JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

B Vertelschets +12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

B Vertelschets +12

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een plant heeft een wortel. Uit die wortel komt alles voort. Na de winterperiode groeit er uit de wortel weer een nieuwe plant. Is het echter de wortel van onkruid, dan moet hij verwijderd worden ("met wortel en tak"), anders blijft het kwaad voortwoekeren. In de Bijbal staat de tekst "de geldgierigheid is de wortel van alle kwaad" (l Tim. 6:10b). Uit een vurige begeerte naar geld komt allerlei kwaad voort. Zie maar bij Gehazi.

Gehazi is de knecht van de profeet Elisa. Wat een bevoorrechte positie om zo dicht bij een "man Gods" te leven en van nabij de wonderen te zien die de Heere door hem doet.

Denk eens aan de opwekking van het zoontje van de sunamitische vrouw (2 Kon. 4) en aan wat zojuist gebeurd is de genezing van Naaman. Iemand die zó dicht bij Gods knechten en Gods Woord leeft, zal zelf ook wel eerbied voor de Heere hebben. Maar juist hier blijkt de grote kracht en verleiding van de zonde. In plaats van blij te zijn met Naamans genezing en met de bekering van die heidense generaal, vlamt in Gehazi's hart de begeerte op om iets van Naamans rijkdommen te bezitten. Door die begeerte wordt hij verblind en daaruit komt, als uit een wortel, allerlei kwaad voort. Het eerste kwaad is wel dat hij lichtvaardig de Naam des Heeren misbruikt. Hij zweert "Zo waarachtig als de Heere leeft, ik zal hem nalopen en zal wat van hem nemen".

Het volgende kwaad is een leugen. Er zouden twee profeten uit het gebergte van Efraïm gekomen zijn, aan wie Elisa iets wil aanbieden. Gehazi's verhaal klinkt aannemelijk en hij heeft sukses. Hij krijgt de begeerde schatten; zelfs het dubbele van wat hij gevraagd heeft.

Hij denkt er echter niet aan, dat hij door zijn leugen die heidense mensen een vreemde indruk geeft van zijn meester. Eerst zweert Elisa in de Naam des Heeren dat hij geen geschenk aanneemt en even later stuurt hij zijn knecht om er om te vragen. Wat nog erger is: welke indruk krijgen ze nu van de God van Israël? Staat de Heere toch op één lijn met de afgoden en kan Naaman de onbetaalbare genade nu enigszins vergoeden? Gehazi is blij met zijn schatten. Hij is in één keer een rijk man. In gedachten ziet hij zich al als de bezitter van akkers, wijngaarden, vee, knechten en dienstmaagden. Thuisgekomen verbergt hij zijn schatten, want zijn daad kan het daglicht niet verdragen en zijn zonde moet bedekt blijven.

Dan begeeft hij zich, alsof er niets gebeurd is, weer naar E- lisa en stelt zich ter beschikking van zijn meester.Elisa stelt hem een vraag: "Vanwaar, Gehazi?" Uit die vraag had Gehazi moeten opmerken dat Elisa afweet van zijn daad. De Heere heeft het de profeet geopenbaard en in de geest is Elisa met zijn knecht meegeweest en heeft heel het gebeuren gezien. Gehazi kent de almacht en de alwetendheid van de Heere. Zou God, Die weet wat in de binnenkamer van het palies van de koning van Syrië wordt besproken (2 Kon. 6:12), en dit Zijn knecht bekend maakt, niet afweten van gehazi's begeerte? Maar Gehazi is verblind door zijn verlangen naar geld. Hij bekent zijn verkeerde daden niet, maar hij liegt Elisa nu voor.

De zonde blijkt een hellend vlak te zijn: van de ene leugen komt de andere.

De straf is vreselijk. Gehazi heeft veel van Naaman begeerd, nu krijgt hij alles van hem. Behalve zijn geld krijgt hij ook zijn ziekte: de melaatsheid zal hem en zijn geslacht aankleven. Gehazi denkt rijk te worden, maar hij wordt straatarm. Hoe het met hem is afgelopen is ons onbekend. De Bijbel zwijgt er verder over. Zijn leven is echter een waarschuwing voor ons, die net als hij, zo dicht bij God en Zijn Woord leven.

De aantrekkingskracht van de zonde en de wereld is onweerstaanbaar. Maar wie de rijkdommen van de wereld begeert, zal ook delen in het oordeel dat over de wereld gaat.

Eén is er, De die verleiding heeft weerstaan: de Heere Jezus. Toen de duivel hem alle koninkrijken der aarde toonde is Hij staande gebleven. Alleen in Zijn kracht kan ook jij staande blijven in verzoeking.

Denk aan Mozes. Hij heeft de rijkdom van de wereld, de schatten van Egypte veracht (Hebr. 11:26) en erkent dat de versmaadheid van Christus blijvende rijkdom geeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1983

Mivo -16 | 31 Pagina's

B Vertelschets +12

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1983

Mivo -16 | 31 Pagina's