Handleiding 3: Vrede op aarde

Toelichting op het thema
Het jaarthema van Kompas is: mensen in de Bijbel. In aansluiting daarop is als thema van dit kerstnummer gekozen: de komst van de Vredevorst.

Zingen
Zie het kerstprogramma

Lezen
Lukas 2:1-7

Kerntekst
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst (Jesaja 9:5).

Vertelling

In het kleine stadje Nazareth is het druk op straat. Alle mensen zijn samengestroomd op één plek. Vol verbazing kijken de burgers van de stad naar de Romeinse boodschapper. Wat zou hij te vertellen hebben? Zou het goed nieuws zijn, of toch niet?
De mensen zien wel vaker boodschappers van de Romeinse keizer. Sinds de Romeinen Israël hebben veroverd, heeft de keizer het voor het zeggen. Keizer Augustus is streng, maar er heerst wel vrede in zijn grote rijk. Daar is iedereen het wel over eens. Vroeger, net voordat keizer Augustus aan de macht kwam, was dat wel anders. Regelmatig waren er oorlogen. Maar met de komst van keizer Augustus is dat allemaal veranderd. Hij heeft er voor gezorgd dat er vrede in het grote Romeinse rijk kwam. Hij laat zijn legers de grenzen van het rijk bewaken. En als er ergens in het grote rijk een opstand komt, stuurt hij één van zijn machtige legers er op af. Met strenge hand regeert hij het land en zorgt hij ervoor dat er vrede komt en dat er vrede blijft. Vrede op aarde. Wereldvrede.
Als de boodschapper begint te spreken, wordt het stil. Iedereen kan verstaan wat hij zegt. “Keizer Augustus gebiedt u om u te laten beschrijven. Dat betekent dat u op reis moet gaan naar de plaats waar uw familie vandaan komt. Daar moet u uw naam laten opschrijven en ook uw bezittingen. De keizer gebiedt u dat u dit snel doet.”
De mensen in Nazareth beginnen te mompelen. “Waar zou dat goed voor zijn?” Iemand fluistert: “Hij wil natuurlijk weten hoeveel geld we hebben; dan kan hij nóg meer belasting vragen!” Een ander mompelt: “Hij wil natuurlijk weten hoeveel mensen er in zijn rijk wonen!” Weer een ander moppert op de Romeinen. “Kwam de Messias, de Verlosser maar! Hij zou ons verlossen van die gehate Romeinen! Hij zou ons vrede brengen! Hij zou een échte Vredevorst zijn!”

Langzaam lopen ze over de weg naar Bethlehem. Wat is de reis moeilijk en zwaar geweest! Nee, Jozef, de timmerman uit Nazareth, is het reizen wel gewend. Maar voor Maria, zijn aanstaande vrouw, is dat wel anders! Het was voor haar heel moeilijk om die reis van Nazareth naar Bethlehem te maken, drie dagen lang. Zou dit misschien de weg van de Heere zijn, om zo de belofte te vervullen dat de Messias in Bethlehem geboren zal worden?
Het is voor haar vooral zo moeilijk omdat ze hoogzwanger is. Het zal nu werkelijk niet lang meer duren voor de Messias geboren wordt. Gelukkig is de lange, zware reis nu bijna voorbij. Nog even, dan komen ze aan in het stadje Bethlehem. Daar heeft hun familie eeuwen geleden gewoond. Daar heeft hun voorvader, koning David, geleefd. Daar komt hun familie vandaan.
Daar bereiken ze de eerste huizen van het stadje Bethlehem. Wat is het er druk! Veel mensen zijn naar de Davidsstad gekomen om zich te laten beschrijven. De straten zijn vol mensen, de huizen ook. Jozef en Maria kijken hun ogen uit.
Eindelijk vinden Jozef en Maria de herberg. Dat is de plaats waar reizigers kunnen overnachten. Misschien is daar nog plaats voor hen…?

Korte tijd later gebeurt het grote wonder. De Messias wordt geboren! Niet in een nette kamer in de herberg, maar… in een stal! Daar, waar ’s winters de dieren overnachten. Het is er benauwd en schemerig. In de overvolle herberg was geen plaats voor de geboorte van dit Kind. De stal is de enige plek waar Jozef en Maria terecht konden. Maria houdt ontroerd het kind in haar armen. Haar eerste Zoon. Ze vergeet de armoede om haar heen. Ze denkt alleen nog maar aan het onbegrijpelijke wonder: ze heeft Gods Zoon in haar armen, haar Heere, haar Zaligmaker. De Messias, die uit de hoge hemel neer wilde dalen op de zondige aarde, zelfs in een beestenstal! De Zaligmaker, die op aarde kwam om échte vrede te brengen, vrede in het hart! Dat is een vrede die je met je verstand niet kunt begrijpen, vrede met God! Ken je die vrede: dat je mag weten dat Jezus betaald heeft voor al je zonden?

Weet je wel waarom de Heere Jezus
werd geboren in een stal?
Opdat niemand op de aarde
zeggen of zelfs denken zou:

“Voor mij is Hij niet gekomen,
ik ben veel te arm voor Hem.”
Daarom werd de Heere Jezus
Geboren in een stal in Bethlehem.

Weet je wel waarom de Heere Jezus
kwam als kind in Bethlehem?
Opdat niemand ooit kan denken:
“Ik ben veel te klein voor Hem”.

Weet je wel waarom de Heere Jezus
daalde van des hemels troon?
Omdat God ons alzo lief had,
dat Hij gaf Zijn eigen Zoon.

Zodat wij in Hem gelovend,
niet verloren zouden gaan.
Maar voor eeuwig bij Hem leven,
daarom wilde Jezus gaan.

In het veld van Bethlehem brandt die nacht een groot vuur. Rond het vuur zit een groepje herders. Ze warmen zich bij de vlammen. Ruige en sterke mannen zijn ze. Veel mensen kijken op hen neer. De meeste mensen vertrouwen hen niet, willen niet eens met hen praten.
Om de herders heen liggen schapen. Het vuur houdt de wilde dieren op afstand. Alle herders hebben een stevige knuppel; als het nodig is, zullen ze hun schapen beschermen tegen dieven en rovers, tegen wolven en leeuwen.
Opeens omschijnt hen een groot licht. Het licht is zo heerlijk, zo helder, dat de herders meteen begrijpen, dat dit Goddelijk licht is. Gods heerlijkheid omschijnt hen! Ze weten ook meteen wat dit betekent: ze moeten sterven. Dat kan niet anders. Wie kan God zien en leven?
Dan klinkt een vriendelijke stem vanuit het licht. Het is de stem van een engel. Vreest niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus de Heere, in de stad Davids.
Grote blijdschap? De Zaligmaker geboren? De Christus Die al zolang beloofd was? De herders verbazen zich. Vertelt de engel dat aan hén? Iedereen veracht hen toch altijd? Zoekt de engel juist hén op om dit grote nieuws te verkondigen? Wat een blijdschap, wat een vreugde vervult hen! Die Zaligmaker, die Christus, die Messias, voor hén geboren? Hier in Bethlehem?
De engel gaat nog verder. En dit zal u het teken zijn: Gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe. Dat begrijpen de herders wel. Die kribbe kennen ze; dat is natuurlijk in de stal waar ze zo vaak komen met hun kudde. Ze weten precies waar dat is!
Ze hebben niet veel tijd om er over na te denken, want als de engel uitgesproken is, is daar met de engel een grote groep andere engelen. Met elkaar beginnen ze God te prijzen. Hoor je wat ze zeggen? Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen!
De Heere krijgt de eer. Jezus zal vrede op aarde brengen. Nee, niet zoals keizer Augustus deed. Hij bracht aardse vrede, zonder oorlog. Jezus zal eeuwige vrede brengen. Vrede met God. Hij zal Vredevorst zijn. In het Paradijs hebben de mensen tegen God gezondigd. Op Golgotha zal Jezus de straf op de zonde dragen. Daar zal Hij sterven om ervoor te zorgen dat mensen eeuwig in vrede met God kunnen leven. Wat is het wonderlijk dat God zó mensen wil redden van de dood! Dat is Zijn welbehagen, dat hij zondige mensen zalig wil maken!
Dan wordt het weer donker. De herders kijken elkaar aan. Hun ogen stralen. “Laten we naar Bethlehem gaan om te zien wat de Heere ons heeft laten verkondigen!” Ze staan op, en zo snel ze kunnen gaan ze naar de stal. Door de opening gaan ze de stal in. Binnen brandt een klein olielampje. Bij het licht van dat lampje zien ze Jozef en Maria.
En bij dat licht zien ze ook een Kindje, in doeken gewonden, liggend in de kribbe. Dat is het Kind over Wie de engelen zongen. Dat is het Kind dat vrede zal brengen. Dat is het Kind dat Vredevorst is. Hij brengt échte vrede. Wat een vreugde vervult hen. Wat een blijdschap dat dit Kind gekomen is om vrede te brengen, ook in hun hart!
Na een poosje gaan de herders weer weg. Ze zijn zó vol van alles wat ze meegemaakt hebben, dat ze naar Bethlehem gaan. En daar in de stad vertellen ze ieder die het maar wil horen wat ze gehoord en gezien hebben. Ze verkondigen de blijde boodschap: “Jezus de Zaligmaker is geboren! Hij is de beloofde Vredevorst!”
Veel mensen horen het. Ze verwonderen zich. Vol verbazing horen ze de boodschap van genade. Gaan ze ook op zoek naar de geboren Zaligmaker? We weten het niet. En wat doe jij?

Achtergrondinformatie bij het Bijbelgedeelte voor leidinggevenden

Keizer Augustus
Augustus werd geboren op 23 september 63 voor Christus. Zijn naam was Gajus Julius Caesar Octavianus. Zijn vader stierf toen hij vier jaar oud was. Julius Caesar, zijn oom, nam hem als zoon aan. Tot zijn achttiende jaar leefde hij buiten Rome, vooral in Spanje. Toen Caesar in 44 voor Christus vermoord werd, ging hij naar Rome. Daar kreeg hij al snel grote macht en invloed.
Hij werd lid van een driemanschap: Octavianus, Antonius en Lepidus. Lepidus verdween al snel van het toneel; Antonius werd door Octavianus verslagen in het jaar 31 voor Christus.
https://www.digibron.nl/search/detail/83d5e53798e07659dca83c82ee92af5d/keizer-augustusvredevorst-van-een-aards-rijk
https://www.digibron.nl/search/detail/012dc31c31f328a1bf2feb76/de-keizer-en-het-kind

Pax Romana, Romeinse vrede
Keizer Augustus, de vredevorst, leeft nog slechts voort in herinnering; de vrede, die hij in zijn rijk heeft aangebracht, was slechts van tijdelijke aard. Het machtige Romeinse rijk is ten onder gegaan.
Wij mogen de komst herdenken van de Vredevorst, Die heerst van de zee tot aan de zee en van de rivier tot aan de einden der aarde. Deze Koning leeft tot in eeuwigheid, Zijn Koninkrijk is een Koninkrijk van alle eeuwen. Zijn heerschappij is van geslacht tot geslacht.
In het vrederijk van Augustus zijn, niet lang na zijn dood, christenvervolgingen losgebarsten. In het Vrederijk hierboven zal geen rouw, geen droefheid en vervolging zijn; God zal alle tranen van de ogen afwissen; eeuwige blijdschap zal het deel zijn van degenen, die Hem hier hebben leren vrezen. In het vrederijk van Augustus heerste alleen een uitwendige vrede. Het volk gaf zich over aan zingenot en leefde zich uit in allerlei uitspattingen.

Vredevorst
Christus biedt een vrede aan die niet van deze wereld is, maar die alle verstand te boven gaat (Johannes 14:27; Filippenzen 4:7). De vrede van Augustus heeft maar een beperkte duur, maar de vrede van Christus is eeuwig.

Volkstelling
Toen keizer Augustus rust, vrede en stabiliteit in het Romeinse rijk had gebracht, was de volheid des tijds aangebroken, waarop God Zijn Zoon zou zenden. Hij gebruikte daartoe de heidense keizer als een instrument, om er voor te zorgen dat de geboorte van de Heiland zou plaats vinden in de stad Davids, in Bethlehem.
Augustus vaardigde een gebod uit, dat de gehele wereld beschreven zou worden. Met deze gehele wereld (de oikoumenè) wordt hier bedoeld de bekende wereld, voorzover ze behoorde tot het Romeinse Rijk. Dit was een geweldig gebied, dat zich uitstrekte van de Rijn en Donau tot aan de Sahara-woestijn in Afrika, en van Spanje tot Irak. Het doel van de beschrijving was in hoofdzaak het regelen van de directe belastingen die de overwonnen volken aan de overwinnaar moesten opbrengen.
Jozef en Maria gingen beiden naar Bethlehem, naar hun oude vaderstad, om zich daar persoonlijk te melden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen