Op de fiets op doktersadvies
‘Je zou moeten verhuizen naar de zee,’ zegt de huisarts terwijl hij me over zijn leesbril aankijkt. Ik ben op het spreekuur, omdat ik last heb van erge hooikoorts. ‘Aan de kust heb je door de wind en het water lang niet zoveel last van de pollen als hier op de Veluwe,’ vervolgt hij. ‘Ik vind de zee vooral leuk tijdens vakantie,’ zeg ik beleefd.
En inderdaad, niets is zo rustgevend als een vakantie bij het water. Een nogal waterige ervaring was onze fietsvakantie langs het Zweedse Kattegat. Tijdens de zomervakantie proppen we onze fietstassen vol met het hoognodige en beginnen vol goede moed onze tocht langs de zeestraat tussen Denemarken en Zweden. We fietsen langs de zee, maar door het grauwe weer zien we nauwelijks waar het water eindigt en de lucht begint. Het komt met bakken uit de lucht…
‘Mopperen op het weer, is mopperen op de Heer’, dus proberen we de situatie anders te bekijken. ‘Het is hier prachtig’, zeggen we tegen elkaar. (Onze brillen zijn alleen zo beslagen dat we er weinig van zien.) Onze fietstassen zijn waterdicht en wij zijn niet van suiker. Ik heb inderdaad geen last van hooikoorts, hooguit een beetje ademnood - mijn man heeft een betere conditie dan ik.
We houden de moed erin, zingen over ‘de blanke top der duinen’ en ik citeer lukraak dichtregels (‘Ik zie de zee / de zee ziet mij / dag zee’). In een uitgestorven havenrestaurant langs de route gaan we lunchen. Als we afrekenen, zien we plasjes water bij onze stoelpoten liggen. We kopen ons schuldgevoel af met een fooi en stappen weer op onze tweewielers.
Onderweg vermaken we elkaar met clichés over de regen. Ik leer van mijn man wat de betekenis van ‘een schip vol zure appels’ is. Het is nog steeds weer om erg hard door te fietsen, dus we zijn op tijd bij onze eerste slaapgelegenheid. Na een warme douche zakken we met onze beurse billen in een zacht bed.
De dagen erna blijken er gelukkig ook waterloze wolken te bestaan, maar de zonnebrandcreme blijft op de bodem van m’n fietstas. Als we op zaterdag weer terug zijn bij ons opstappunt installeren we onze tent aan de rand van een meer. Je raadt het al: we spoelen in de nacht erna zo ongeveer met tent en al het water in. De aanhoudende regen wordt een storm met een naam (‘Hans’) en voordat we het weten zitten we weer in de auto richting Nederland.
‘Niets zo rustgevend als een (fiets)vakantie bij de zee, maar dit was wel erg veel water,’ concluderen we op de terugreis. Doktersadviezen bewaren we voor de volgende vakantie, deze Gelderse griet gaat gewoon weer van de Veluwe genieten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2025
Daniel | 40 Pagina's