JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

4. Omgaan met het geld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. Omgaan met het geld

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu we in het voorgaande wat bijbelse gegevens genoemd hebben die betrekking hebben op ons bezit en wat daarmee samenhangt, kunnen zich talloze vragen aan ons voordoen: Wat mag je met je bezit doen? Wat mag je er niet mee doen? Zijn er richtlijnen, die ons kunnen helpen bij de beantwoording van de vraag wat we bijvoorbeeld aan moeten met giften?

 

Consumptie

We willen eerst het één en ander zeggen over onze consumptie.

Laten we beginnen met vast te stellen dat we op moeten passen voor wetticisme: het kennen van de Heere Jezus Christus is hoofdzaak; als het goed is komt daar dan vanzelf een eigen consumptiepatroon uit voort, waaraan te merken is dat ons geld niet onze afgod is.

We hebben al gezien dat bezit door God niet veroordeeld wordt. Dat houdt nog niet in dat we nu met ons geld maar kunnen doen waar we zin in hebben. Als christen behoren we kritisch te zijn in ons consumptiegedrag.

Als we van plan zijn iets te kopen, moeten we ons om te beginnen afvragen waaróm we iets kopen. Het is een heel verschil of je iets koopt omdat je dat nodig hebt, of dat je bijvoorbeeld iets wilt kopen omdat een ander het ook heeft. Ook kan het geen kwaad ons te realiseren dat we bepaalde aankopen voorrang moeten geven boven andere. Stel dat je pas getrouwd bent en nog heel wat kopen moet. Zou het dan niet vreemd zijn als je eerst die stereoinstallatie van drieduizend gulden kocht en daardoor geen geld zou kunnen besteden aan een goede bijbelverklaring? Verder is het verstanding ons af te vragen of we het gekochte wel echt gaan gebruiken. Hoeveel van ons zijn er niet die zoveel (vaak dure) bezittingen meestentijds niet gebruiken. Wat heeft het voor zin om aan onze verzameling dan toch weer nieuwe artikelen toe te voegen? De tijd ontbreekt ons om al onze bezittingen te gebruiken. Neem als voorbeeld maar een uitgebreide verzameling platen of cd's. Tenslotte moeten we goed nagaan of een bepaalde uitgave wel past binnen ons budget, met andere woorden: heb ik nog wel geld genoeg straks om aan mijn andere verplichtingen te voldoen? Is mijn hobby bijvoorbeeld niet zo kostbaar, dat ik geen geld meer overhoud voor de kollekte?

 

Dit zijn overwegingen die we nog kunnen maken voordat we iets gaan kopen. Natuurlijk kunnen we ons ook kritische vragen stellen als we al een vast uitgavenpatroon hebben. De eerste vraag is dan: kan ik een stap terug doen? Bijvoorbeeld: kan ik zonder bepaalde bezittingen leven, zoals de vaatwasmachine die kapot gaat. Repareren of...? Trouwens, als jij een dure kruiwagen in de tuin hebt staan die je nooit gebruikt en je buurman heeft er elke week één nodig, wat doe je dan?

 

Natuurlijk zijn hier geen absolute richtlijnen te geven, maar het is nuttig onze hoeveelheid bezittingen te beperken tot wat we regelmatig en zinvol gebruiken. Wat onze vaste uitgaven betreft, kunnen er vaak ook wel veranderingen aangebracht worden. Het opbouwen van een bibliotheek is een goede zaak, maar met lenen kom je misschien al een heel eind. Verder (we noemen zomaar wat) kunnen we eens berekenen of we bepaalde zaken niet beter samen met anderen kunnen aanschaffen, of we niet teveel energie gebruiken, of onze lektuurbak niet wat onrendabel vol is, of we onze auto echt zo vaak nodig hebben, of we nu echt die dure mode moeten volgen, of onze vakantieuitgaven reëel zijn. Er is nog iets. Als we ons geld en goed zelf houden, kunnen we er zeer egoïstisch mee omgaan. Wie echter beseft dat hij iets van God gekregen heeft, zal zich anders gedragen. Al houden we dan geld en goed voor onszelf, dan kunnen we het toch ook gebruiken ten nutte van een ander. Zo iemand zal er niet voor terugschrikken iets voor iemand te doen, zonder daarvoor betaald te worden.

 

Sparen

Ook wat betreft het sparen, kunnen een aantal dingen genoemd worden. Er wordt, denk ik, onder ons ook vaak niet over nagedacht of sparen wel verantwoord is. Lijkt het niet op het zichzelf schatten verzamelen waar de Heere Jezus afkeurend over sprak?

Het zou te ver voeren hier diep op de ethische aspekten van het geldreserveren in te gaan, maar gezegd kan worden, dat sparen meestal niet te veroordelen is, als het gebeurt voor een welomschreven doel. Te denken valt aan het sparen voor de vervanging van huishoudelijke apparaten, de auto, bedrijfsinvesteringen, onvoorziene ziektekosten. Voor onvoorziene uitgaven moeten we echter oppassen dat we niet ongeremd gaan sparen, vanuit de gedachte: Laat ik voor alle zekerheid van alles achter de hand houden, zodat ik te zijner tijd - als het economisch en financieel slechter gaat - niets te kort kom.

 

Hiervoor zijn heel wat vragen de revue gepasseerd. Het zijn slechts overwegingen die de één nooit dwingend aan de ander mag opleggen als een bijbelse verplichting. Wel is het goed, zowel voor het persoonlijk leven als voor de omgang met de naaste (in de kerk en daarbuiten) onze geldbesteding eens kritisch na te gaan. Het uitgeven van ons geld voor onszelf, vooral als dat de vorm van luxe aanneemt, mogen we nooit vanzelfsprekend vinden. Laten we eerlijk zijn, hoe vaak doen we met ons geld alsof we er alles van verwachten? Duidelijk is, dat ook onder christenen veel te weinig bezinning plaatsvindt over dit onderwerp, al gebeurt er veel goeds.

Onze consumptie hebben we hierboven wat nader beschouwd. In de volgende paragraaf wordt nagegaan wat we met ons geld aan goeds kunnen doen.

 

Giften

Hiervoor is al eerder opgemerkt dat bezinning op de vraag hoe we omgaan met ons geld geen doel in zichzelf mag zijn. Calvijn schrijft daar in zijn Institutie (boek drie, hoofdstuk X en XIX) zinvolle dingen over. De bezinning op ons uitgavenpatroon is echter wel van belang voor ons leven, dat tot eer van God en welzijn van de naaste behoort te zijn.

Uit onze geldbesteding blijkt of we oog hebben voor Gods geboden, voor Gods schepping en voor de behoeften van onze naasten.

Door ons geld minder egoïstisch te besteden, kunnen we het niveau van onze giften ook opvoeren. Voor een goede kijk op de zaak moeten we eerst 2 Korinthe 8:1 e.v. eens goed lezen: de Macedonische christenen waren ondanks armoede en beproevingen zeer vrijgevig, en ze gebruikten hun situatie niet als argument om zich aan het doen van giften te ontrekken. Ook Lukas 3:11 is veelzeggend: we moeten al vrijgevig zijn van ons eerste levensonderhoud. Dan moeten wij met al onze overvloed wel zeer royaal zijn.

 

Aan kinderen moet al vroeg "de kunst" van het weggeven geleerd worden. Bijvoorbeeld doordat ouders ze steeds meer betrekken bij hun beleid aangaande het doen van giften. Ook is het zinvol kinderen al vroeg te stimuleren dat het Bijbels is van het zelfverdiende geld iets weg te geven.

 

Van der Leest geeft in zijn boekje "Bezitten en weggeven" de raad om een begroting op te stellen om lijn aan te brengen in het doen van giften. Hij gaat daarbij uit van wat overblijft van het loon na aftrek van de voorziene belasting, premies en vaste en wisselende lasten (berekend op grond van de gegevens van het jaar ervoor). Hij geeft de raad dan per maand te begroten hoeveel er aan giften uitgegeven zal worden en na te gaan waaraan je geven zult.

"Wie z'n weggeven elke maand laat afhangen van wat hij die maand toevallig overhoudt, zal merken dat hij weinig of nooit aan giften toekomt. Daarom is het noodzakelijk het bedrag aan giften vooraf als een vaste post in z'n uitgaven op te nemen."

Het is verstandig per maand ook een bepaald bedrag opzij te leggen voor niet-voorziene verzoeken (bijvoorbeeld een kollekte op een gemeenteavond). Uiteraard kun je ook op deze manier veel beter bepalen welke verzoeken om giften je terzijde legt. We hoeven niet altijd en op elk verzoek met onze portemonnee klaar te staan en bovendien heeft iedereen zijn eigen voorkeuren voor bepaalde hulpvragende instanties. 

Voordat we een overzicht geven van de verschillende doelen waaraan we ons geld kunnen schenken, nog een opmerking. Het is duidelijk, op grond van het voorgaande, dat het onmogelijk is dat een christen al zijn geld voor eigen plezier besteedt. Een jongere met ƒ 25.- zakgeld in de week kan niet denken dat hij maar weinig heeft en dus niets hoeft weg te geven. 

We hebben het nog niet eens gehad over de verkeerde vormen van geldbesteding en ook, verkeerde manieren om aan geld te komen. Dat spreekt echt zo vanzelf, dat we er hier niet op ingaan.

 

Zoals we daarnet hebben aangetoond is het opstellen van een begroting een goede zaak. Nu kan er in de doelen waaraan we ons geld weggeven een zekere ordening aangebracht worden.

1. De (plaatselijke) kerkelijke gemeente en alles wat daarmee samenhangt (het kerkgebouw, de predikant, de diaconie, de theologische opleiding, de evangelisatie, de zending en de daarmee samenhangende hulpverlening). Deze doelen horen bovenaan ons giftenbudget te staan. Het betreft hier immers het in woord en daad uitdragen van het Evangelie van vrije genade aan onszelf, onze kinderen en aan diegenen die zonder God in de wereld zijn.

2. De instanties die binnen de landelijke kerkelijke gemeenschap opereren. Gedacht kan hierbij worden aan stichtingen of verenigingen die hulp verlenen aan kerkleden die te worstelen hebben met problemen enzovoort. (Deputaatschappen, Gehandicaptenzorg, De Vluchtheuvel, enz.). Ook ongesubsidieerde aktiviteiten van scholen en dergelijke vallen hieronder. Allemaal zeer nuttige doelen, maar het gaat te ver om te zeggen dat elk kerklid aan al deze instanties moet geven. Hier geldt dus dat het van je persoonlijke betrokkenheid bij deze instellingen afhangt of en hoeveel je bijdraagt. Gaat het bij het onder groep 1 genoemde om het echte hart van het christen zijn, dat kunnen we van groep 2 niet echt zeggen.

3. De protestants-christelijke organisaties in Nederland die hulp verlenen aan hulpbehoevende christenen en niet-christenen in ons land en daarbuiten, met dien verstande dat deze organisaties Bijbeigetrouw dienen te zijn. Te denken valt aan: Woord en Daad, Stichting Hulpverlening Zuid-Oost- Azië, Friedensstimme, Kom Over En Help, Hulp aan drugsverslaafden, Aidspatiënten, V.B.O.K. enzovoort.

Over giften aan de onder 3 genoemde doelen wordt door sommige mensen, helaas, soms erg negatief gedacht, onder andere met het argument dat de giften daaraan besteed ten koste gaan van die aan de onder 1 en 2 genoemde instellingen. Laten we hier niet meer over zeggen dan dat het niet getuigt van een verantwoord giftenbudget als we alleen maar geld kunnen vrijmaken voor de aankoop van de pastorie of een nieuw orgel en niet voor de vervolgde christenen of voor het werk van christenen in de hoerenbuurt van Amsterdam.

4. De instanties die meer algemeen-humanitair bezig zijn: natuurbescherming, monumentenzorg, wijkcomité's enzovoort. We noemen hiervan slechts Rode Kruis, Prinses Beatrix Fonds, Nederlands Astmafonds, Hartstichting, Koningin Wilhelminafonds, Wereldnatuurfonds, Natuurmonumenten, Sophia Vereniging tot bescherming van Dieren.

 

Nadenkend over ons bezit en onze uitgaven zijn we heel wat stof tot persoonlijke bezinning tegengekomen. Hoe ga je om met je geld? Denk je, evenals zovele Nederlanders, dat je geluk bepaald wordt door de hoogte van het bedrag op het spaarbankboekje, of, en het is te hopen dat deze schets daartoe aanzet, geloof je dat je geluk gelegen is in wat je bent?

Beslissend is niet of we genoeg geld bezitten, een mooi huis, een stoere brommer of sportieve auto, maar of we Gods kind zijn. Dan pas kunnen we, net als Jacob toen hij Ezau ontmoette, zeggen: "Ik heb alles". Hij had een nieuw hart, een genadig en barmhartig God en het eeuwig, zalig leven. Dat is voor geen geld te koop, maar wordt door God om niet geschonken. Onze levens, gezinnen, kerken en ons land zouden er wel bij varen als we minder in de ban van ons geld zouden verkeren en er anders mee om zouden gaan. Kant en klare richtlijnen zijn daar niet voor, maar uit het bovenstaande is hopelijk toch wel duidelijk geworden, dat het waar is wat iemand schreef: "De Heere geeft alles. Hij vraagt ook alles!" En dat moeten we dan niet opvatten als zouden we daarmee iets kunnen verdienen. Maar wel uit dankbaarheid: wie zijn schat in de hemel bewaard weet, zit niet meer zo vast aan zijn schatten op aarde, maar besteedt die tot Gods eer en het welzijn van anderen. Immers, waar je schat is, daar zal ook je hart zijn!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1988

Mivo +16 | 28 Pagina's

4. Omgaan met het geld

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1988

Mivo +16 | 28 Pagina's