JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

3. In gesprek met........

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

3. In gesprek met........

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Jan is 42 jaar. Enkele jaren geleden was hij nog gelukkig. Hij had een goede baan en een zorgzame vrouw. Nadat hij zijn ontslag had gekregen, volgde een echtscheiding. Nu zwerft hij door één van de grote steden in ons land. Door middel van alcohol en drugs probeert hij zijn ellendig bestaan te ontvluchten. Jan is niet de enige zwerver in ons land. Dagelijks zwerven er 200.000 mensen door onze steden, zonder thuis en vaak zonder onderdak. En voor deze mensen is er vanuit de reformatorische kerken in ons land geen hulpverlening, terwijl het toch een Bijbelse opdracht is onze naaste te helpen!"

Dit is te lezen wanneer de folder van de stichting "Ontmoeting" wordt opengeslagen. De stichting probeert overeenkomstig Gods Woord, "hulp te verlenen aan mensen in nood, zwervers, verslaafden, prostituées en allen die in een crisissituatie verkeren (ongeacht ras, kleur of godsdienst)".

Herbergzaamheid in de praktijk? Is dit te realiseren?

In gesprek met dhr. Aarnoudse, be stuurslid van de Stichting, en dhr.

Van Dijke, koördinator van de hulpverlening bij de stichting.

Wat houdt volgens u 'herbergzaamheid' in?

Dhr. Van Dijke: Herbergzaamheid is als het goed is, een vorm van dienstbetoon, waarin het begrip naastenliefde concreet gestalte krijgt, en waarbij niet alleen ons huis maar ook ons hart open staat voor de (hulpbehoevende) medemens.

Het moet iets bezitten van het karakter dat eigen was aan onder andere de vroeg-christelijke gemeenten die als (vaak vervolgde) minderheid in de samenleving een bolwerk waren van onbaatzuchtige, naar iedereen uitgaande liefde en hulp.

Ziet u een relatie met de oproep tot herbergzaamheid in onder andere Rom. 12:13?

Dhr. Aarnoudse: In Gods Woord komen we vele vermaningen tot liefde en andere plichten tegen. Romeinen 12:13 en 1 Petrus 4:9 zijn er een paar, die specifiek spreken over herbergzaamheid, maar dat is niet het enige wat de mensen nodig hebben waar we ons op richten. Deze mensen moet in een breder opzicht welgedaan worden. In Galaten 6:10 lezen we: "Zo dan terwijl wij tijd hebben, laat ons goeddoen aan allen..." Deze tekst spreekt over liefdadigheid en goedgezindheid jegens alle mensen.

Alle mensen zijn deelgenoten aan dezelfde menselijke natuur. Dus vatbaar voor dezelfde barmhartigheden.

Daarom moeten wij medelijden hebben in hun ongelukken en hen helpen in hun noden, zowel naar het lichaam als naar de ziel, hun welvaart bevorderen, wanneer zij daartoe gelegenheid hebben. Zo schrijft M. Henry in zijn verklaring.

Ten tijde van het Oude Testament moest een vreemdeling zich aanpassen aan de Israëlieten bij wie hij onderdak vond. Geldt de eis van aanpassing nog steeds?

Dhr. Aarnoudse: Zoals die eis in Oud-Israël gold, zo geldt deze mijns inziens nog. Anders zou de vreemdeling te veel negatieve invloed uitoefenen op onze instellingen. Het moet juist andersom zijn. Van ons moet iets uitgaan. Dat houdt wel in dat men vasthoudt aan het eigene, datgene wat voort komt uit onze identiteit.

Wat was de drijfveer achter het opzetten van de stichting "Ontmoe ting'?

Dhr. Aarnoudse: De ellende naast onze deur neemt steeds toe. Er zijn zoveel mensen in onze eigen land die van huis en haard verdreven zijn of daar bewust niet meer willen zijn om wat voor oorzaak dan ook. Velen zwerven doelloos door onze grote steden en niemand ziet naar hen om.

Buitenkerkelijke mensen in nood.

Maar ook jongeren die kerkelijk opgevoed zijn, kunnen we in het circuit van de thuislozen tegenkomen.

Tegenover al die mensen in nood hebben we een schuld. Mensen die op onze weg geplaatst zijn en waar we niet goed raad mee weten. De Stichting "Ontmoeting" wil zien wat er voor deze mensen gedaan kan worden. Daadwerkelijk maatschappelijke hulp verlenen vanuit bijbelse motieven

Ziet u een relatie tussen het werk van de Stichting "Ontmoeting", en de oproep tol herbergzaamheid in het Nieuwe Testament ?

Dhr. Van Dijke: Elke maatschappelijke instelling, iedere hulpverlener die op dit terrein werkzaam is, zal trachten vanuit zijn of haar levensovertuiging en gedachtengoed een antwoord te formuleren op dit groeiend probleem. Juist de bijbelse opdracht tot herbergzaamheid (zoals die bijvoorbeeld in Romeinen 12 en Hebreen 13 tot ons komt), en die de Stichting ook duidelijk tot de hare wil rekenen, is in dit initiatief gekoppeld aan de hulpverlening op het terrein van de dak-en thuislozenzorg. Het is als het ware onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

Wat is de doelgroep ? Zijn er reeds kontakten mee?

Dhr. Van Dijke: In z'n algemeenheid is de doelgroep: de dak- en thuislozen. Dat is echter een nogal komplex gezelschap, bestaande uit bijvoorbeeld zwervers, alkohol- en drugsverslaafden, (ex-)psychiatrische patiënten, enzovoorts. Wij willen, zeker in de startfase, niet de pretentie hebben een antwoord te kunnen geven op de problematiek van die verschillende groeperingen. Je moet dan kwalitatief en kwantitatief heel veel in huis hebben. We moeten denk ik een bescheiden begin maken (op die manier die zowel voor de hulpvrager als ook de hulpverlener duidelijk is), en vanuit die startpositie de werkzaamheden geleidelijk aan uitbouwen.

Wat is uw persoonlijke drijfveer om dit werk te gaan doen ? Heeft u reeds eerder dergelijk werk gedaan?

Dhr. Van Dijke: Het aspect 'dienstbaarheid' in het dagelijks werk heeft me altijd aangetrokken. Niet dat je je daar een ontroerend en sentimenteel verhaal (wel bewogenheid) bij moet bedenken. Ik denk als we onze sentimenten projekteren op de doel groep van de "Ontmoeting" dat er van romantiek weinig overblijft. We worden geconfronteerd met een categorie mensen die in de goot ligt en waar we liever met een boog omheen lopen. God plaatst deze mensen op onze weg en geeft ons in Zijn Woord de opdracht tot herbergzaamheid; in die zin kun je wel spreken van een roeping. Daarnaast blijft het uiteraard gewoon een beroep waarvoor bepaalde eigenschappen en vaardigheden nodig zijn.

Verder is het aansprekende voor mij gelegen in de gezamelijke aanpak van een aantal reformatorische kerken. Dat we niet allemaal ons eigen winkeltje zijn begonnen, met als gevolg een versnippering van krachten in plaats van bundeling. Mijn hele arbeidsverleden heeft zich afgespeeld in de welzijnssektor, onder andere in de kinderbescherming en het vormingswerk.

Denkt u dat de opvang van het beoogde publiek, waar onder andere kriminelen toe behoren, niet erg moeilijk zal zijn? (aandachtspunten:

drugs, alkohol, vloeken, regels, agressie)

Uiteraard zitten aan de herbergzaamheid van de vele probleemgevallen in onze maatschappij duidelijk grote problemen. Het is niet gemakkelijk zo niet onmogelijk om mensen met allerlei problemen op te nemen in je eigen huis. Maar wel dienen we dan mogelijkheden te openen om aan de opdracht tot herbergzaamheid te voldoen.

Dhr. Van Dijke: Ik denk dat het heel belangrijk is hoe je als mens deze din gen hanteert en welke afspraken je daaromtrent vastlegt. De opvang van deze mensen zal sowieso moeilijk zijn. Men dobbert korte of al lange tijd stuurloos rond in deze maatschappij; men heeft een eigen waarden- en normenpatroon ontwikkeld, hun gedragspatroon zal sterk afwijken van wat gangbaar is. Daar moet je niet meteen allerlei sancties aan gaan verbinden; met instandhouding van je eigen opvattingen en leefwijze, zul je de golflengte waarop de ander zit, moeten zoeken. Men moet zich geaccepteerd weten en welkom voelen, maar wel in een sfeer die past bij onze overtuiging. Wat overigens in de enkele werkbezoeken die reeds mochten plaatsvinden bij kollegainstellingen volstrekt duidelijk was, is dat het hanteren van zeer duidelijke regels en afspraken ten aanzien van en met de bezoekers noodzakelijk is.

Het niet naleven daarvan kan bijvoorbeeld verwijdering tot gevolg hebben.

Welke problemen verwacht u persoonlijk bij de daadwerkelijke hulpverlening?

Dhr. Van Dijke: Er zijn natuurlijk de altijd voorkomende huis-, tuin- en keukenproblemen zoals iedere organisatie die kent.

Die zijn niet onbelangrijk, maar ook niet allesbepalend.

Een probleem zou kunnen schuilen in de beperkingen die je je noodge- dwongen moet opleggen. Beperkingen van zowel kwantitatieve- als kwalitatieve aard. Het is een keuzeprobleem. De omvang en de intensiteit van de problematiek nemen toe. Echter de hulpverlening heeft ook zijn grenzen, organisatorisch en individueel. Kiezen voor het één betekent uitsluiting van iets anders, je kunt niet alles. Als het nu om een luxe-probleem ging dan was het niet zo erg, maar de problematiek ligt veel fundamenteler, het heeft te maken met de bestaansproblematiek van onze medemens in nood.

Daarom is bezinning vooraf uiterst belangrijk; je moet keuzes maken, laat die dan zo effektief mogelijk zijn.

Wat daar ook een voorname rol in speelt is het medeleven vanuit de achterban. Nu is die vanaf het begin hartverwarmend geweest en hopelijk blijft dat ook zo. Daardoor kan het werk wellicht geleidelijk aan worden uitgebouwd, geïntensiveerd en gespecialiseerd. Verder moeten de mogelijkheden om voor overheidssubsidie in aanmerking te komen goed worden onderzocht.

Sommige mensen denken dat de dogmatiek problemen op al leveren als het gaat over de praktische hulpverlening van daklozen en anderen.

Wat vindt u daarvan?

Dhr. Van Dijke: Mensen baseren meningen nogal eens op vooroordelen, ieder heeft daar wel eens last van. Toch moet je je ten aanzien van de beeldvorming die men van je heeft ook eens durven afvragen waarop men dat baseert en wat je zou kunnen doen om dat te veranderen.

Het heeft ook te maken met: "Hoe presenteren we onszelf?"

We moeten als Stichting naar andere instellingen en overheden volstrekt duidelijk zijn in wat we willen en bedoelen en onszelf niet op voorhand in een hoek laten duwen. We zijn geen evangelisatie-instituut, maar een binnen de gereformeerde gezindte in het leven geroepen, professioneel werkende hulpverleningsinstelling.

Dat betekent, dat je op grond van je overtuiging keuzes moet maken.

Maar geldt dat niet voor elke overtuiging? Ik denk wel dat enige bescheidenheid ons siert als we zien op zoveel anderen die zich al jarenlang inspannen op dit terrein, terwijl wij nog maar net komen kijken. Dhr. Aarnoudse: Ten diepste is er nie

Aarnoudse: Ten diepste is er niemand die zich aangesproken voelt door onze dogmatiek. Wij zijn allen vervreemd van God en Zijn Woord, waarop onze dogmatiek gegrond is. Dogma's kunnen mensen ver

Dogma's kunnen mensen vervreemden. Dan leeft de inhoud ervan niet. De daadwerkelijke hulpverlening zal vanuit onze achtergrond gestalte dienen te krijgen. De mensen waar wij ons op richten verschillen ten diepste niet van de kerkmens. Beiden "leven" alleen als ze door Gods Geest wederomgeboren zijn. En wie zich als kerkmens bewust is dat hij moet sterven zal zich ook bekommeren om het welzijn van de ander, ook in geestelijk opzicht.

Welke taak heeft elke (christen-) jongere persoonlijk m.b.t. hulp aan de naaste?

Dhr. Van Dijke: In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan wordt van de priester en de Leviet gezegd dat zij het slachtoffer van de overval zagen, en er vervolgens aan voorbij gingen. Dat is het ergste wat je doen kunt; je ogen sluiten voor de mede- mens in nood, doen alsof die niet bestaat. Nu hebben we niet allemaal dezelfde gaven en talenten en we hoeven ook niet allemaal ineens hulpverlener te worden. Waar het om gaat is dat we hierin

Waar het om gaat is dat we hierin onze plicht verstaan en dat dit dichtbij (in) huis begint. Het zit hem niet in het grootse en voor de mensen zichtbare. De in stilheid gedane werken worden ook gezien.

Welke taak heeft elke christen jongere met betrekking tot de opdracht om herbergzaam te zijn?

Dhr. Aamoudse: Ons werk wordt al door veel jongeren gedragen. Persoonlijk denk ik dat dit werk in ons eigen land een hoge prioriteit dient te hebben. Deze naasten ontmoeten we in vele grote steden en we worden er daadwerkelijk mee geconfronteerd. Hier kunnen we niet zoals de priester

Hier kunnen we niet zoals de priester en de Leviet uit de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan aan voorbij gaan. Persoonlijk heeft mij veel te zeggen gehad wat we vinden in het commentaar van M. Henry n.a.v. Galaten 6 vers 10a. Dit zou ik de jongeren mee willen

Dit zou ik de jongeren mee willen geven. Niemand kan en mag zich onttrekken aan de schrikbarende nood in de Nederlandse samenleving. Dit werk is geen hobby maar puur

Dit werk is geen hobby maar puur een opdracht. Dhr. Van Dijke: Jakobus vraagt in zijn brief hoofdstuk 2:14 "Wat nuttigheid is het, mijne broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zalig maken?"

Kan dat geloof hem zalig maken?" Wanneer je tot naakten en hongerigen zegt: "Gaat heen in vrede, wordt warm en wordt verzadigd." Dit zou heel erg zijn. En even verder zegt Jakobus: 'Toon

En even verder zegt Jakobus: 'Toon mij uw geloof uit uw werken,..." Naastenliefde kan alleen maar voort

Naastenliefde kan alleen maar voortkomen uit de liefde tot God.


Suggesties

• Vraag folders voor de verenigingsleden aan en deel deze op de verenigingsavond uit. (Stichting Ontmoeting, Broeksestraat 24, 7021 JX Zelhem).

• Houd een kollekte voor Stichting "Ontmoeting" (Giro: 2600356. Bank: 38.43.27.222 t.n.v. Stichting Ontmoeting te Zelhem).

• Organiseer een voorlichtingsavond. Nodig daarvoor enkele omliggende verenigingen uit. Voor aanvragen om voorlichting kun je bellen: 01720 -37592.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 1990

Mivo +16 | 24 Pagina's

3. In gesprek met........

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 1990

Mivo +16 | 24 Pagina's