
Naar 't heilig land
15. HOREB Gij zijt Mijn volk. Ik heb u uitgeleid. Mijn sterke hand deed al uw haters beven. Gij hebt in slavernij tot Mij geschreid, uw handen waren tot Mij opgeheven.Ik heb Mijn armen tot u uitgebreid en ben altoos dezelfde G ...

Na de oogst
Nog gisfren zongen in de gouden uren de hoge halmen 't korte zomerlied.Nu is de oogst verzameld in de schuren en d' akker ligt als afgestroopt gebied.De gulle grond moet nu de pijn verduren, als 't blinkend kouter door de kluiten schiet. De landman zal zijn scherpe ploegschaar sture ...

NOG RIJST EEN STER
Hoe zullen zij, die naar de sterren streven, een kribbe zoeken in een beestenstal; die slechts voor zinnelijke lusten leven en zwieren op de blikmuziek van 't bal; die door de stroom van ijdelheid gedreven zich spoeden naar hun eindelijke val; die nooit meer horen wat God heeft beschreven, ...

Naar 't heilig land
13. De Boze kon het Goede niet verdragen. Hij hoog niet onder Hoger heerschappij. Hij zon alleen op eigen welbehagen: Ik ruk mij los, dan ben ik waarlijk vrij.Toen lei hij in de hof zijn loze lagen: „Verlaat uw Schepper en gehoorzaamt mij. Mocht gij niet ete ...

Naar "t heilig land
22 HET EINDPUNT Wie had ons tot het eindpunt kunnen leiden? Wij dwaalden en wij kwamen steeds terecht. God was de Veldheer die ons leerde strijden. Hij gaf als leider Zijn getrouwe knecht.Hij was het die voor ons Zijn manna sp ...

31 oktober
De dorre wijngaard bood geen glimp van leven, door grauwe luchten drong geen zonneschijn; al rezen wilde ranken hoog verheven, er was geen vrucht voor eedle druivewijn.De wortels hadden zich wel diep gedreven in stenen grond, maar vonden geen fontein. Wanneer zou weer de hemel regen geven, ...

Naar 't heilig land
BROOD EN WATER 12. Uw trouw is elke dag zo groot! Gij strooit rondom de tenten brood, omringt ons met Uw zorgen. Uw blanke manna ligt gereed voor ieder die naar buiten treedt ia schemerende morgen.' k Zal met mijn lege gomer g ...

Gij badt voor vijanden
(1) Uw goeddoen wekte bij de vijand haat. Hij wilde in Uw wondren niet geloven. Uw leven toas in nederige staat.Men zag U niet als Afgezant van Boven. Een floers was voor Uw Godlijkheid geschoven, maar nochtans schitterde Uw Majesteit, want op Uw machtwoord ...

Wat is ons leven ?
Wat gist'rcn was is van ons weggegleden, het spiegelt na in vage heugenis. Wij zetten vragend onze nieuwe schreden en weten niet wat morgen voor ons is.Wij kijken om en toeven in 't verleden: een zoete smaak en wrange droefenis van korte vreugd en pijn die is doorleden; hoe velen gingen di ...

Late zomer
Alom de stilte aan de voet der duinen .... geen voetstap, geen geluid wordt meer gehoord; niets is er dat de middagrust verstoort. De zwaluw zwenkt onhoorbaar om de kruinen.De bomen en de struiken gaan verbruinen, verzadigd van de lichtgloed in dit oord. V/ie is het die dit schone uur verw ...