JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

2. Een gesprek over wereldgelijkvormigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. Een gesprek over wereldgelijkvormigheid

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag werd gesteld aan zes jongelui: Wil je meewerken aan een vraaggesprek over het onderwerp "Wereldgelijkvormigheid"? Thea (19), Gerard (19), Cock (19), Pieter (18), Jeanette (17) en Karin (19) waren hiertoe bereid. Het zou een spontaan gesprek worden, vandaar dat er geen informatie werd gegeven over de vragen die zouden worden gesteld. Er was dus geen mogelijkheid om zich op het gesprek voor te bereiden.

Hieronder volgt een verslag van het gesprek met daarbij enkele kanttekeningen die van belang zijn voor verwerking op de vereniging.

 

• Heeft het woord "wereldgelijkvormigheid" een positieve of een negatieve klank voor jullie?

Gerard: Positief en negatief. Positief in de zin dat je in de wereld leeft rnaar toch niet van de wereld mag zijn. Negatief in de zin dat je met veel dingen die je graag zou willen doen, niet mee mag doen.

Karin: in grote lijnen ben ik het daar wel mee eens.

• Wat verstaan jullie precies onder wereldgelijkvormigheid?

Thea: Op dezelfde manier leven, denken en doen als de wereld doet, bijvoorbeeld in taalgebruik en kleding. Aan de andere kant moet je de wereld ook niet tot bespotting worden door bijvoorbeeld met zeer ouderwetse kleren te gaan lopen.

Gerard: Ja maar, je komt nu onmiddellijk al bij de problemen. In hoeverre kun je meegaan? Voor de een ligt dat anders dan voor de ander. De één is ruimdenkender dan de ander. Waar liggen de grenzen? Dan kun je zeggen: dat moet een ieder voor zich uitmaken, maar dat is ook niet juist, volgens mij.

• Accoord, daar komen we straks ook nog wel even op. Wereldgelijkvormigheid zien jullie dus als het denken en doen (handelen) gelijk de wereld.

Cock: In principe ben ik het daar wel mee eens. Maar ja, ik vind toch dat ieder dat voor zich moet uitmaken. De een zal onder wereldgelijkvormigheid iets anders verstaan als de ander, dat hangt af van de grenzen die hij legt.

Jeanette: Ja, maar is dat wel goed? Kun je zeggen dat ieder dat voor zichzelf moet uitmaken? Ik betwijfel dat.

• Inderdaad, want dan zou iedereen zelf zijn/haar normen bepalen.  Maar voordat we dat nader uitwerken, kunnen we beter enkele praktische voorbeelden beetpakken. Waar denken jullie aan als je het hebt over wereldgelijkvormigheid?

Cock: Ik denk aan de kleding.

Thea: Taalgebruik.

Pieter: De omgang met elkaar, bijvoorbeeld in de kerk. Er wordt zo vaak geroddeld over elkaar. Maar dat niet alleen, ben je ziek geweest en kom je na een tijd weer in de kerk, dan zitten de mensen je aan te kijken alsof ze zeggen willen: Och, daar heb je hem ook weer. 

Gerard: Muziek en het luisteren daarnaar.

Karin: Het wel of niet naar een reformatorische school gaan. 

Pieter: Ik denk ook aan de houding tegenover mensen buiten de gemeente. Moet je wel of niet meedoen met bepaalde dingen? In hoeverre moet je je eigen standpunt duidelijk maken?

• We hebben nu heel wat punten die we vanavond kunnen bespreken. Het is onmogelijk om alle aspekten uitvoerig te belichten, laten we daarom enkele onderwerpen in het kort behandelen. We beginnen bij wereldgelijkvormigheid en muziek. Gerard, wat bedoelde je daarmee?  

Gerard: Nou, mijn grenzen ten aanzien van het beluisteren van muziek zullen waarschijnlijk anders liggen dan bijvoorbeeld bij iemand die nooit naar popmuziek luistert. Wanneer je het hebt over muziek beluisteren, maar ook over het zelf musiceren, dan is er niets op tegen als het gaat over klassieke muziek. Maar als je het dan gaat hebben over pop- of gospelmuziek, dan hoor je ineens: "'t Is toch verschrikkelijk". Ik speel zelf gitaar en helaas, ik moet eerlijk zijn, ik speel wel eens popliedjes. Op een avond speelde ik een zeer rustig nummer van The Beatles. Dat hoorde iemand die naar me toe kwam en zei: "The Beatles, weet je wel wat je speelt?" Ik gelijk er boven op: "Zo, u kent het liedje dus ook". Ja, moet je luisteren, als hij vervelend wil doen, dan kan ik het ook, hoor. 

Jeanette: Maar weet je dan echt wat je speelt?

Gerard: Jazeker, en ik weet dat het niet klopt. Maar het is een soort verslaving geworden.

Pieter: Toch ligt er geen voldoening in. Je voelt je er niet helemaal lekker onder. Maar het vreemde is dat je meedoet. Op de zaak waar ik werk hoor je wel eens een bepaald liedje en na verloop van tijd loop je het mee te zingen. Dat gaat eigenlijk vanzelf.

• Waarom wil je stoppen met het luisteren naar popmuziek? Is het omdat je niet wereldgelijkvormig wilt zijn, of omdat je van mening bent dat de inhoud van de liedjes verkeerd is?

Gerard: Soms ligt het aan de inhoud van het liedje, maar dat kun je niet van alle liedjes zeggen. Er zijn ook grensgevallen waar zeer verschillend over gedacht wordt. Denk maar eens aan Simon and Garfunkel.

• Maar er moet toch verschil te zien zijn tussen iemand met een gedoopt voorhoofd en jongelui die met gedoopt zijn?

Cock: Nou ik ken een jongen die zeer netjes leeft. Maar wanneer hij een uurtje vrij heeft, gaat hij naar één of andere platenzaak en luistert naar de meest wilde muziek.

Karin: Ik denk dat het ook te maken heeft of je op een reformatorische of op een niet-reformatorische school zit. Zit je op een algemeen christelijke school, dan moet je wel stevig in je schoenen staan, anders word je zo meegesleurd.

• Kun je zeggen dat het luisteren naar popmuziek een voorbeeld van wereldgelijkvormigheid is?

Cock: Eigenlijk wel. Maar wanneer je een popplaat koopt, doe je dat eigenlijk met tegenzin. Toch doe je het omdat je vrienden vaak het laatste duwtje in de rug geven. Je wilt de plaat hebben, toch weet je dat het niet hoort en dan zeggen je vrienden: Joh, dat moet je doen.

• Het argument dat wel eens gebruikt wordt tegen gospelmuziek is, dat gospelmuziek niet veel verschilt van popmuziek en daardoor een vorm van wereldgelijkvormigheid is.

Cock: Kijk, voor ons kerkmensen gaat dat argument wel op, maar misschien is het voor mensen die nooit naar de kerk gaan beter om naar gospelmuziek te luisteren als naar popmuziek.

Gerard: Nou, dat weet ik niet. Soms hoor je in de gospelmuziek teksten die ik onbijbels vind.

• Kun je ook spreken van wereldgelijkvormigheid als het gaat over orgelmuziek?

Pieter: Als het gaat over het vereren van sommige mensen, denk ik dat je kunt spreken van wereldgelijkvormigheid. Hoeveel mensen worden niet als een soort afgod gezien.

Gerard: Ja, maar dat doen mensen van dominees ook.

• Laten we een ander onderwerp nemen: het bezoek aan een school. Reformatorische scholen bestaan sinds enkele jaren. Je kunt je dus op zeer duidelijke wijze onderscheiden van de wereld als je op een reformatorische school zit. Ben je daarom ook verplicht om de reformatorische school te bezoeken?

Jeanette: Dat vind ik een gevaarlijke stelling. Je moet namelijk niet denken dat er op de reformatorische scholen geen sprake is van wereldgelijkvormigheid.

Pieter: Ik denk wel dat veel mensen van mening zijn dat kinderen op een reformatorische school toch wel wat beter zijn. Sorry, maar daar geloof ik niet in. Ze zijn precies hetzelfde.

• Dat kan wel zijn, maar ben je dan toch niet verplicht om je te onderscheiden van de wereld en naar een reformatorische school te gaan?

Jeanette: Je kan je toch ook onderscheiden op een christelijke school? Ook al is dat vaak erg moeilijk. Vaak sta je helemaal alleen, maar op den duur begint men je toch te respekteren. Enerzijds moet je proberen om in gesprek te blijven en anderzijds moet je soms "nee" zeggen.

Gerard: Dat kan dan toch zeer positief zijn.

Jeanette: Wel denk ik dat het gevaar van wereldgelijkvormigheid groter is wanneer je op een christelijke school zit dan wanneer je op een reformatorische school zit.

Karin: Dat denk ik ook wel. Juist omdat het vaak zo moeilijk is om over bepaalde principes te praten. Ik vind het bijvoorbeeld altijd heel moeilijk om een gesprek aan te gaan met mijn godsdienstleraar. Hij zegt vaak dingen waar ik het absoluut niet mee eens ben. Wanneer ik dan niets zeg, is dat toch eigenlijk een vorm van wereldgelijkvormigheid. Maar om er iets van te zeggen vind ik ontzettend moeilijk.

Cock: Dat is waar. Toch geldt dat van veel andere dingen. Denk eens aan het meelachen als er op school een schuine mop wordt verteld. Dan betoon je daarmee dat je je niet distantieert van de mop; dus: wereldgelijkvormigheid.

• Paulus zegt in Rom. 12:2: "En wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds". Wat wordt er bedoeld met wereldgelijkvormigheid als je deze tekst goed leest?

Jeanette: Wereldgelijkvormigheid is dan hetzelfde als het niet bekeerd zijn.

• Zijn jullie het daarmee eens?

Thea: Ja.

Karin: Ja, maar als je nu veranderd bent, zou je dan nooit meer de wereldgelijkvormig zijn?

Pieter: Ik geloof dat de wereld zal blijven trekken

• Cock, kun je stellen dat iemand, die niet veranderd is in het gemoed, wereldgelijkvormig is?

Cock: ...Nee..., dat dacht ik niet...

• Maar wat bedoelt Paulus dan?

Cock: Ja, maar je kan toch in de kerk zitten als onbekeerd persoon en hopen dat er tijdens de preek iets gebeurt, zodat je veranderd wordt? Smytegelt zegt toch: Wie nat wil worden, moet in de regen gaan lopen. Je kan dan toch niet spreken over wereldgelijkvormigheid?

Gerard: Bovendien, mensen van de wereld zullen toch niet in de kerk komen.

Jeanette: Nee, maar als je zomaar naar de kerk gaat, dan geloof ik dat er toch gesproken kan worden van wereldgelijkvormigheid.

Pieter: Gerard zegt: de wereld komt niet in de kerk. En ik snap wel hoe je dat bedoelt, maar toch denk ik dat juist daar grote gevaren in zitten. We moeten er juist voor waken dat de wereld in de kerk komt. Als je ligt te slapen in de kerk... dan is de wereld toch in de kerk? Dat is toch wereldgelijkvormigheid?

Cock: Je kan in de kerk zitten en wereldgelijkvormig bezig zijn, maar dat hoeft niet.

• We kunnen stellen dat wereldgelijkvormigheid alles te maken heeft met de verandering van het hart op grond van Rom. 12:2. Dan gaat het niet alleen maar over uiterlijkheden, maar dan snijdt het onderwerp dieper in het menselijk vlees. Wanneer je niet meer bidt voor het slapen gaan, ben je gelijk aan de wereld. Wanneer je wel uit de Bijbel leest, maar eigenlijk meer uit gewoonte dan vanuit de behoefte van het hart, is er ten diepste geen verschil met de wereld. Als ik over anderen oordeel, ben ik bezig met wereldgelijkvormigheid... enzovoort. Nu een vraag: kun je vanuit je eigen leven een voorbeeld geven waarvan je zelf zegt: "Dat is nu echt een voorbeeld van wereldgelijkvormigheid"?

Cock: Op school in de pauzes. Ik heb dan geen gelegenheid om te bidden voor het eten. Het gevolg is dat ik het ook niet doe.

Gerard: Als ik in het muziekbandje speel.

Pieter: In het dagelijks leven onder de kollega's. Meedoen, meepraten en van alles en nog wat...

Karin: Op school. Ik praat met een hoop dingen mee, waar je eigenlijk niet over mee kan praten. Maar... je wilt er zo graag bij horen.

Jeanette: Ga eerst maar even naar Thea... ik denk nog even...

Thea: Het taalgebruik. Ik gebruik geen schunnige of grove taal... Toch zijn er bepaalde woorden die ik de laatste tijd steeds meer gebruik, en die volgens mij niet door de beugel kunnen. (Hier wordt even over doorgesproken).

• Jeanette, ben je er al uit?

Jeanette: In de eerste plaats de omgang met leraren en klasgenoten. Soms praat je over je principes, maar soms hou je je mond. Ook ben ik niet altijd even konsekwent, bijvoorbeeld in het wel of niet dragen van een broek. En wanneer Paulus zegt: "...opdat gij moogt beproeven welke de goed en volmaakte wil Gods zij", dan moet ik zeggen dat je zo vaak Gods wil niet doet... en dat is ook wereldgelijkvormigheid.

• Inderdaad. Dan kom je tot de konklusie dat de betekenis die Gods Woord aan het begrip wereldgelijkvormigheid geeft, anders is dan de betekenis die wij er veelal aan geven. Het is een zaak van het hart.  Bedankt voor jullie medewerking.

 


Wereldgelijkvormigheid

Wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds. Romeinen 12:2

Wie het denkschema van deze wereld volgt zal dit laten blijken:

1. In zijn spreken.

In alle gesprekken staat het hier en nu op de voorgrond. Alles draait om eigen eer, gemak en genot. De achtergrond van alle roddel en kwaadsprekerij is dat men zichzelf beter acht. Dit wordt ook in het kerkelijk leven aangetroffen, helaas zelfs onder Gods volk. Dit gaat samen met de verkilling van de liefde. En avonden worden vaak gevuld met gesprekken over geld verdienen of zot geklap en gekkernij. Wat lezen we en welke muziek beluisteren we?

2. In zijn doen.

Laten we ons in kleding, haardracht en ontspanning leiden door de voorschriften van Gods Woord of door de mode? Waar leven we voor?

3. In wetticisme.

Is dat dan ook al wereldgelijkvormigheid? "Wettische mensen leven toch zo streng en kleden zich zo stijf?", hoor ik al vragen. Dat kan waar zijn, maar ook zij denken vanuit zichzelf en leven op zichzelf gericht. Dit blijkt uit drie kenmerken:

a. zij vinden dat zij het zelf erg goed doen en menen daardoor toch dichter bij de zaligheid te staan, al zullen ze dat niet zeggen;

b. zij veroordelen liefdeloos alle anderen die niet precies volgens hun patroon leven;

c. er zijn geboden waarmee ze het gemakkelijk op een akkoordje kunnen gooien, met name het 9e gebod.

In Kolossensen 2 schrijft Paulus dat zulken leven naar de eerste beginselen der wereld. In Bunyans Christenreis is het Wereldwijs die Christen de wettische weg naar het heil wijst. Verwar wetticisme niet met de tere vreze des Heeren. Diegenen die vanuit de liefde tot de Heere nauwgezet leven, trachten dat in alle geboden te doen en stralen liefde, mildheid en gunning uit. Word daar maar jaloers op.

Waar wereldse elementen in de gemeente toegelaten worden, gaat Gods Geest meer en meer wijken en krijgen we een wereldse gemeente. Daarmee samen komt een ontstellende oppervlakkigheid, waar we geen erg in hebben. De god dezer eeuw verblindt immers de zinnen. Laten we daarom vragen om de doorwerking van Gods Geest en het huisraad van Tobía buitenwerpen (Nehémia 13:8). Te beginnen in eigen hart en huis.

(Uit: "Daniël")

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1986

Mivo +16 | 24 Pagina's

2. Een gesprek over wereldgelijkvormigheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1986

Mivo +16 | 24 Pagina's