De eerste diakenen
Het gaat goed met de christelijke gemeente in Jeruzalem, het gaat bijzonder goed. Steeds meer mensen komen tot de apostelen omdat ze ook in de Heere Jezus geloven als hun Heiland. Niet alleen van de echte Joden uit KanaƤn, die in dat land geboren zijn en dus de Hebreeuwse taal spreken, maar ook van de vreemdelingen, die uit allerlei landen in Jeruzalem gekomen zijn en die het Grieks gebruiken als hun moedertaal. Maar dit brengt aan de andere kant toch ook weer zijn eigen moeilijkheden mee. Bij de verzorging van de armen worden de weduwen van die laatste groep verwaarloosd. Daarom voelen christenen die Grieks spreken zich bij de anderen achtergezet. Nauwelijks horen de apostelen ervan of ze roepen de gemeente bij elkaar en zeggen: "Dat mag niet, de armenzorg moet eerlijk en goed zijn. Maar wij hebben het veel te druk en onze prediking zou in het gedrang komen, als we ons nog langer met de armen zouden moeten bezig houden. Daarom is het beter dat we zeven andere mannen aanstellen als diakenen, als armenverzorgers". Dat vond iedereen goed en zo werden er zeven mannen uitgekozen die vol waren van het geloof en de Heilige Geest. Dat waren Stefanus en Filippus en nog vijf anderen. Ze spraken alle zeven de Griekse taal, de wereldtaal die door alle vreemdelingen werd gesproken. Met gebed en handoplegging werden ze in hun nieuwe ambt bevestigd. Zij waren de eerste diakenen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1978
Mivo -16 | 19 Pagina's
