JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

4. Langda (Irian Jaya)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. Langda (Irian Jaya)

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Bijbel moet naar Izi..., naar Ghana..., naar Langda..., naar alle landen!

In de vorige hoofdstukken heb je over Izi en Ghana kunnun lezen. Beide liggen in Afrika. Laten we nu ook eens een kijkje in een andere werelddeel gaan nemen.

We nemen de kaart erbij.

Iets boven Australië, zie je een groot eiland. Daar moeten we zijn.

Dat eiland heette vroeger Nieuw-Guinea. Tegenwoordig heet het oostelijk deel Papoea Nieuw-Guinea en het westelijk deel Irian Jaya.

Waarom twee namen voor één eiland?

Om die vraag te beantwoorden, moeten we de geschiedenisboeken openslaan.

 

Geschiedenis 

In 1512 varen de eerste Europeanen langs het eiland. Het zijn Portugezen, maar zij durven geen voet aan wal te zetten, aangezien de kust er zeer onherbergzaam uitziet. In 1545 zeilt de Spanjaard Ynigo Ortiz de Retes met zijn schip "San Juan" van Tidore naar Mexico. Hij landt op dit eiland en geeft het de naam "Nuova Guinea". 

Bijna twee eeuwen daarna, in 1714, geeft Spanje Nieuw-Guinea aan Nederland. Nederland neemt in 1828 officieel bezit van dit eiland. Het oostelijk deel van het eiland wordt in 1883 door Engeland overgenomen, terwijl het westelijk deel nederlands bezit blijft. Oost Nieuw-Guinea wordt veel later bij Australië gevoegd. Het ontvangt in 1973 zelfbestuur en krijgt de naam Papoea Nieuw-Guinea. In 1975 wordt dit deel van het eiland onafhankelijk.

Zo makkelijk gaat het echter niet met het westelijk deel van Nieuw-Guinea. In 1949 wordt Indonesië een republiek en wordt losgemaakt van Nederland. De nederlandse regering wil dit stuk land niet bij Indonesië voegen, aangezien de bevolking geheel anders is dan die van Indonesië. Daardoor vreest men dat zij niet als volwaardige medeburgers van Indonesië zullen worden beschouwd. Afgesproken wordt dat men binnen één jaar over de toekomst van dit gebied zal beslissen. Maar ook na een jaar ligt er nog geen oplossing op tafel. De nederlandse regering blijft het standpunt innemen dat het merendeels zeer primitieve volk van West Nieuw-Guinea niet aan Indonesië kan worden toevertrouwd. De regering streeft meer naar een eenheid tussen het oostelijke deel en het westelijke deel van Nieuw-Guinea.

Met de hulp van een amerikaanse bemiddelaar komt men in 1962 tot een akkoord aangaande Irian Jaya (toen bekend als Irian Barat). In hetzelfde jaar draagt Nederland dit gebied  over aan de Verenigde Naties die dit na een jaar aan Indonesië overdragen. In de overeenkomst tussen Nederland en Indonesië wordt vastgelegd dat de bevolking van Irian  Jaya de gelegenheid zal krijgen om in 1969 haar eigen toekomst te bepalen door middel van een volksstemming. In deze "Pepera" (PEnentuan PEndapat RAkvat = Vaststelling van de Opvatting van het Volk, de volksstemming dus) zal het volk kunnen uitspreken of zij verenigd wil blijven met Indonesië of dat zij een eigen staat wil worden.

 

We weten nu het een en ander uit de geschiedenis van dit eiland. We stellen op het ogenblik echter geen belang in het hele eiland, maar alleen in het westelijke deel, Irian Jaya. Wanneer we de Grote Bosatlas er nu bi jnernen, kunnen we dit deel iets beter bekijken. Het ziet er zo uit (zie PDF).


Irian Jaya is het westelijke deel van het op Groenland na grootste eiland in de wereld. 

Oppervlakte: ruim 40.000 km2 

Hoofdstad: Jayapura 

Klimaat: tropisch moessonklimaat 

Bevolking: Papoea's, verdeeld in 250 à 300 stammen, waaronder Ekari's, Dani's, Yali's. 

Natuur: Uitgestrekte moerasvlakten aan de noord- en zuidkust. Bergen in het middenland.


Jayapura

Vanuit Jakarta, de hoofdstad van Indonesië, is er een vliegverbinding met Irian Jaya. Mensen die naar Irian gaan, komen dan aan op het vliegveld in Sentani. Onze bestemming is Langda, maar laten we het rustig aandoen zodat we een goede indruk krijgen van deze indonesische provincie. 

Al spoedig kunnen we zien dat Sentani geen grote plaats is. Het is gelegen aan een meer, het meer van Sentani. Wanneer we naar Jayapura - het vroegere Hollandia - rijden, zien we dat de plantengroei tropisch is. Dat is ook te verwachten aangezien we ons vlak bij de evenaar bevinden.

Jayapura is aan de kust gelegen. Dat heb je op de kaart kunnen zien. Deze grote stad heeft een haven. Nu moet je niet denken dat dit een haven is als bijvoorbeeld Rotterdam Veel grote schepen zijn er niet te vinden. De haven is vooral voor het vrachtverkeer naar en van Indonesië van belang, alsook voor de indonesische marine.

 

Ekonomie

Irian Jaya is ekonomisch nog weinig ontwikkeld. Het binnenland is nog voor grote delen niet ontsloten. De kustbewoners, vooral langs de noord- en zuidkust, nemen in toenemende mate aan het westerse geld- en goederenverkeer deel. Irian Jaya moet als het ware nog opgebouwd worden. Het is immers een land waar men pas na 1969 werkelijk begonnen is met ontwikkeling.

In sommige streken is het primitieve beeld dan ook snel veranderd. Er zijn, vooral langs de kust, grote bedrijven gekomen. In het land wordt o.a. koper en nikkel ontgonnen. Een belangrijke bron van inkomsten is olie, die in de Vogelkop wordt gevonden.

De kritiek wordt weleens gehoord dat Indonesië geld voor luxe zaken en indrukwekkende bouwwerken besteedt in Jayapura en andere steden, maar dat men het grootste deel van de bevolking die in de  dorpjes in het binnenland woont vergeet. Deze kritiek is te begrijpen en mogelijk in sommige opzichten terecht. Men moet echter niet vergeten dat, hoe de ekonomische situatie ook al geïnterpreteerd kan worden, de opbouw van die honderden dorpjes waar de eigenlijke bevolking woont, een bijzonder moeilijke zaak is. 

 

Naar de markt

Laten we eens een kijkje nemen op de markt. Er zijn veel verschillende artikelen te verkrijgen. Zo wordt er o.a. gehandeld in vis. Vooral voor de kustbewoners is vis een belangrijke bron van inkomsten. Aan het meer van Sentani kun je eenvoudige huizen zien staan. De bewoners ervan houden zich bezig met vissen, zowel op de  oceaan als op het meer van Sentani. Met de kleine prauwen weet men handig om te gaan. Op de markt kunnen we zowel zoutwater- als zoetwatervis aantreffen. Andere produkten die verkocht worden zijn sago, mais, rijst, kopra, aardnoten, groenten, fruit (vooral bananen), knolgewassen, trassi en schelpen. 

Op de markt is de invloed van de westerse kultuur zichtbaar, let alleen maar eens op de kleding.

Wanneer je zo over de markt loopt te wandelen, valt het op dat je niet alleen Papoea's ziet, maar ook andere volkeren,  vooral Javanen.


De handel op de markten is meestal in handen van indonesische handelaars. In de grote handel spelen Chinezen over het algemeen een belangrijke rol. De handel is dus niet in handen van de Papoea's. De papoease vissers worden zodoende dikwijls tekort gedaan.


 

Verschillende kulturen

Hoewel er immigraties plaatsvonden voor 1962 vanuit Indonesië naar Irian Jaya, is dit aantal enorm toegenomen toen Irian een provincie van Indonesië is geworden. Deze verhuizingen (migraties) gebeurden spontaan maar werden ook door de indonesische regering gereguleerd. Het ging vooral over migratie van Javanen uit overbevolkte gebieden.  Aanvankelijk wilde Nederland niet dat Irian Jaya bij Indonesië werd gevoegd, omdat de bevolking en de kultuur verschillend was.  Als gevolg van de vele verhuizingen werden verschillende volken met ieder een eigen kultuur met elkaar "vermengd".

Wat zijn de konsekwenties hiervan? Verschillende volkeren en kulturen leven onder één politiek gezag. Dat brengt bepaalde problemen met zich mee. Strikt genomen zijn de Papoea's Indonesiër geworden.

Een gevaar van deze "vermenging" van twee kulturen is dat de ene kultuur door de ander weggedrukt wordt. De kultuurontwikkeling van de Papoea's verkeert nog in een primitief stadium. Dat wil echter niet zeggen dat men die kultuur moet minachten, en daardoor proberen weg te drukken. Met de komst van de vele Indonesiërs is dit gevaar  echter wel aanwezig.

 

Een wandeling

Laten we de markt verlaten en een wandelingetje maken door Jayapura.

De wegen zijn goed begaanbaar maar we kunnen merken dat we in een aziatisch land zijn.

Ineens horen we het lawaai van een luidspreker. Wat zou dat zijn?

Wanneer we goed opletten horen we dat het van de moskee afkomt. De moslims zijn dus ook op Irian te vinden. Dat is echter helemaal niet zo vreemd aangezien Indonesië een islamitisch land is.

 

Godsdienst 

Het grootste deel van de bevolking op Irian behoort tot het protestantisme. Een wat kleiner deel is rooms katholiek.  Daarnaast is er nog van betekenis de Islam en in het binnenland de natuur-godsdienst. 

Het gevolg van de migraties uit Indonesië is ook merkbaar op het gebied van de godsdienst. Irian is altijd een belangrijk gebied  geweest voor missie en zending. Tot vandaag toe vervullen de kerken een belangrijke rol in de ontwikkeling van land en volk. Toch zijn er zorgen ten aanzien van de godsdienstige situatie in Irian Jaya. Omdat Indonesië een islamitisch land is, is een groeiende invloed van de Islam dan ook te verwachten. Op verscheidene plaatsen komt dit tot uiting in de bouw van moskeeën en de sterke toename van het aantal moslims in bestuursfunkties. Is dit misschien een reden waarom de Indonesische regering wat terughoudend is bij het verlenen van werkvergunningen aan buitenlanders die voor zending en missie willen werken? Of is het zo dat Indonesië eigen mensen wil inschakelen, om daarmee ook de werkeloosheid tegen te gaan, met name onder de Javanen? 

 

Terug naar Sentani

We kunnen niet te lang in Jayapura blijven, aangezien de reis naar Langda ook nog gemaakt moet worden. Laten we de hoofdstad daarom verlaten en weer naar Sentani gaan.

Vanuit Sentani moeten we met een vliegtuig naar de binnenlanden. Hier is namelijk het vliegveld van de M.A.F., The Missionary Aviation Fellowship. Deze amerikaanse zendingsorganisatie zorgt voor het vervoer van o.a. post, medicijnen en Bijbels naar de zendingsposten.

Zonder de kleine M.A.F.-vliegtuigjes en de inspanning van de piloten zou het zendingswerk in vrijwel het gehele binnenland van Irian Jaya onmogelijk zijn. Wanneer we op het vliegveld zijn aangekomen zien we al snel dat de M.A.F. over een groot aantal vliegtuigjes beschikt.

De organisatie heeft ruim 75 vliegtuigjes, inklusief enkele helikopters.

Op het vliegveld kunnen we ook de centrale post van de radio aantreffen. De verschillende posten zijn uitgerust met een radio en geven elke dag de belangrijke berichten door. Dat gebeurt om 12.00 uur. Wanneer er een post niet "in de lucht" komt en men weet geen oorzaak, dan gaat er direkt een vliegtuigje op verkenning uit. Misschien is er iets bijzonders aan de hand.

Jammer dat de tijd het niet toelaat om meer te weten te komen over deze organisatie die zo'n belangrijk werk mag verrichten.


De M.A.F.: Wanneer je meer wilt weten over de M.A.F. willen we je wijzen op een brochure die door de Zending van de Gereformeerde Gemeenten is uitgegeven. Deze kun je vinden in de dokumentatiemap J.B.G.G.


 

De reis

We moeten verder gaan.

Bagage in het vliegtuigje..., instappen..., gordels vast...

De motoren beginnen te ronken en het vliegtuigje komt in beweging. Het rijdt over de startbaan.

Nog even vragen of het kan opstijgen en ja hoor, de motoren gaan harder brullen.

We worden achter in de stoel gedrukt en rijden steeds sneller en sneller over de startbaan. Rustig komt het vliegtuig los van de grond. Alles gaat goed, de huizen beneden ons worden steeds kleiner en kleiner.

Het is niet altijd mooi vliegweer. De piloten van de M.A.F. moeten soms onder moeilijke weersomstandigheden vliegen. Wanneer het mooi weer is, is het goed mogelijk het landschap beneden ons te bewonderen.

We vliegen naar het zuiden. Het landschap verandert. Eerst waren er vlakten te zien, maar hoe langer we vliegen, hoe bergachtiger het wordt.

Na een poosje bevinden we ons boven het Centrale Bergland. Dit gebied is lange tijd een gesloten gebied geweest. Pas in 1936 is de deur naar de binnenlandse volkeren op een kiertje komen te staan.

Vooral na de Tweede Wereldoorlog begonnen de zendingsaktiviteiten zich uit te breiden en werd het binnenland van Irian Jaya geopend.

 

Niet naar Langda

Laten we niet direkt naar Langda gaan, maar eerst even een kijkje nemen in de Pass-Vallei.

Een gedeelte van de opbrengst van de aktie voor bijbelvertaal- en bijbelverspreidingswerk is namelijk bestemd voor de Bijbel in de yali-taal. In het boekje "Voor alle volken te verstaan" staat een hoofdstuk over het bijbelvertaalwerk in de yali-taal.


Een volledige uiteenzetting van het doel van de aktie "Voor alle volken te verstaan" kun je vinden in de aktiebrochure.


Omdat we eerst een landing zullen maken in de Pass-Vallei willen we wel wat meer weten over dit gebied. Natuurlijk heeft de piloot een kaart bij zich. Door de kaart te bekijken, zijn we dan ook in staat om te bepalen waar de Pass-Vallei is gelegen.

We zien dat Pass-Vallei midden in het Centrale Bergland is gelegen. De piloot vertelt ons het een en ander over dit woeste bergland.

Dit gebied strekt zich uit van oost naar west en bestaat uit diepe dalen en smalle ruggen. Een aantal toppen ligt boven de sneeuwgrens. De hoogste bergtop van Indonesië kunnen we op Irian Jaya vinden. Deze top wordt de Puntjak Jaya genoemd en is 5030 m hoog. In dit gebied worden zelfs enkele gletsjers aangetroffen.

Een zeer bekend dal in het Centrale Bergland is de Baliemvallei.

 

Pass-Vallei

Pass-Vallei komt in zicht. Vanuit het vliegtuig is de groene strip duidelijk te zien. De piloot deelt via de radiomikrofoon aan de vliegtoren in Sentani mee dat hij overgaat tot de landing in Pass-Vallei, dat vroeger bekend stond als Abenaho.

Met een schok voelen we dat de landing geslaagd is.

Plotseling staan we in een geheel andere wereld. De wereld van de bergpapoea's. Tot voor enkele jaren geleden leefde deze bevolking als kannibalen in het stenen tijdperk.

 

De Pass-Vallei is een vrij brede vallei in het Centrale Bergland. De mensen wonen tussen 200 en 1000 meter hoog. De wolken die aan komen drijven blijven vaak tegen de bergen hangen en laten hun regen vallen. Wanneer we daarbij voegen dat er vaak tegen de middag mist komt opzetten, dan is het te begrijpen dat het in de bergen van Pass-Vallei vaak op Nederland lijkt en niet zozeer op de tropen.

Tussen de heuvels slingeren talloze stroompjes waarvan de meeste steil naar beneden stromen. Deze vallei daalt als geheel met een helling van 10%.

Zendingsgeschiedenis

Wanneer je zo tussen de Yali's staat, komt de vraag op hoe het zendingswerk in dit gebied is begonnen.

In 1954 werd de eerste landing uitgevoerd in de Baliemvallei. Een jaar later werden verschillende posten geopend. Van de Dani's die in de Baliemvallei woonden hoorde men dat over de bergen in het oosten nog meer mensen woonden. In Jalimo woonden menseneters, zo vertelden de inwoners van de Baliemvallei.

In 1962 werden ds. Kuijt, het onderwijzersechtpaar Ten Voorde en zuster D. Sonneveld uitgezonden orn het Evangelie te verkondigen aan mensen die nog nooit daarvan gehoord hadden.

In 1964 kon er een vliegtuigje van de M.A.F. voor de eerste keer landen in Abenaho, het tegenwoordige Pass-Vallei. In 1968 werd begonnen met een eenvoudige bijbelschool. De evangelisten die van deze school afkwamen, zijn behulpzaam geweest bij het verspreiden van het evangelie naar andere gebieden en het openen van nieuwe posten.

In 1969 vond de eerste doopdienst plaats. De Heere zegende het werk.

In hetzelfde jaar arriveerde de fam. Fahner. De voornaamste taak was het vertalen van de Bijbel in de yali-taal.

Na het vertrek van de fam. Fahner kwam de leiding van deze post in handen van dhr. Looyen.

In 1979 konden er acht gemeenten in het Pass-Vallei gebied geïnstitueerd worden. Dit zijn de volgende gemeenten: Ulunikma, Uwambo, Suhunbunu, Hulhule, Arikbaleg, Helaksili, Nohorukwik en Woruwi.

In 1980 is er in Domboni nog een gemeente geïnstitueerd zodat er nu in totaal 9 gemeenten zijn.

Gemeenteleven

We weten nu dat er onder de Yali's al bijna twintig jaar wordt gewerkt. De Heere heeft dit werk ook willen zegenen. Er bestaan immers al 9 gemeenten in Pass-Vallei.

Elke gemeente heeft een ouderling. Deze verzorgt de begrafenis- en de trouwdiensten en gaat iedere zondag twee maal voor in de diensten. Na de morgendienst wordt er zondagsschool gehouden.

Onderwijs

Op de zendingspost zijn verschillende gebouwtjes te zien. Een hiervan is de lagere school waar ongeveer 160 leerlingen en 2 onderwijzers zijn. Officieel is de overheid verantwoordelijk voor het onderwijs. Het niveau is nog steeds laag, terwijl de onderwijzers dikwijls afwezig zijn.

Door de guru's (onderwijzers) advies en begeleiding te geven probeert de zending het niveau wat te verhogen.


De regering van Indonesië probeert Irian Jaya op te bouwen. Alhoewel er veel kritiek hierop is van verschillende kanten, kunnen we toch melden dat de regering een school gebouwd heeft in Nipsan. President Soeharto, de president van  Indonesië wil voor 1985 een leerplicht instellen voor de bevolking van Indonesië, aangezien het onderwijs belangrijk is voor de ontwikkeling van een land. Eén van de onderwijzers in Pass-Vallei wordt ook door de overheid betaald.


Medisch werk

Het medisch werk neemt in de de Pass-Vallei een belangrijke plaats in.

Op de zendingspost kunnen we de polikliniek zien staan. Per maand worden zo'n 1300 patiënten geholpen. Ernstige gevallen worden doorverwezen naar het regeringsziekenhuis.

Enkele van de meest voorkomende ziekten zijn: malaria, bloedarmoede, diarrhee en longontsteking. Ook komt er nog veel ondervoeding voor.

Naar Langda

Er is veel dat we nog zouden willen weten over de Pass-Vallei, maar we hebben inmiddels een indruk gekregen van het werk op deze zendingspost.

Helaas laat de tijd het niet toe om nog langer te blijven. De piloot heeft inmiddels de brandstofvoorraad van het vliegtuigje gekontroleerd en is gereed om naar Langda te vliegen.


Voor meer informatie verwijzen we naar het boek "Voor alle volken te verstaan", waarin dhr. Fahner een aantal hoofdstukken schrijft over het vertaalwerk van de Bijbel. Ook is er het boek van ds. C.G. Vreugdenhil "Medeburgers der heiligen" dat een vervolg is op het boek "Maar nu nabij gekomen". Beide boeken gaan over het zendingswerk op Irian  Jaya. 


Langda

We vliegen in oostelijke richting. Opvallend is dat er bergen te zien zijn waar sneeuw op ligt. De piloot vertelt ons dat de post Langda vrij hoog ligt zodat het er vrij koel en vrijwel altijd mistig is.

Na een poos gevlogen te hebben zien we beneden ons de post liggen. Een mooi gezicht. In het midden ligt de strip. Aan de linker kant van de strip staat het kerkje met de huizen van de evangelisten, die in de verschillende plaatsen elke zondag het Woord brengen. Aan de rechterkant is het huis van de familie Louwerse met de huizen van de onderwijzers  en de school. 

Aan het einde van de strip ligt een diep ravijn.

Uiteindelijk zijn we dan op de plaats van bestemming aangekomen .

Geschiedenis

Voordat we de omgeving gaan verkennen, willen we iets weten over het ontstaan van deze post.

Er wordt ons verteld dat het echtpaar Louwerse op 16 juni 1973 met 35 yali-helpers vanuit Pass-Vallei arriveerde. Al snel werden er kontakten met de bevolking gelegd en een begin gemaakt met de konstruktie van een vliegveld. Op 5 november 1973 werd de strip geopend door een eerste landing. Er werd een begin gemaakt met de taalstudie. In Langda spreekt men namelijk niet dezelfde taal als in Pass-Vallei. In Langda wordt de una-taal gesproken.

In 1975 werd een begin gemaakt met het lager onderwijs. Tevens werden ook andere dorpen in de Ey-vallei (Langda e.o.) bezocht. In deze vallei wonen ongeveer 1700 mensen. Tevens begon men met de maandelijkse evangelisatietochten naar de Sayn-vallei. Hier zou later de post Bomela gevestigd worden. In juni 1976 werd het gebied getroffen door een aardbeving die 6 doden eiste. In november van hetzelfde jaar waren er 55 doden na een aardbeving.

In 1977 en 1978 werd het aantal leraren aan de lagere school uitgebreid met 2 onderwijzers, waarvan er één door de regering van Indonesië gesubsidieerd werd. Tevens werd begonnen met evangelisatietochten in de Mo- en Yamiyl-valleien. Hier zou later de post Sumtamon gevestigd worden.

Door zendeling Louwerse werd een begin gemaakt met het vertalen van een gedeelte van het Lukas-evangelie in de una-taal. Gedurende zijn verlofperiode bekwaamde hij zich verder in het vertaalwerk.

In 1978 konden 31 mensen in het Langda-gebied gedoopt worden. Zo werden ook de mensen in het Langda-gebied in aanraking gebracht met het Evangelie.

Rondleiding

Met behulp van de plattegrond die we in handen gestopt krijgen, gaan we een wandeling maken over de zendingspost.


Deze plattegrond alsmede een beschrijving van de rondleiding kunnen we hier niet opnemen, maar kun je vinden in de J.B.G.G. dokumentatiemap (overgenomen uit de "Paulus" van februari 1982 (nr. 147). 


Wanneer we om ons heen kijken, zien we dat Langda in een woeste omgeving is gelegen. Hier en daar zijn huizen te zien die vlakbij een ravijn gebouwd zijn. Is het niet gevaarlijk om hier te wonen? Toch eens even vragen.

Het blijkt dat er een reden voor is. Men koos namelijk een strategisch punt. Sommige huizen zijn bij een ravijn gebouwd dat 1000 meter diep is. Voor eventuele belagers zou het moeilijk zijn vanuit de diepte ongemerkt omhoog te klimmen. Daarom bouwde men de huizen vaak op bergrichels.

Het kerkje

We verlaten de strip en na enkele minuten lopen bereiken we het kerkje waar de mensen zondags bij elkaar komen om te luisteren naar het Woord van God.

De diensten worden door de evangelisten waargenomen. In de jaren 1980 en 1981 waren er zo'n 11 evangelisten in het Langda-gebied. Behalve dat zij de morgen- en avonddiensten houden, geven zij ook les op de analfabetenschooltjes.

De gemeente heeft ook een ouderling: Pieter Wabdaron. Hij is tevens timmerman en geeft les op de bijbelschool. In 1980 is hij bevestigd toen de gemeente door ds. Kuijt geïnstitueerd is.

Hij woont niet ver van de kerk af. Laten we bij hem wat meer informatie over de gemeente inwinnen.

Vanaf zijn woning kunnen we de kerk zien. Hij vertelt dat de gemeente uit ongeveer 73 leden en 33 doopleden bestaat, 's Zondags is er een trouwe opkomst zowel in de morgen- als in de avonddiensten. In het Langda-gebied worden regelmatig doop- en avondmaalsdiensten gehouden door de konsulent ds. Kuijt of ds. Vreugdenhil. Dan komen de mensen uit de hele omgeving naar de kerk. In het Langda-gebied zijn er namelijk nog meer gemeenten. Alleen Langda is een geïnstitueerde gemeente. Totaal zijn er zo'n 300 belijdende en 100 doopleden in dit gebied.

De ouderling vertelt ons dat er nog velen zijn die hinken op twee gedachten. Zo zijn er bijvoorbeeld gedoopte mannen die overwegen een tweede vrouw te nemen.

De bijbelschool

Naast de kerk staat de bijbelschool. Het aantal studenten is in Langda gegroeid tot ruim 80. Deze zijn verdeeld in twee klassen. Trouw bezoeken de studenten de school. Een aantal van deze studenten helpt de evangelisten bij hun pastorale arbeid.

De polikliniek

Niet ver van de kerk vandaan staat een gebouw met een paar hutten. De ouderling vertelt ons dat dit de polikliniek is. De twee hutten zijn de opnamehutten waar de zieke mensen in verpleegd worden. In de polikliniek kunnen de mensen dagelijks terecht met hun klachten.

Gelukkig, zo vertelt de ouderling, doen zich in Langda weinig ernstige ziektegevallen voor. Een groot probleem is de zogenaamde longziekte. Deze wordt veroorzaakt door het feit dat de mensen in hun hutten vuur maken tegen de kou. Vanwege gebrek aan ventilatie zijn de hutten vol rook die door de mensen geïnhaleerd wordt. Het gevolg is dat velen op jonge leeftijd sterven. De gemiddelde levensduur is niet ouder dan 40 jaar.

Het koude klimaat en het feit dat de mensen geen kleren aan hebben, speelt bovendien ook nog een rol.

In twee dorpen zijn buitenklinieken geopend.

De school

Na afscheid genomen te hebben van de ouderling, lopen we wat verderop. We steken de strip over en nemen het eerste paadje links. Rechts staan twee grote gebouwen. Dit is de lagere school (Sekolah Dasar).

Het zijn twee gebouwen met elk drie lokalen. In totaal zijn er drie onderwijzers werkzaam, waarvan er inmiddels twee gesubsidieerd worden. Er zijn ruim 210 leerlingen op de school. Deze komen niet alleen uit Langda maar ook uit de naburige dorpjes.

Elk dorpje heeft een analfabetenschool die onder leiding staat van de evangelisten. De lagere school (S.D. = Sekolah Dasar) bestaat uit 6 klassen. In 1980 voltooiden de eerste tien leerlingen deze school en vier van hen mochten de middelbare school aan de kust bezoeken.

Terwijl we nog zo naar de schooltjes kijken, komt er een man voorbij met een balpen door zijn neus. Wat zou die balpen toch betekenen?

Er wordt ons verteld dat deze man op school zit, de balpen is namelijk vaak een "schoolattribuut".


In het boek "Voor alle volken te verstaan" is een afbeelding opgenomen van iemand met een balpen door zijn neus.


Vertaalwerk

Diep onder de indruk van het werk dat op deze zendingspost gedaan wordt, lopen we door, in de richting van de strip. Het paadje maakt een bocht naar links.

Aan de linkerkant zien we het huis van de fam. Louwerse.

Op het ogenblik zijn zij niet thuis, aangezien zendeling Louwerse in Amerika bezig is om zich verder in de una-taal te bekwamen.


In het boek "Voor alle volken te verstaan" heeft dhr. Louwerse een hoofdstuk geschreven over zijn vertaalwerk in de una-taal, alsook over de opleiding tot vertaalkundige.


Tenslotte

De Bijbel moet naar alle landen...

Ook naar Irian Jaya.

...Voor alle volken te verstaan.

Ook voor de Yali's en voor de bevolking van Langda.

Hoe belangrijk is het dat ook zij Gods Woord kunnen lezen in hun eigen taal. Het is immers Zijn Woord dat wijs kan maken tot zaligheid.

 

Vol indrukken verlaten we Irian Jaya om terug te keren naar Nederland.

Ook wij kunnen iets doen om het Evangelie te brengen onder deze volkeren.

Door middel van een aktie hopen we een financiële bijdrage te leveren aan het bijbelvertaal- en bijbelverspreidingswerk onder de Yali's en de mensen uit Langda.

 

Gespreksvragen

1. Vele Indonesiërs verhuizen naar Irian Jaya, waardoor er op dit eiland een vermenging van verschillende kulturen ontstaat.

a. Welke voordelen zou dit kunnen bieden?

b. Zijn er ook nadelen aan verbonden?

Denk hierbij ook aan de verschillen in religie.

2. De kerk heeft de opdracht om het Evangelie te verkondigen.

a. Wat is de taak van de zending?

b. Is ontwikkelingshulp ook een taak van de kerk? Motiveer je antwoord.

3. Het zendingswerk omvat in de praktijk velerlei taken.

a. Welke zendingstaken kun je rechtstreeks in de Bijbel vinden?

Betrek hierbij de volgende schriftplaatsen: Matth. 28:19; Mark. 3:14 en 15; Luk. 24:47; Hand. 1:8; Titus 1:5.

Voor schema: zie PDF.

b. Geef bij de volgende zendingstaken een volgorde aan: bijbelvertaalwerk; onderwijs en vorming; landbouwwerk; technische hulp (wegaanleg en bruggenbouw); bijbelonderwijs en theologische opleiding.

c. Als er in jullie gemeente een diakonale kollekte voor het zendingswerk gehouden wordt, voor welke zendingstaken wordt dan jouw bijdrage gevraagd?

4. Het zendingswerk is niet slechts een opdracht voor de zendingswerkers, maar voor heel de gemeente.

a. Hoe kunnen we op de vereniging meewerken aan de zendingsopdracht van de kerk?

b. Welke bijdrage kun jij geven?

5. De Bijbel moet naar alle landen...

a. Waarom is dat zo belangrijk?

b. Moeten we onder alle landen ook Nederland verstaan? Zo ja, wat is dan onze taak?

c. Is het wel verantwoord om in een tijd van ekonomische achteruitgang extra geld in te zamelen voor bijbelvertaalwerk en bijbelverspreiding?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1983

Mivo +16 | 96 Pagina's

4. Langda (Irian Jaya)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1983

Mivo +16 | 96 Pagina's