
Naar 't heilig land
14. DE KAMP MET AMALEK Als gieren kwamen z aangevlogen met felle spoed. En grimmig spanden zij de bogen, met helse haat in rollend' ogen, belust op bloed.De pijlen troffen, zwakken, moeden, zo onverwacht. De kind'ren in de ach ...

Tot in eeuwigheid (2)
Door Daniël werd 's konings droom verklaard. Geen ander kon de uitleg ooit verklaren. Aan Zijn profeet had God geopenbaard vjciar al de wijze mannen blind voor waren. Het glanzend beeld deed 's konings geest vervaren. Hij was het gouden hoofd, vol eer en macht. Het z^ver zou zich laier openbaren: ...

De Herder
Herder CD De nacht verging — daar is het morgenrood, dat 't oosten verft in wonderschone kleuren. De herder, die de sehapestal ontsloot, staat bij de deur zijn wollig vee te keuren.Hij zal het leiden waar de kruiden geuven; het brengen waar het helder loater ...

Als droppels boed
(3) Hoe onuitspreeklijk moet Uw liefde zijn, om U te geven tot rantsoen voor velen, die hoorden naar het woord vol hels venijn, waarmee de slang het willig oor wou strelen. De hoogmoed drong om Edens vrucht te stelen, xuat God in 't proefgebod verboden had. Toen ga ...

Van huis en erf vereven
(3) Eén liefdestraal, die in het hart gaat schijnen, verdonkert al wat ooit de wereld biedt — Haar voorgespiegeld schoon moet ras verdwijnen en zinkt bij 's hemels klaarheid in het niet. Het licht, dat door een kier slechts binnen ziet, ontsteekt de ziel, zodat een ...

Gij komt gewis
(1) Wie baant de wegen die wij volgen moeten, zo raadselvol, zo dwaas voor ons verstand? teidt steeds verder onze moede voeten, door wildernissen en door stoffig zand? Ik kan niet zien waar ik nog eens beland. werpen m' in de kuil om daar te sterven. Ik kon niet kl ...

Als droppels bloed
(2) O, schone woon van 't eerste mensenpaar! De ganse schepping loofde God de Heere, nooit verontrust door angst of door gevaar. De mens, zo zuiver, had maar één begeren: in denken, daad en woord zijn Schepper eren. Hij kende God aan 't ruisen van de wind. Hoe zou ...

Als droppels bloed
(1) Gij wist in d' opperzaal: nu wacht de dood. En toch hebt Gij de lofzang aangeheven, na 't eten van het lam en bitter brood.„Komt, laat ons gaan en bidden in de dreven van de olijventuin; 't zal kracht ons geven, om sterk te staan wanneer de vijand naakt, ...

Naar 't heilig land
Naar \ heilig land 20. DE KOPEREN SLANG Wij willen aldoor onverhinderd naar 't einddoel dat ons tegenlacht, maar als de gang slechts even mindert, wordt 't vrolijk lied een droeve klacht. De zon versluiert voor onz' ogen, verdrietig ...

Naar 't heilig land
16. DE WET VERBROKEN Eén lichtstraal van Uw Majesteit, de donk're berg ging glanzend lichten! Wij tvaren op Uto komst bereid, maar dekten onze aangezichten. Wie kan bestaan als Gij gaat richten? Wij voelden onze nietigheid, to ...