JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

6. Een illustratie: Anna Blaman

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

6. Een illustratie: Anna Blaman

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is niet mogelijk om op deze plaats uitvoerig op het werk van deze schrijfster in te gaan. Zij werd in 1905 te Rotterdam geboren en stierf aldaar in 1960. Zij schreef romans, o.a. Vrouw en vriend, Eenzaam avontuur en De verliezers. Daarnaast publiceerde ze een aantal verhalen, waarin ze vaak nog direkter dan in de romans haar problematiek kon verwoorden. Het hoofdthema in haar werk is wel genoemd de eenzaamheid van de mens als resultaat van een fundamenteel menselijk tekort. Dat dit thema ook uitkomt in haar visie op leven en dood laat zich begrijpen. 

Bijzonder overtuigend zien we dit bijvoorbeeld in het korte verhaal Sterven (uit de bundel Verhalen, na haar dood in 1963 verschenen). In dit verhaal ligt de jongeman Peter, 18 jaren oud, in de nacht voordat hij een maagoperatie moet ondergaan te piekeren over zijn leven. Hij beseft dat dit zijn laatste nacht kan zijn. De chirurg had medelijdend gekeken, meende hij. Als hij het zich echt realiseert, bonst zijn hart van schrik. In dit verhaal is er die eigenaardige tussentoestand van realiteit en hallucinatie. Hij meende de dood te zien, toen de chirurg hem daags voor de operatie kwam opzoeken. Hij meende hem daarna te zien als een keurig, maar dor heer met aktentas, die één voor één de boeken uit zijn tas liet zien. "Elk boek was als een gestalte van leven". Daarna maakte deze man plaats voor een ander, die het priestergewaad droeg. "Leg je heil niet alleen in handen van de geneesheer hier in het ziekenhuis, maar vooral in de goede handen van de oneindig wijze geneesmeester in de hemel". Maar Peter fluistert: "Laat me alleen".

In andere verhalen van haar werd God niet bij de stervensproblematiek betrokken. Nu wel en de visie van Anna Blaman is onthutsend. Peter herinnert zich namelijk een twist op een debating-club. Daarin ontkende hij dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Dat was voor hem een redenering om zich te verzoenen met de absurditeit van het leven.

Beter zou het zijn die ondoorgrondelijkheid met onze rede te lijf te gaan en trachten te ontmaskeren òf als toeval òf als gevolg van na te speuren oorzaken.

Het is duidelijk: Peter - en Anna Blaman zelf - ontkent God, Hij is slechts een hersenschim. De jongeman wil niet zo laf zijn om op dit moment te capituleren.

Als God werkelijk bestaat, zou Hij immers terecht zo'n schijnheilige moeten verwerpen. Dan herinnert hij zich het meisje Lonnie, met wie hij de verhouding verbroken heeft, maar met wie hij toch zo gelukkig is geweest. Peter blijkt, in tegenstelling tot de hoofdpersonen uit andere verhalen, wél geleefd te hebben. "Haar gezicht met de glimlach bleef hem doorvoeren van een onuitputtelijk geluksgevoel. Wat was hij gelukkig geweest!" 

Juist de jonge mensen hebben hun belevenissen van lief en leed nog niet stukgeleefd.

"Later ga je repeteren; nog eens een nieuwe liefde, nog eens, en nog eens." "Hij dacht: ik heb het leven in zijn essentie ontmoet en beleefd. Ik heb liefgehad en verdriet gekend. Ik hoef niet meer". En op dat moment ontspant hij: zijn leven is af. Peter kan nu sterven. Als hij de volgende ochtend door een zuster naar de operatiekamer wordt weggereden, zegt ze goedbedoeld tegen hem, terwijl ze stilhoudt voor een raam: Kijk nog maar eens naar buiten. Hij weet nu zeker dat hij uit de narcose niet zal wakker worden. "Hij was een offerlam en gaf zich over zonder spijt of klacht".

Een heel knappe zuster zet hem de kap op. Hij wil haar beeld vasthouden, zich vastklampen aan dit laatste visioen. Want ... op dit moment beseft hij dat hij zich vergist heeft! Het leven had voor hem nog zo mooi kunnen zijn, zoveel liefelijks had hem nog kunnen toelonken. Maar de hartslag verdwijnt al. "Een uur later trok de zuster haar hand van een reeds verkilde pols terug".

En zo blijft alleen de tragiek over. De tragiek van de gemiste kansen. De tragiek van het fundamentele menselijke tekort, van de menselijke eenzaamheid, van de mens die alléén de dood ingaat, zonder perspectief, zonder licht.

Wat is dat alles nameloos arm! Nee, we mogen vanuit een christelijk standpunt niet hooghartig oordelen over deze visie van Anna Blaman en de velen die zich in haar herkennen. We hebben wèl met deernis te staan tegenover hen wier levensperspectief doodloopt in het graf, bij wie het uitzicht naar Boven ontbreekt.

En vooral: wee ons wanneer we als christenen de weg wel geweten hebben, maar die zelf niet hebben gegaan. Dan zijn we net zo troosteloos en triest en deerniswekkend - de ellendigste van alle mensen, zegt Gods Woord - als de meest troostelozen uit het werk van Anna Blaman.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Mivo +16 | 53 Pagina's

6. Een illustratie: Anna Blaman

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Mivo +16 | 53 Pagina's