukturen. Die zijn immers niet van toepassing op de kerk.

In deze schets gaat het over diensten, d.w.z. de ambten. De diensten van de dienaar des Woords, de ouderling en de diaken. We herkennen hierin het koninklijk, profetisch en priesterlijk ambt uit het O.T. Tevens moeten we bedenken dat de Heere Jezus als dè profeet, dè priester en dè koning deze ambten aan Zijn kerk doorgeeft.

2. Christus, zekerheid van de kerk

De vergadering, bescherming en onderhouding van de gemeente geschiedt door Christus Zelf. Jezus zegt: „En Ik geef hun - dat zijn Zijn schapen • het eeuwige leven, en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen, en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders. Ik en de Vader zijn één (Joh. 10 : 28, 29 en 30).

3. Hulpmiddelen

Het is wonderlijk dat God dit werk niet zonder meer Zélf doet. Hij bedient Zich daarbij van zwakke krachten, van mensen. Zij zijn hulpmiddelen bij de verspreiding van het Evangelie en de besturing van de gemeenten.

De Heilige Geest bekrachtigt het werk van de verkondiging, de regering en de onderhouding, waardoor het vruchten afwerpt.

4. Tijdelijke en blijvende ambten

L)e Heere heett de diensten, waarin mensen werkzaam zijn mogen, zelf ingesteld. Apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars, ouderlingen en diakenen. De eerste drie zijn de buitengewone ambten, die de Heere alleen aan het begin van de christelijke kerk gegeven heeft om het fundament te leggen. Herders en leraars, ouderlingen en diakenen zijn gebleven. In deze schets beperken wij ons tot de laatsten, tot de gewone ambten.

5. Diensten

De werkzaamheden van de ambten verschillen, resp. prediken, besturen, armen verzorgen. Toch hebben ze iets geweldig gemeenschappelijks. Het woord, waarmee ze worden aangeduid, zegt het. Zij zijn ambten, dat wil zeggen diensten. Ambtsdragers zijn dienstknechten van God om het Evangelie van Jezus Christus te verbreiden, de goede orde te onderhouden in Zijn gemeente en de nood der behoeftigen te lenigen. Zij zijn in bijzondere zin schuldig met de gaven, die zij van de Heere ontvangen hebben, Hem en Zijn gemeente te dienen.

"Wie tot dienaar is aangesteld moet door te dienen zijn ambt uitoefenen; hij heeft te bedenken, dat hij niet voor zichzelf maar voor anderen tot deze waardigheid aangenomen is", zegt Calvijn bij Romeinen 12:7.

6. Roeping

In hun hart dienen de ambtsdragers overtuigd te zijn dat de Heere hen voor dat werk heeft bestemd. Die overtuiging dient voor degenen, die ter beoordeling daarvan zijn gesteld, aanvaardbaar te zijn. Vooral bij de toelating tot de studie voor het predikambt wordt aan deze inwendige roeping aandacht geschonken. Bovendien behoren de ambtsdragers uitwendig op een wettige manier door de gemeente geroepen te zijn.

7. Eisen

In de Bijbel worden op verscheidene plaatsen de eisen beschreven, waaraan de ambtsdragers dienen te voldoen. Afgezien van de gaven voor het ambt, waartoe zij geroepen worden, moet hun levenswandel onberispelijk zijn. Van de Heere moeten zij de genade ontvangen hebben van het geloof in Christus, dat zalig maakt (1 Tim. 3:2-8,2 Tim. 1 : 5 -15;2 Tim.2;Titus 1 : 5-10).

Predikant

8. Tevens ouderling

Het ambt van dienaar des Woords houdt tevens het ambt van ouderling in. In de brief aan Timotheüs zegt Paulus, dat de ouderlingen, die wél regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer (5 : 17). Alle ouderlingen regeren, d.w.z. besturen de gemeente. Er zijn er onder hen, die niet alleen besturen, maar bovendien prediken. Dezen zijn de dienaren des Woords.

9. Dienaar

De aanduiding "dienaar des Woords" voor het ambt van de geschoolde en bezoldigde ouderling komt uit de Bijbel. Paulus noemt zich in zijn brief aan de Efeziërs een dienaar van het Evangelie (3:7). In het Evangelie van Lukas worden de apostelen dienaren des Woords genoemd (1:2). De naam typeert het karakter van de dienst. De dragers van dit ambt zijn ondergeschikt aan het Woord van God. Zij zijn dienstknechten. Deze nederige positie zal een mens slechts onder de leiding van de Heilige Geest innemen. Van nature zal hij de Heilige Schrift benaderen met een ongelovig hart en een kritische instelling. Biddend om liefde en verlichting van het verstand zal de dienaar zijn werk moeten verrichten.

10. Sleutel des hemelrijks

De Heere geeft een boodschap, dat is Zijn Woord. Hij maakt in Zijn Woord bekend, dat allen die zich bekeren en oprecht in Christus geloven, om Christus' wil vergeving van zonden ontvangen en straks eeuwig bij Hem in de hemel zullen zijn. De predikant zegt als „gezant van Christus" hen, die zich bekeren en geloven, de eeuwige zaligheid toe. Anders gezegd: hij ontsluit het Koninkrijk der hemelen. Gods Woord zegt ook, dat ongelovigen, zolang zij dat blijven, hun zonden zullen houden. In de prediking wordt deze boodschap doorgegeven. De aanzegging dat de zonden toegerekend blijven, noemt de Bijbel de sluiting van het Koninkrijk der hemelen (Matth 16 : 19; Joh. 20 : 23).

11. Sacramenten

De bediening van de sacramenten is gebonden aan de bediening van het Woord. Sacramenten zijn tekenen en zegelen. De boodschap wordt in het Woord en in de prediking ervan verkondigd. Met de sacramenten wordt hij als het ware uitgebeeld en als met een zegel officieel bevestigd.

12. Ware kerk

Prediking en sacramenten zijn genademiddelen. Dit moet toch wel grote eerbied opwekken als wij in de kerk een dienst bijwonen. Geen wonder dat het kerkgebouw Gods huis wordt genoemd. Treffend vermeldt de Nederlandse Geloofsbelijdenis de zuivere bediening van het Woord en de sacramenten als twee wezenlijke kenmerken van de ware Kerk.

13. Herder

De predikant is herder en leraar Een herder weidt zijn schapen, waarschuwt ze, vecht voor ze, straft ze, verbindt hun wonden. Op eenzelfde manier is een predikant werkzaam in de gemeente. Over de openbare prediking hebben we het gehad. Er is ook een persoonlijk kontakt tussen de predikant en de leden van de gemeente. Hij troost de zieken en staat hen. die in doodsnood zijn, bij. Hij komt met waarschuwingen, het onderwijs en de troost van Gods Woord bij de individuele mens met zijn bijzondere noden. Dit deel van het herderlijk werk vindt hoofdzakelijk plaats tijdens het huisbezoek. Het valt minder op dan de preek, maar het is even belangrijk.

14. Besturen

Tenslotte heeft de predikant allerlei bestuurstaken in de gemeente. Hij is voorzitter van de kerkeraad, heeft zitting in andere kerkelijke colleges, enz.

15. Gebed

Het prediken, het bedienen van de sacramenten en het besturen gaan gepaard met gebeden. De predikant is bij de gemeenschappelijke gebeden de mond van de aanwezigen. Een zeer belangrijk en moeilijk werk. In zijn partikuliere gebeden zal hij zich veel tot de Heere moeten wenden om de hulp van Gods Geest. De gemeente dient sterk aan te houden in het gebed, dat God voor hem de deur des Woords opene (Col. 4 : 2 en 3).

Ouderling

De predikant en de ouderling hebben beiden tot taak het Evangelie te verkondigen en de gemeente te besturen. Bij het ambt van de dienaar des Woords valt de nadruk op de verkondiging; bij het ambt van de ouderling op het besturen.

16. Opziener

Een ouderling is een opziener in de gemeente (1 Tim. 3 : 1 en 2). Als een huis gebouwd wordt of een weg aangelegd, moet iemand toezicht houden op de uitvoering ervan en daarbij soms adviezen geven. Zo'n man heeft het opzicht. Dit beeld geeft enigszins weer de betekenis van het woord opziener. De ouderling heeft in Christus' Naam opzicht over allerlei dingen in de gemeente. De kunstenaar en bouwmeester is God zelf. De ouderling is een hulpmiddel van de Heere en in zijn werk afhankelijk van de hulp van de Heilige Geest.

17. Leer en leven

God roept door middel van de verkondiging van het Evangelie zondaren tot bekering. Hij laat de ouderling de gemeente ingaan om uit te zien naar de uitwerking van de prediking. Bij dat zoeken brengt hij zelf ook het Evangelie. Bovendien houdt hij toezicht op leer en leven in de gemeente. Tevens spoort hij aan alles te onderhouden wat de Heere in Zijn Woord bevolen heeft (Matth. 28 : 19). Als lid van de kerkeraad heeft hij deel aan de uitoefening van de christelijke tucht, als een lid na vermaning volhardt in een onchristelijke leer of leven (zondag 31).

18. Prediking

Evenals andere kerkgangers heeft de ouderling te luisteren naar de prediking om voedsel voor zijn hart te ontvangen. Hij moet veel Gods Woord onderzoeken, de belijdenisgeschriften bestuderen en zich oefenen in de godzaligheid. Specifiek tot dit ambt hoort het luisteren of de prediking overeenstemt met de leer van de Bijbel.

19. Bestuur

De ouderling heeft de zorg voor de welstand en de goede orde van de gemeente. Dit omvat heel veel zaken. Allereerst dient hij er naar te streven, dat er een plaats is waar de gemeente kan samenkomen om naar Gods Woord te horen, te bidden en te zingen. In zich sterk uitbreidende steden is er heel wat te doen voordat er in de nieuwe wijken een kerkgebouw staat. De orde van de kerkdiensten, de catechisaties, de financiën, de regeling van het huisbezoek, het overleg over problemen, die bij het huisbezoek aan de dag komen, de administratie, het werk van de diakonie; het zijn allemaal zaken, die regelmatig op de agenda van de kerkeraadsvergadering staan.

20. Gebed

Op kerkelijke vergaderingen en bij het huisbezoek gaat de ouderling voor in gebed. Het gebeurt ook tijdens een kerkdienst zonder predikant. Het is een opgave, waartegen velen opzien en waarbij ze de hulp van de Heere daadwerkelijk ervaren.

Diaken

21. Herkomst van de naam diaken

Het woord diaken komt van het Griekse diakonos d.i. dienaar. Dit woord komt in het N.T. herhaaldelijk voor. Slechts driemaal wordt het in de Statenvertaling met het woord diaken vertaald. Uit de algemene betekenis heeft één betekenisinhoud, nl. die van dienaar in het werk der barmhartigheid, zich speciaal met het woord diakonos verbonden en zo hebben we in onze taal het woord diaken gekregen.

22. De plaats van de diaken

Wat betreft de juiste plaats van dit ambt tussen de andere ambten, bestond en bestaat er wel enig meningsverschil binnen de kerken van Calvinistische origine. Het gaat voornamelijk over de vraag: behoren de diakenen wel of niet bij de kerkeraad?

In de Franse gereformeerde kerken werden ze voluit beschouwd als zodanig. De Poolse hervormer Johannes a Lasco beschouwde ze niet als leden van de kerkeraad. De Nederlandse kerken namen enigszins een tussenpositie in. We zien op dit punt een zekere tegenstrijdigheid. Volgens de N.G.B. artikel 30, behoren de diakenen tot de kerkeraad. Volgens de D.K.O. art. 37 en 39, behoren ze er slechts in bepaalde gevallen toe. Het laatste doet zich voor in kleine gemeenten, waar minder dan drie ouderlingen zijn. Daar fungeren de diakenen als hulpouderling. In de grote gemeenten moeten echter de diakenen in bepaalde gevallen, zoals b.v. bij het beroepingswerk, meebeslissen. Heel scherp is dus de taak der diakenen niet afgebakend. In vele van onze gemeenten behoren de diakenen tot de kerkeraad (zie bevestigingsformulier).

23. Huidige ontwikkeling

Door de welvaart in de westerse wereld is het aantal armen en behoeftigen sterk gedaald. Ook de sterk toegenomen sociale zorg, met name voor de ouderen, heeft heel wat werk voor de diakonieën overbodig gemaakt. Toch zou het verkeerd zijn om te menen, dat het ambt van diaken nu zachtjesaan uit de tijd zou raken. Dit is in strijd met de verordeningen die Christus aan Zijn gemeente heeft geschonken. Er is geen enkel ambt overbodig. Vroeger niet en nu niet.

Alles wat de Heere heeft ingesteld, is zinvol, al moet gezegd worden, dat het terrein waarop de diakonie werkt, verschoven is. Je zou kunnen spreken van een verbreding van haar taak. Vroeger was de armenzorg de belangrijkste taak; nu krijgen bejaarden* en gezinszorg ruime aandacht. Een relatief langere leeftijd van de mens veroorzaakt een toenemend aantal ouden van dagen. Door de geheel andere gezinsstruktuur en gebrek aan woonruimte geeft de verzorging van die bejaarden bij familieleden vaak grote moeilijkheden. De diakonie verliest de bejaardentehuizen dan ook niet uit het oog.

Ook is te denken aan de chronische zieken, vooral ook onder de bejaarden, wier verpleging thuis onmogelijk is. Verder liggen er taken voor de diakonieën op het terrein van de gezinsverzorging. Ook wordt veel aandacht besteed aan allerlei liefdadigheidsinstellingen, zoals Effatha, Bartimeüs, reclassering, enz. Hulp in deze vorm bestrijkt zo'n enorm terrein, dat de diakonie in deze tijd in

Hulp in deze vorm bestrijkt zo'n enorm terrein, dat de diakonie in deze tijd in samenwerking met de gemeentelijke overheid veelal financiële bijdragen verleent (Denk aan de A.B.W.). Hierbij moeten we bedenken dat - mede doordat de kerkelijke en partikuliere armenzorg in het verzorgen van armen min ot meer gefaald heeft - de overheid door de nood gedrongen in feite een groot deel van de armenzorg in ons land ter hand nam.

Dit heeft een steeds toenemende overheidsmacht tot gevolg. De door God aan de christelijke gemeente opgelegde verplichting te "geven" wordt hierdoor steeds meer uit het oog verloren. Een citaat uit "Christelijke diakonie en A.B.W." van Prof. C. Veenhof, mag dit verduidelijken:

"Op grond van wat Jezus zo als zijn Evangelie heeft verkondigd zal de kerk en zullen ook de afzonderlijke gelovigen het moeten belijden en in praktijk brengen dat alle diakonale zorg zowel die welke door de individuele gelovigen als die welke door de diakenen wordt geboden een, steeds zeer gevariëerde, hulpverlening is aan noodlijdenden welke hun door God als plicht, als ereplicht, wordt opgelegd. En dat het ontvangen van deze hulpverlening is het verkrijgen van een evenzo door God en zijn Christus geschonken recht. Het is de Heere die door de diakonale zorg van "gewone" gelovigen en diakenen het recht der armen, der verdrukten, doet eelden (Ps. 146)."

Verder wordt onze wereld steeds kleiner, d.w.z. we nemen kennis, veel beter dan dit vroeger het geval was, van wat er in de wereld gebeurt. We worden op de hoogte gebracht van hongersnoden, overstromingen, aardbevingen, enz. Er zijn gebieden, de zgn. derde wereld, waar de mensen constant in grote armoede verkeren. Ook in dit opzicht hebben we als diakonieën een taak. We hebben deze taak niet alleen t.a.v. de "huisgenoten des geloofs", maar ook voor de verder-afstaanden. Denk aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

24. Literatuur

De ambten

1. De Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 27 t/m 32.

2. De Dordtse Kerkorde in het Kerkelijk Handboekje, blz. 177 e.v.

3. Louiz Goumar: Het ambt bij Calvijn.

4. Joh. Calvijn: Institutie, boek IV, hfdst. III.

5. Kerkelijk handboekje. Opnieuw uitgegeven op last van de Generale Synode der Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

6. K. Dijk: De eenheid der ambten. Utrecht, z.j.

7. Ds. G.H. Kersten: De Gereformeerde Dogmatiek. Deel I, blz. 379 t/m 381, deel II, blz. 146 t/m 149.

Predikant

8. De Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 31.

9. De Heidelbergse Catechismus, zondag 31.

10. Bevestigingsformulier van de dienaar des Goddelijken Woords.

Zie verder literatuur "De ambten".

Ouderling

11. De Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 31.

12. Het bevestigingsformulier van de ouderling en diaken

13. Jac. Koelman: De ambten en pligten der ouderlingen en diakenen (alleen antiquarisch verkrijgbaar).

Zie verder literatuur "de ambten".

Diaken

14. De Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 31.

15. Het bevestigingsformulier van de ouderling en diaken.

16. Jac. Koelman: De ambten en pligten der ouderlingen en diakenen (alleen antiquarisch verkrijgbaar).

17. J. Hovius: Behoren de diakenen tot den Kerkeraad? Sneek, z.j.

18. P. Deddens: De positie van de diakenen t.a.v. de kerkeraad, Rotterdam, z.j.

19. Prof. C. Veenhof: Christelijke diakonie en A.B.W. Uitgave: Buyten en Schipperheyn, Amsterdam, 1966.

25. Wenk

— Wanneer het onderwerp aan de orde komt, nodig dan een van de ambtsdragers uit. Indien de mogelijkheid er is, kunnen achtereenvolgens de predikant, de ouderling, de diaken gevraagd worden om aan de hand van de onderwerpen wat uitleg te geven.

— In de "Gebeden voor en na de handeling der kerkelijke bijeenkomsten" kun je vast wel een gebed vinden dat als avondsluiting dienen kan.

— In groepsverband.

Vraag aan de kerkeraad een kopie van art. 37 en 39 van de D.K.O., zodat aan de hand van art. 30 van onze N.G.B. en voornoemde artikelen vraag 5 besproken kan worden. Deze vraag kan door één groepje van 5 a 6 leden nader worden uitgewerkt.

Een ander groepje werkt de volgende opdracht uit: In Matth. 22 : 13; Joh. 2 : 5 en 9; Rom. 13 : 4; Rom. 15 : 8; Gal. 2 : 17; Efeze 3 : 17 wordt in het Grieks het woord diakonos gebruikt. Ga na wat het werk van de in die teksten genoemde diakonos was.

26. Gespreks vragen

1. Ga eens na welke overeenkomsten de ambten hebben en welke verschillen.

2. Waarom is het aantal ambtsdragers, ook in een kleine gemeente, nooit beperkt tot één?

3. Kan een ambtsdrager, buiten medeweten van de kerkeraad een belangrijke beslissing nemen?

4. Ga eens na welke werkzaamheden, die tot de ambten behoren, zij het in meer algemene zin, ook rusten op de schouders van hen die het ambt van alk' gelovigen bekleden.

5. Vergelijk het bevestigingsformulier voor ouderlingen en diakenen met art. 30 van onze N.G.B. en met art. 37 en 39 van de D.K.O. Wat valt je op 9

6. Ligt b.v. hulp aan gehandicapte kinderen op het terrein van de diakonie?

7. Vind je het juist, dat bij de eredienst slechts met één zakje gecollecteerd wordt?

7. Is het juist aan een van de ambten, b.v. aan het ambt van diaken minder belang te hechten?

9. Hoe sta je tegenover de huidige ontwikkeling, waarbij de Staat steeds meer de plaats van de diakonie gaat innemen wat betreft de verzorging van de behoeftigen ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

Salvo | 1 Pagina's

De Ambten

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

Salvo | 1 Pagina's