JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

B. Vertelschets +12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

B. Vertelschets +12

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is midden in de nacht. We gaan in gedachten naar Bethlehem. Daar zijn grote weidevelden, waar kudden geiten en schapen hun voedsel vinden. Hier heeft eens Elimelech, de man van Naomi gewoond. Hier is ook het veld, waar David de schapen van zijn vader hoedde. En nu, in de nacht vinden we daar niet één, maar een aantal herders. Het zijn over het algemeen sterke kerels, die wel tegen een stootje kunnen. Het zijn bepaald geen herdertjes, die hier bij nachte liggen. Het zijn stoere herders. Maar ook arme herders. Ze zijn veracht bij het volk. Hun werk is niet in ere. Hun stem telt niet mee en hun getuigenis wordt in de rechtzittingen niet gevraagd. Maar dat begeren de herders ook niet. Ze houden van hun beesten, en de beesten houden van hen. De schapen kennen de stem van hun herder en ze volgen hem. Maar het herdersleven is niet zo romantisch al het wel lijkt.

De hitte van de dag en de koude van de nacht moeten de herders verdragen. Dag en nacht moeten ze voor de schapen zorgen; toezicht houden bij het werpen van lammeren; zieke beesten verzorgen; schaduwrijke plekken zoeken in de middaghitte; dag en nacht waakzaam zijn, voor het geval er wilde beesten in de omtrek liggen te loeren; de kudden beschermen tegen de gevaarlijke plaatsen in de bergholen en spelonken, bij diepe ravijnen, langs afgronden en langs scherpe rotskanten. Het is zondermeer een riskant beroep. En als er vee verongelukt, komt de schade voor rekening van de herder. Het leven van een herder is zeker niet zonder gevaar, want hij zoekt het verlorene bij nacht en ontij. Hij trekt er op uit als een schaap zoek is. Hij zoekt bij de steile afgronden, tot hij het angstig geblaat hoort. Dan neemt hij het dier op zijn schouder en brengt het terug naar de kudde. Maar het gebeurt ook wel eens dat er e^n schaap door een leeuw of een beer weggesleurd wordt van de kudde, en dan gaat de herder er met zijn knots op af, achtervolgt het roofdier en probeert nog iets van het lam te redden. Al is het maar een lapje van het oor, want als hij dat aan de eigenaar kan tonen, behoeft de herder het schaap niet te vergoeden.

Dan is er nog het gevaar van de adders, die langs het smalle bergpad, in het dorre gras wegsluipen en in het voorbijgaan één van de schapen in de hielen bijt. Er zijn adders, waarvan het gif zo dodelijk is, dat de dood binnen en half uur kan volgen.

Ook zijn er schorpioenen en niet te vergeten de lammergieren, die plotseling uit de hoge blauwe lucht naar omlaag schieten en zich op een lam werpen om het tussen de klauwen mee te nemen het luchtruim in, naar het nest van hun jongen.

Herders moeten dus niet alleen om zich heen kijken, maar ook naar boven. Het zijn kloeke mannen, die herders.

En zo houden ook deze nacht herders de nachtwacht over hun kudden. Het wordt heel donker. De sterren fonkelen in hun stille pracht. Een enkele keer klaagt het geblaat van een schaap of mekkert gedempt een lammetje. De nacht slaat haar donkere vlerken over het gebergte van Judea. Slechts een enkel twinkelend lichtpuntje geeft aan waar Bethlehem ligt. De nachtlucht is koud.

Wellicht hebben de herders een vuurtje aangestoken. Het wild gedierte is immers ontwaakt, en gaat op voedsel uit. Het vuur moet ze op een afstand houden. Aan de hemel staan glanzende sterren. Al maar meer, hoe langer je er naar kijkt...........

Dan plotseling is er het blinkend licht, dat de hele kudde helder verlicht. Verschrikt staan de herders op en ontwaren in dat Licht de gestalte van een engel. Het dringt tot hen door, dat dat licht (de SJECHINA) de Heerlijkheid des Heeren is. God, de Almachtige, Jahweh zelf i3 aan deze plaats.

Is het een wonder dat de herders vrezen met grote vrees? Dan is daar de geruststellende stem van de engel: "Vreest niet". En gelijk daar achter aan komt de boodschap, die hij brengt: "Zie ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal. Dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus de Heere in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn: Gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in een kribbe". De herders hebben de tijding gehoord.

Dit is de vervulling van de belofte die zij zo lang verwacht hebben. Die belofte is gaan schitteren in hun leven omdat zij de Zaligmaker nodig hebben gekeregen. Wie anders zou hun zonden kunnen verzoenen dari Hij? En Jesaja had lange tijd geleden Zijn komst reeds beloofd: "En er zal een Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen die zich bekeren van de overtreding in Jakob, spreekt de Heere 11 (Jes. 59:20). De Messias is geboren!

Nauwelijks is de engel uitgesproken, of de hemel breekt boven hun hoofden open. De donkere nacht verdwijnt geheel en de glans van de sterren verbleekt.

Een zee van het helderste licht golft omlaag en in deze lichtzee snellen duizenden en duizenden engelen omlaag.

De ogen van de herders krijgen te zien, wat geen oog ooit heeft gezien. En hun oren krijgen te horen, wat geen oor ooit heeft gehoord. Al die engelen gaan zingen in een koor. Ze zingen het mooiste lied dat ze maar aan kunnen heffen. Het is een lied, dat nooit in een mensenhart is opgeklommen:

Ere zij God in de hoogste hemelen

en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.

Het is een nieuw lied. Het is een psalm, en de zang is volmaakt. Sinds de morgensterren, zoals de engelen bij Job genoemd worden, bij het aanvangen van de schepping vrolijk zongen, is hun lied zó vrolijk, zó godverheerlijkend niet meer gehoord.

Deze nacht is schoner dan de dagen.

Geboeid staan de herders daar.

Dan even plotseling als het begonnen is, gaan de engelen weg uit hun gezicht. Het lied is uit. Maar de herders hebben het begrepen. Nu is de hemel weer gesloten. De donkerte is zwarter dan ooit en de sterren fonkelen weer. Wie zal de stilte verbreken? De herders doen het zelf: "Laat ons heengaan naar Bethlehem en laat ons zien, het Woord, dat geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd". Ze gaan terstond op weg.

De schapen laten ze achter.

Deze nacht zal Jahweh over hun kudden waken.

De herders hebben een belangrijker werk te doen: het zien van de geboren Messias, de Zaligmaker, welke is Christus de Heere. Ze vinden in het donker de weg. Hun lopen wordt een draven. Ze hebben grote haast om bij de kribbe te komen. Daar vinden zij de Zaligmaker. Het kan niet anders of de herders zijn hier op de knieeën gevallen en hebben het hoofd gebogen in aanbidding. Hun gebed ican niet anders geweest zijn als dit: "0 Heere wat een wonder dat U ook mijn Zaligmaker wil zijn".

Na het gebed zijn de herders gaan vertellen, wat zij gezien en gehoord hebben. Vooral de vrouw bij de kribbe luistert met klimmende aandacht. Zij overlegt en bewaart hetgeen de herders vertellen in haar hart. De wegen des Heeren zijn wonderlijk.

Nog eenmaal werpen de herders een blik op het Wonder, Dat ze zien liggen als een hulpeloos kind. Dan gaan de herders weg. En waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Allen die het horen verwonderen zich slechts. Daar blijft het hèlaas bij. Toen de herders de blijde boodschap vernamen, gingen ze met haast. Kwamen zij in beweging. Werden aktief. Maar de mensen in het stadje verwonderen zich slechts. Het zijn immers maar herders. Geen bekering, geen geloof, geen haast! Wat teleurstellend» Toch gaan de herders na deze teleurstelling blij en ruim getuigend naar hun kudde terug, jods volk prijst en looft Hem, door de verdrukking heen.

Daarom loven en prijzen de herders God, want hun Zaligmaker is geboren. Dat hebben ze alom aan iedereen verkondigd.

Let eens goed op het woordje alom. Dat is iedereen. En daar hoor jij ook bij.

Is Hij ook voor jou geboren?

Wat doe jij nu met die boodschap?

Het baat je niet als je weet dat de Zaligmaker geboren is, als je ook niet weet dat Hij persoonlijk voor jou geboren is.

Weet jij dat al?

Wat een wonder als ook jij horen mag: "Een Kind is óns geboren, een Zoon is óns gegeven. Zie Uw Koning komt tot u.

0 is heden geboren de Zaligmaker".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1982

Mivo -16 | 47 Pagina's

B. Vertelschets +12

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1982

Mivo -16 | 47 Pagina's