Instructieblad voor leidinggevenden bij de MIVO +14 schets "Daniël"
In dit blad treft u aan:
- Aanwijzingen voor het gebruik van de MlVO-schets "Daniël"
- Programma-suggesties voor een avond over de schets
- Aantekeningen bij de vragen
Aanwijzingen voor het gebruik
De MIVO +14 schets over "Daniël" verschijnt in de serie werkschetsen voor de oudere tieners op de vereniging.
Hoewel in eerste instantie geschreven voor deze groep, kan de schets, uiteraard met enige aanpassing, ook door -14 groepen of door gewone +12 groepen (jongeren in de leeftijd van 12 tot 16 jaar) gebruikt worden.
Het blad voor de leden bevat vrijwel alle informatie die de inleider nodig heeft. U dient de schets dus pas na de inleiding uitte delen aan de leden, om niet het gras voor de voeten van de inleider weg te maaien!
Wanneer de schetsen uitgedeeld zijn, kan met de verwerkingsvormen achter in de schets verder gewerkt worden. Na afloop van de avond kunnen de leden de schets mee naar huis nemen.
Programma suggesties
Doel van de schets
Bij het voorbereiden van de verenigingsavond, of bij het maken van de inleiding is het belangrijk om het bijbelboek 'Daniël' erbij te nemen en dat goed door te lezen. De schets wil vooral iets laten zien van wie God is en hoe Hij met ons omgaat. De inhoud van dromen en de uitleg daarvan is daarom niet uitgewerkt in de schets. Dat was een boodschap voor de betrokkenen toen (Nebukadnézar, Belsazar en allen die om hen heen stonden). Het is voor ons belangrijker om te zien hoe God werkt en wat wij daar wel en niet mee moeten doen. Voor degene die de avond leidt of de inleiding verzorgt, is het natuurlijk wel zinvol om iets meer te weten van de inhoud van de dromen enz. Daarnaast zal de grote lijn hiervan bij de meeste jongeren wel bekend zijn.
Het is goed mogelijk om met deze schets en dit onderwerp twee avonden te vullen. Ons voorstel is om het de eerste avond dan echt over 'Daniël en de manier waarop God in zijn leven werkt' te hebben. Na deze avond kunt u de schets aan de jongeren mee naar huis geven. De tweede avond kunt u dan specifiek ingaan op het gebed, aan de hand van het gebedsleven van Daniël. Daarbij kunt u ook andere bijbelgedeelten aanhalen en bespreken.
Een goede verenigingsavond toegewenst!
Mogelijkheid 1
• Opening
• Inleiding over de hele schets. Eventueel door meer dan één lid.
• In groepjes bespreken van de vragen uit de schets.
Pauze
• Associatieopdracht: Ca in gesprek met de jongeren over het gebed. Maak hierbij gebruik van collagevellen waarop je bijvoorbeeld de volgende stellingen poneert:
* Bidden is zinloos
* je moet in 2000 wel meedoen
* Hoe spreekt God in onze tijd?
* Vasten is alleen voor de moslims
* Wonderen gebeuren niet meer
Laat de jongeren in groepjes hun reacties persoonlijk op het vel schrijven. Breng daarna alle collagevellen bij elkaar en ga hierover gezamenlijk in gesprek. Zorg dat ze zelf ook aan het woord komen. Zonodig kun je hierbij de antwoorden op de vragen uit de schets betrekken.
• Sluiting
Mogelijkheid 2
• Opening
• Inleiding over de hele schets.
Pauze
• Groepsbespreking aan de hand van de vragen
• Plenair bespreken van de vragen
• Sluiting
Zie voor andere verwerkingsvormen de map "Ideeënmap +12/+14".
Toelichting op de gespreksvragen in kader bij hoofdstuk 2:
In 2 Koningen 23 : 34 tot en met 2 Koningen 25 kunt u lezen over de situatie van Juda. Het volk en ook hun koningen deden wat kwaad was in de ogen van de Heere. De Heere was hier dan ook erg boos om. Hij strafte het volk en gaf hen over in de handen van Nebukadnézar, zoals we dat in Daniël 1 : 2 kunnen lezen. De ongehoorzaamheid van het volk wordt gestraft. Jongeren (zoals Daniël en zijn vrienden) moeten boeten voor de zonden van hun voorgeslacht. Ze worden weggevoerd naar een ver land in een heidense omgeving. Daniël hield vast aan de wetten van het joodse volk, zoals de Heere die had bevolen. Midden in een heidense omgeving bleef hij staande, hoewel het voedsel aan het hof van Nebukadnézar ongetwijfeld van hoge kwaliteit zal zijn geweest.
Toelichting op de gespreksvragen in kader bij hoofdstuk 3:
God verandert niet. Hij blijft Dezelfde. Hij wil ook nu nog op allerlei manieren spreken. Het grote probleem is dat wij niet willen luisteren en Hem daarom ook niet op al die manieren horen spreken.
• de natuur: zie bijvoorbeeld psalm 19 : 1-7
• de bijbel: zie bijvoorbeeld psalm 19 : 8-9
• de uitleg van de bijbel / preek: zie bijvoorbeeld Rom. 10 : 14-17
• dromen: zie bijvoorbeeld Joël 2 : 28
• wonderen: zie bijvoorbeeld Joël 2 : 30-31
De apostel zegt wel dat Hij niet veel krachten / wonderen kan doen als er veel ongeloof is (Matth. 13 : 58).
Moet je een bijzonder christen zijn voordat God dingen aan je laat zien over de toekomst?
Nee! Hij laat zelfs verborgenheden over de toekomst zien aan Nebukadnézar. Nebukadnézar was helemaal geen christen. God wil aan iedereen laten zien Wie Hij is. Niemand zal kunnen zeggen: 'Ik heb het niet geweten'. Maar het grote probleem is dat veel mensen (wij ook) niet horen omdat we doof zijn en niet zien omdat we blind zijn. In Johannes 16 : 13b kun je zien dat de Heilige Geest verborgen dingen ook over de toekomst bekend zal maken.
Toelichting op de gespreksvragen in kaders bij hoofdstuk 4:
Het eerste kader:
Boven Mattheüs 16 : 25 staat "Aansporing tot zelfverloochening". De Heere Jezus bedoelt hier, dat diegene die Hem verloochent om zijn eigen naam, die zal niet behouden worden. Daartegenover, diegene die zichzelf verloochent om de Naam van de Heere, die zal behouden worden. Voorbeelden uit deze tijd kunnen zijn: Vragen om stilte voor gebed in een godloze omgeving, iemand vermanen die vloekt. Enzovoort.
Het tweede kader:
Een paar voorbeelden van hoogmoed zijn jezelf meer of beter voelen dan een ander, als je wilt weten hoe rijkje bent.
In 1 Thessalonicenzen 5 : 17 en 18 wordt gesproken over het bidden. We mogen altijd tot de Heere bidden en alles aan Hem voorleggen. Ook moeten we de Heere danken voor alles. Dus niet alleen in voorspoed, maar ook in tegenspoed. Dit betekent voor ons, dat de Heere een afhankelijk leven van ons vraagt aan Zijn genadetroon.
Belsazar had kunnen voorkomen dat hij zondig doorleefde, als hij dichtbij God gebleven zou zijn. Aan Nebukadnézar was beloofd dat zijn nageslacht ook koning zou zijn. God had Zijn zegen gegeven en wilde die blijven geven. Maar Hij wil wel erkend en gehoorzaamd worden. Belsazar had ook die God moeten zoeken. In gebed had hij telkens mogen vragen of hij bewaard zou blijven voor bepaalde zonden, o.a. van hoogmoed. Maar hij ging zijn eigen gekozen wegen en zocht andere goden. En hij spotte met de Enige God.
Toelichting op de vragen in kader bij hoofdstuk 5:
Daniël wilde met de open vensters naar Jeruzalem aangeven dat hij alleen die God, Die in Jeruzalem werd gediend als de ware God erkende. Zie hiervoor ook de kanttekeningen bij 1 Koningen 8 : 44.
Ja, ook Darius mag (en moet zelfs) God meer gehoorzaam zijn dan de mensen. Dat geldt zowel voor Daniël en Darius als voor ons.
Vasten is dat we een bepaalde tijd alleen brood eten en water drinken. Het kan voor ons goed zijn om ook weieens te vasten, al mag het natuurlijk nooit een doel op zich worden. In Mattheüs 6 : 16-18 wordt gesproken over het vasten. Hier kunnen we duidelijk lezen dat het vasten een persoonlijke zaak is. Het gaat er niet om wat de mensen van ons vinden, maar hoe we staan tegenover de Heere.
Uit Mattheüs 6 : 5-8 kun je het volgende leren:
Vers 5 : Het gaat er niet om wat de mensen van je zien, of van je denken.
Bidden is een zaak tussen de Heere en je ziel.
Vers 6 : Het is goed om een aparte plaats te hebben waar je bidt.
Dit kan je slaapkamer zijn, maar ook een andere plaats.
Vers 7 : Bidden moet met het hart gebeuren, niet met de mond.
Vers 8 : De Heere weet wat we nodig hebben. Ook als we in ons gebed iets niet goed
kunnen verwoorden, weet de Heere er van af.
De Heere is almachtig. Hij kan ook nu nog iemand uit de grootste nood redden. Soms kunnen we lezen of horen van grote wonderen die de Heere heeft gedaan.
Daniël was ongehoorzaam aan de wet van Darius. In zijn wet vroeg Darius dat hij als mens geëerd en vereerd zou worden. Wij mogen mensen nooit eren of vereren. Daniël zou er dan ook geen goed aan gedaan hebben om daaraan te gehoorzamen. Integendeel, hij zou wel een kwaad tegen Darius gedaan hebben, wanneer hij het wel gedaan had.
Uit Psalm 34 : 20 kunnen we leren dat de rechtvaardige in zijn of haar leven veel tegenspoeden kan hebben. Deze houden de mens klein en brengen hem dicht bij de Heere.
Toelichting bij de vragen achter op de schets:
Vers 4 De Heere is een almachtige God, Die zorgt voor degenen die Hem liefhebben en Zijn geboden onderhouden.
Vers 5, 6 Hieruit kunnen we leren dat het gebed van Daniël recht uitzijn hart kwam.
Hij verheft zich niet boven het volk, maar voelt zich medeschuldig.
Vers 7 Het recht is aan de Heere. Gerechtigheid is recht doen. De Heere is een rechtvaardig God, zowel in Zijn beloften en weldaden, als Zijn bedreigingen en straffen.
Vers 8,1 0 Nederland is ook afgeweken van de Heere en Zijn dienst, daarom moeten we de Heere om vergeving vragen en terugkeren naar Zijn geboden.
Vers 9 De Heere vergeeft menigmaal de zonden en is ook barmhartig. De Heere is ook een rechtvaardig God, daarom kan Hij de zonden niet door de vingers zien. In dit leven moeten we de Heere om vergeving vragen, voor het te laat is.
Vers 11-13a Zie Leviticus26 vanaf vers 14, Deuteronomium 27, Klaagliederen 2:17
Vers 1 3b Dit kunnen we doen door ons af te keren van onze zonden en acht te geven op de dreigementen van de Heere.
Vers 14 Het Hebreeuwse woord betekent vrijspreken en onschuldig verklaren. Wat de Heere doet is altijd goed. Hij heeft de tegenspoed gegeven omdat het volk Zijn stem niet heeft willen horen.
Vers 15-17 De Heere heeft het volk uitgevoerd uit Egypteland, terwijl het volk gezondigd heeft.
Vers 18 Als Daniël op zichzelf ziet, dan is er niets in hem, waarom de Heere zijn gebed moet verhoren. Daarom pleit hij op de barmhartigheid van de Heere.
Vers 19 Daniël pleit hier op de trouw van de Heere. Het volk is naar Zijn Naam genoemd, en de Heere heeft beloofd om voor dat volk te zorgen tot in het late nageslacht.
We kunnen van het gebed van Daniël onder andere leren dat de Heere ons hoort, dat de Heere ons ziet, dat de Heere ons wil vergeven en dat ook doen zal als wij echt onze zonden aan Hem belijden. De God van Daniël leeft nog!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2000
Mivo +14 | 24 Pagina's