
’t En zijn de Joden niet, Heer Jesu
't En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die U kruisten, Noch die verraderlijk U togen voor 't gericht, Noch die versmadelijk U spogen in 't gezicht. Noch die U knevelden en stieten U vol puisten."'t En zijn de krijgslui niet die met haar felle vuisten De rietstok hebben of de hamer opgelicht, ...

't En zijn de Joden niet, Heer Jesu
't En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die U kruisten, Noch die verraderlijk U togen voor 't gericht, Noch die versmadelijk U spogen in 't gezicht. Noch die U knevelden en stieten U vol puisten*.'t En zijn de krijgslui niet die met haar felle vuisten De rietstok hebben of de hamer opgelicht, ...

Reizen
Wat baat het, veel gereisd in landen wijdgelegen,
Zo gij niet in en gaat des Heeren smalle wegen?
Wat baat het te bezien zo menig schone stad,
Zo gij het hemelrijk in t harte niet bevat?
Wat baat het dat gij roemt van velerhande spraken,
Indien des Geestes taal u niet en ...