JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

5 De hand aan de ploeg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

5 De hand aan de ploeg

Verhaal -12

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Toe, Pieter, schiet op. Je zou mijn band nog even oppompen. Straks komen we te laat". Machteld staat te trappelen van ongeduld, want het is inderdaad al laat. Pieter schrikt, als hij op zijn horloge kijkt. "Sjonge, al bijna vijf voor twee. En om twee uur begint de klub". Vlug loopt hij naar de schuur en pakt de fietspomp. Hij maakt het slangetje aan het ventiel vast en pompt de band stevig op.

"Alstublieft, mevrouw. De rekening komt nog", grapt hij, als hij de fiets de schuur uit rijdt. "Die betaal je dan maar van je eigen zakgeld", kaatst Machteld terug "jij krijgt meer zakgeld dan ik". "Dat is logisch", vindt Pieter, "ik ben tenslotte twee jaar ouder dan jij!"

Net op tijd komen ze het zaaltje bij de kerk binnen. Oom Willem, een van de leiders, heeft al psalmboekjes uitgedeeld. Hij pakt voor Machteld en Pieter nog een boekje van de stapel en zegt: "Fijn, dat jullie er zijn. Ik was al bang dat jullie niet meer zouden komen vanmiddag en ik heb juist iets heel bijzonders voor de klub". "Wat dan, oom Willem?" "Ssst, we zouden gaan zingen. De verrassing bewaar ik tot na de vertelling".

Als oom Willem eenmaal aan 't vertellen is, denkt Machteld niet meer aan de verrassing. Het is net of ze echt ziet gebeuren, wat oom Willem vertelt over Naaman, de melaatse generaal van Syrië. "Wat is het erg om melaats te zijn", denkt Machteld en ze strijkt zachtjes met haar hand over haar arm. "Stel je voor dat je zelf zulke zweren zou hebben!"

Naaman wist niemand die hem beter kon maken. Machteld weet dat wel. Als je ziek bent, dan kan de Heere je immers beter maken. Daar mag je om bidden. Gelukkig wist het joodse slavinnetje dat ook. Zij vertelde aan Naamans vrouw over de profeet van de Heere God, Die in Samaria woonde. Die zou Naaman vast wel beter kunnen maken. Machteld ziet het helemaal voor zich, hoe Naaman met een brief van zijn eigen koning op reis ging naar koning Joram in Samaria. Wat schrok koning Joram van die brief. Moest hij Naaman beter maken?

"Wat erg", denkt Machteld, "dat koning Joram niet eens aan God dacht en aan de profeet van de Heere God, Die in Samaria woonde. God alleen kan toch wonderen doen!?" Dat liet de profeet Elisa ook tegen koning Joram zeggen: "Stuur Naaman maar naar mij toe, dan zal hij weten, dat er een profeet van God in Israël is!"

Maar dat viel voor Naaman tegen. De profeet Elisa kwam niet eens naar buiten en Naaman had nogal liefst gedacht, dat Elisa voor hem zou bidden en met zijn hand over de zweren zou strijken om hem beter te maken. En moet hij zich nu zeven maal in de rivier de Jordaan wassen? Hij zal wel wijzer wezen! Zo'n klein, vies riviertje. Nee hoor, de rivieren van Syrië zijn veel mooier. Machteld kan dat eigenlijk niet begrijpen. Elisa was toch een profeet van de Heere God? En wat hij gezegd heeft, was immers het Woord van God? Waarom geloofde Naaman dat dan niet? Het was toch niet moeilijk voor hem om zich in de Jordaan te wassen? Dat hebben de knechten van Naaman ook gezegd. En ? Gelukkig, Naaman deed toch, wat de Heere God door Elisa gezegd had.

Machteld weet al, hoe het verhaal afloopt, maar ze vindt het helemaal niet erg.om iedere keer weer te horen, dat de Heere altijd doet, wat Hij beloofd heeft. Elisa had toch gezegd, dat Naaman beter zou worden? en wat de Heere zegt, dat doet Hij ook. Want toen Naaman voor de zevende keer boven water kwam, waren alle zweren weg. Wat was Naaman blij: "Nu weet ik, dat er maar één God is op de hele aarde en dat is de God van Israël. Hém wil ik voortaan dienen".

Machteld zucht eens diep als de vertelling afgelopen is. Wat was dat mooi! En blij zingt ze mee: "God, Die helpt in nood, is in Sion groot". "Nu de verrassing", zegt oom Willem. Hij bukt zich en zet dan een grote doos op tafel. "Weten jullie wat hierin zit? Nee, natuurlijk niet, want dat moet ik nog vertellen! Alles wat hierin zit, moet verkocht worden". Hij opent de doos en haalt er een boek uit. "Dit is een voorleesboek, wat nog niemand gekocht kan hebben. Het is pas nieuw. Als iedereen op de klub er nu eentje koopt, dan zijn we er al een heel stel kwijt. Hier heb ik nog twee boeken, één over de belijdenis en één over jong zijn. Ook heb ik hier nog een bijbelwijzer, een boekje om elke dag bij de Bijbel te gebruiken". Hij legt de boeken naast de doos op de tafel. "Maar er is nog meer. Kijk maar eens". Hij rommelt wat in de doos en trekt een lange sliert stof onder de doos uit. "Hè, wat een leuke draagtas", roept Nelleke, "wie is die jongen, die erop staat?" Oom Willem houdt inderdaad een linnen tas omhoog. "Dit is een jongen in Tsjaad, een land in Afrika". De kinderen lachen, als hij de tas om z'n schouder hangt. "Nou ga'at u hier zeker voortaan boodschappen mee halen", roept er één. Maar het is al gauw stil, als oom Willem een nieuwe greep in de doos doet en een spel omhoog houdt. "Wie weet waar", leest Michiel. De verbazing van de kinderen wordt steeds groter. Een boek, een tas, een spel ,Waar is dat toch allemaal voor?

"Ik begrijp best, dat jullie heel erg benieuwd zijn, waarom ik dit laat zien", lacht oom Willem. "Ik heb nog iets voor jullie, maar dat hoeft niet verkocht te worden. Roel, geef jij er iedereen hier eens één van". Uit de doos komt een stapel stickers te voorschijn. "De hand aan de ploeg", leest oom Willem, "wie weet wat dat betekent?" "Een boer gebruikt een ploeg om het land te ploegen, voordat hij gaat zaaien", weet Machteld. "Precies, en als je je hand aan de ploeg slaat, betekent het, dat je flink aan gaat pakken om mee te helpen". Roel vraagt: "is dat net zo iets als de handen uit de mouwen steken?" "Hè Roel, dat heb je goed bedacht! Wij moeten de handen uit onze mouwen steken om zoveel mogelijk te verkopen. "De hand aan de ploeg", dat is de naam van de aktie van de Jeugdbond, waaraan wij ook mogen meehelpen. Al het geld, dat wij verdienen, is voor het Gelukspan hospitaal, een ziekenhuis in Zuid-Afrika".

Oom Willem draait zich om en haalt wat van de kast af. "Oooh", roepen er een stel, "een bouwplaat". "Dit is een bouwplaat van het ziekenhuis. Straks mag iedereen er een maken, maar kijk eerst eens even. Deze zalen zijn voor de gehandicapten, en hierzo, in zaal vier en vijf liggen de kinderen. Het is natuurlijk erg fijn voor hen, dat er een ziekenhuis is. Ik heb net verteld over Naaman. In die tijd waren er nog geen ziekenhuizen. Nu zijn die er gelukkig wel. Maar het is echt niet zo leuk om erg lang in een ziekenhuis te liggen. Nu gaan wij die gehandicapte kidneren verrassen. Weet je waar mee? Met een kinderboerderij! Wat vinden jullie daarvan?"

Het blijft even stil, maar dan praat iedereen door elkaar."Wat zullen ze daar blij mee zijn", roept er één. Een ander vraagt: "Mogen we straks al direkt gaan verkopen?" "Hoho, niet allemaal tegelijk. Luister nog eens even. We gaan hen nog ergens mee verrassen. Volgende week gaan we tekeningen maken. De mooiste wordt opgehangen in het Gelukspanhospitaal. We moeten dus wel extra ons best doen! Nu nog even wat over het verkopen. Straks krijgen jullie een lijst mee en een exemplaar van wat we gaan verkopen. Daarop moeten de namen ingevuld worden van de mensen, die wat kopen. Dus als, zeg maar meneer Pieterse twee boeken en één spel koopt, dan schrijf je bij nummer een: meneer Pieterse en dan zet je in het vakje onder de boeken een 2 en onder het spel 1".

"Maar hiet woont helemaal geen meneer Pieterse", zegt Fransje. Iedereen schiet in de lach. "Nee joh, dat klopt", zegt er één, "maar dat is een voorbeeld". Oom Willem klopt Fransje op haar schouder. "Geeft niks hoor", zegt hij, "laat ze maar lachen. Ga jij maar helpen om wat lekkers in te schenken". Na de pauze wordt er druk geknipt en geplakt. En na een tijd zijn de eerste ziekenhuizen klaar. "Maak er dan maar een kinderboerderij bij", stelt tante Ada voor. "Kom maar bij mij wol halen en draad om dieren te maken". Veel te vlug is het tijd om te eindigen. Dan mogen de kinderen één voor één komen. Ze krijgen allemaal een draagtas met daarin het spel "wie weet waar", het voorleesboek en de twee andere boeken. Ook de bijbelwijzer komt erin. "Zo jongens en meisjes, nu aan de slag. De hand aan de ploeg!" zegt oom Willem. Daar gaan ze, naar huis en naar ja naar heel veel anderen om zoveel mogelijk te verkopen.

M.J.M. Daudey

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

Mivo -16 | 69 Pagina's

5 De hand aan de ploeg

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

Mivo -16 | 69 Pagina's