JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Christelijk gezin in seculiere omgeving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijk gezin in seculiere omgeving

“De wereld verwacht iets van ons”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zoutend zout, een lichtend licht, een stad op een berg: de Heere Jezus is duidelijk in zijn opdracht voor christenen. Hoe probeert een christelijk gezin in een onchristelijke omgeving aan deze opdracht gestalte te geven? Met deze vraag ging EigenWijs op bezoek bij Martin en Heidi de Boer.

Martin en Heidi zijn ouders van vier zonen en drie dochters in de leeftijd van acht tot 22 jaar. Beide veertigers zijn geboren en getogen in de stad. Na tien jaar huwelijk vertrok het gezin naar een overwegend christelijk dorp. Toch bleef de stad trekken en zijn ze er teruggekeerd. Die weg werd wonderlijk door God geleid, is hun ervaring: “Ons huis werd snel verkocht en we kregen op een bijzondere manier een huis in de stad aangeboden, waardoor we mochten geloven dat het in Gods gunst was dat we verhuisden.” In hun omgeving kwamen ze wel onbegrip tegen voor deze keuze. Het echtpaar kijkt echter positief terug op hun eigen jeugd in een stadse omgeving: “In de stad val je op als christen, maar eigenlijk ook niet, omdat er veel verschillende culturen en bevolkingsgroepen met elkaar samenleven. Je leert, meer als in een christelijke omgeving, van jongs af keuzes te maken waarbij je niet de grote groep volgt, maar de richtlijnen die de Bijbel geeft. De verleidingen zijn hier om de hoek en dat zorgt ons inziens voor meer bewust zijn van het ‘gij geheel anders’.”

 

De buurt

In de buurt vallen ze op, met hun zeven kinderen die ’s zondags allemaal trouw twee keer meegaan naar de kerk. Heidi: “Een buurvrouw sprak me er wel eens over aan en trok de conclusie dat we een hecht gezin zijn. Je kunt uit die opmerkingen opmaken dat er op ons wordt gelet. We zeggen het zelf wel eens zo: De wereld verwacht iets van ons.” Ze illustreert dit: “Een man uit de straat was overleden. Wij kwamen daar na een paar dagen pas achter en dus hadden we ons meeleven nog niet betoond. Toen we dat alsnog deden, reageerde zijn weduwe dat ze het al vreemd vond dat ze nog niks van ons gehoord had, dat had ze niet van ons verwacht.” Martin noemt een ander voorbeeld: “We benadrukken het ‘anders zijn’ niet bijzonder naar onze kinderen. Ze mogen onbevangen jong zijn. Maar toen de jongens op Oudejaarsdag met vuurwerk rondliepen, heb ik hen wel meegegeven dat ze hun eigen troep op moeten ruimen en geen aanstoot zouden geven, omdat er extra op hen als christenen gelet wordt.”

Martin en Heidi zijn vriendelijk en niet om een woord verlegen. De buurtbewoners merken dat ook, want ze groeten altijd en knopen regelmatig gesprekjes aan. Martin: “Als we uit de kerk komen en de buurman staat zijn heg te knippen, zeg ik niet dat hij dat niet moet doen, maar maak ik een praatje. Zo’n gesprekje gaat vaak over alledaagse dingen, maar ik krijg ook wel eens openingen die ik benut om iets over Gods Woord te vertellen, zoals laatst met een buurman die kanker heeft.” Het blijft niet alleen bij praten in de buurt. Waar nodig toont Heidi meeleven of stuurt een kaartje en biedt hulp aan bij praktische dingen zoals een kliko buiten zetten of boodschappen tillen. Ze is er bescheiden over: “Ik doe wat mijn hand vindt om te doen.”

 

Het werk

Martin komt in verband met zijn werk veel bij mensen thuis: “Ik kom daar niet als evangelist, maar als vakman. Maar als ik aan het werk ben, ontstaan er gesprekken. Vaak zit ik dan al pratend te bidden of de Heere me de woorden wil geven. Als er dan een opening ontstaat, probeer ik wat te vertellen over de goedheid van God voor slechte mensen.”

Hij probeert dus een opening te zoeken, maar creëert die ook zelf wel door een kwinkslag te maken of dóór te vragen: “Dan vraag ik hoe iemand het maakt en als diegene dan zegt dat het goed gaat, vraag ik wel eens of ze dat zeker weten. Dan kan ik vertellen dat ik geloof dat het met de mens zonder God niet goed gaat.” Veel mensen vinden deze mensvisie van Martin te negatief: “Dan zeg ik dat het eerst goed was en dat het door de zonde zo gekomen is. Gelukkig kan ik er dan bij vertellen dat er hoop is, door de Heere Jezus.” Zijn gesprekspartners merken vaak zo weinig van het bestaan van God, terwijl ze zien dat Martin veel kracht put uit zijn geloof. Dat gaat hem aan het hart: “Dan zeg ik: ‘Ga nu vanavond eens buiten staan en kijk naar boven en vraag of God zich aan u bekend wil maken’. Want als ze mogen zien dat God bestaat en als Hij met Zijn Heilige Geest gaat werken, dan zien ze ook wie ze zelf zijn tegenover God.” Zijn klanten bedanken hem wel eens voor zijn woorden en zeggen dan dat ze het een waardevol gesprek vonden. Dat brengt een spanning voor Martin mee: “Als ze dan voor Gods troon moeten verschijnen, kunnen ze nooit meer zeggen dat ze het niet hebben geweten.”

 

Het gezin

In de gesprekken die Martin met buitenkerkelijken voert, laat hij veelal de Bijbel spreken: “Dan kan ik altijd zeggen dat het niet mijn woorden zijn, maar dat het Gods Woord is.” Daarom is het zo belangrijk om veel met de Bijbel bezig te zijn en er (verstandelijke) kennis van te hebben. Het Bijbellezen met het gezin is een belangrijk middel om de Bijbelkennis te vergroten. Martin: “Na het lezen ontstaat regelmatig een gesprek over het gedeelte. We proberen het actueel te maken en het Woord dichtbij onze kinderen te brengen. We willen hen bagage meegeven. We vertellen als ouders ook wel wanneer een Bijbelgedeelte of een preek ons raakt. De God van de Bijbel werkt ook vandaag en wil ook de God van onze kinderen zijn.” Heidi valt haar man bij: “Omdat we een eigen zaak hebben, schommelen de inkomsten en kennen we ook wel eens zorgen. Dat leggen we aan de Heere voor in het gebed na de maaltijd. Anderzijds, als het goed mag gaan in het bedrijf, spreken we daar onze dank voor uit tijdens het bidden. We zijn in alles afhankelijk van de Heere en leggen ook de zorgen uit het leven van de kinderen voor Gods troon in het gebed aan tafel.” Martin: “Daar wijzen we de kinderen ook op. Als ze huiswerk moeten maken en ze snappen het niet, zeg ik: ‘Vertel maar aan de Heere dat je wiskunde zo moeilijk vindt, Hij wil je in alles helpen en erom gevraagd zijn.’ Ook in de keuze van hun beroep wijzen we hen op het gebed. Zo is onze oudste zoon in een beroep terecht gekomen waar hij één van de weinige christenen is. Hij is zich daar gelukkig goed van bewust en komt voor z’n principes uit. Hij ervaart dat er naar hem gekeken wordt. Hij krijgt ook wel vragen, bijvoorbeeld over de betekenis van de heilsfeiten.” “Je probeert hen toe te rusten,” licht Heidi toe, “want je moet je kinderen loslaten. Het is nodig dat we als christenen een zoutend zout en een lichtend licht zijn; we bidden dat onze kinderen dat ook mogen zijn.” Martin: “Hoe die toerusting er precies uitziet, moet je ons niet vragen. We zijn mensen van de praktijk. We zijn open naar de kinderen, ook over de gesprekken die ik op het werk over het geloof mag hebben en we proberen hen voor te leven dat het leven met de Heere goed is. Als je mag weten dat God jou als zondaar opgezocht heeft, dan gun je dat ook aan anderen en daar kunnen we moeilijk over zwijgen.” 

 

De namen van Martin en Heidi de Boer zijn op hun verzoek gefingeerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2011

Eigenwijs | 24 Pagina's

Christelijk gezin in seculiere omgeving

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2011

Eigenwijs | 24 Pagina's