JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De Oecumenische Beweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Oecumenische Beweging

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord oecumene (spreek uit: eukuméne) is afgeleid van het Griekse oikoemenè en betekent: de bewoonde wereld. Het woord heeft dus eigenlijk helemaal geen theologische of godsdienstige betekenis. In het Nieuwe Testament komt het woord herhaaldelijk voor, zie bijv. Lukas 2 : 1 en Handelingen 17 : 6. Later kreeg het woord „oecumenisch" godsdienstige betekenis en werd het gebruikt voor de internationale kerkvergaderingen, die als „oecumenische concilies" bekend zijn (bijv. concilie van Nicea). Tegenwoordig heeft het woord oecumene tal van betekenissen, maar de meest bekende is toch wel: de wereldwijde eenheid en zending van de Kerk van Jezus Christus op aarde (A History of the Ecumenical Movement door dr. W. A. Visser 't Hooft). En als we het hebben over de Oecumenische Beweging (dus beide woorden met hoofdletters geschreven) dan bedoelen we die beweging die geleid en geïnspireerd wordt door de Wereldraad van Kerken.

Een beetje geschiedenis

Dr. D. Hedegard schrijft in zijn boek De nische Beweging en de Bijbel (pag. 55): Oecume-

Het modernisme is wel de belangrijkste voorwaarde voor de oecumenische beweging. Als er niet een dergelijke theologische stroming was geweest, had de oecumenische beweging niet kunnen ontstaan. Het was het modernisme dat een voordien niet gekende eenheid wist te creëren tussen de leidende theologen uit verschillende kerken. We zouden hieraan toe kunnen voegen, dat de oecumenische beweging nog steeds zeer bepaald een aangelegenheid van theologen en kerkelijke leiders is. De gewone predikanten en kerkelijke leiders weten er in de regel weinig van af, en het Christelijk publiek in het algemeen heeft er gewoonlijk maar een vage voorstelling van. Is dus het theologisch modernisme de beslissende voorwaarde voor de oecumenische beweging geweest, er zijn ook nog enkele andere factoren die stellig hebben meegeholpen de weg te banen.

De ontwikkeling tot de Oecumenische Beweging, zoals wij die nu kennen, gaat langs drie verschillende lijnen:

1. zending

In 1910 werd in Edinburgh de eerste van een reeks zendingsconferenties gehouden. Alleen die zendingen waren uitgenodigd, die werkten onder de nietchristelijke godsdiensten. Dus niet die werkten onder de Oosters-Orthodoxen of Rooms-Katholieken. Op deze conferentie werd o.a. afgesproken dat er geen zending in Brazilië zou worden bedreven, omdat dat land voor het Rooms-Katholicisme gereserveerd was.

De volgende zendingsconferenties werden gehouden in Jeruzalem (1926), Tambaran (1938), Whitby (1947), Willigen (1952), Accra (1959), Mexico (1964). Het valt op dat de conferenties steeds vrijzinniger worden. Men komt namelijk steeds meer tot de overtuiging dat er al licht van Christus te vinden is in de niet-christelijke godsdiensten. De taak van de zendeling is dan alleen maar dat hij aan de mensen moet gaan vertellen dat ze met Christus verzoend zijn ook al weten ze dat nog niet of willen ze dat (nog) niet.

2. practische arbeid

De Zweedse aartsbisschop Nathan Söderblom riep in 1925 een „algemene christelijke conferentie over leven en arbeid" (Life and Work) samen in Stockholm.

Naar zijn devies — de leer verdeelt, het leven verenigt — wilde deze conferentie allerlei principiële en theologische vraagstukken laten rusten, maar de zaak van de kerkelijke eenheid dienen door het behandelen van een aantal practische vraagstukken. In de uitnodiging tot de conferentie staat daarvan te lezen:

Wij hopen onder de leiding van Gods Geest, door het overleg van allen, programma's te kunnen formuleren en de middelen te kunnen beramen om ze effektief te maken, waardoor het Vaderschap Gods en de broederschap van alle volken meer volkomen verwezenlijkt zal worden door bemiddeling van de Kerk van Christus.

3. leer en kerkinrichting

Op de conferentie van Stockholm bemerkte men wel dat men theologische vragen moeilijk kon omzeilen. Nu was reeds in 1910 (na de zendingsconferentie van Edinburgh) een commissie aangesteld die een conferentie moest voorbereiden waarop vragen over de leer en de kerkinrichting (Faith and Order) zouden worden besproken. Deze conferentie kwam bijeen in Lausanne (1927). Het doel van deze conferentie was om zo snel mogelijk tot de totstandkoming van één kerk te komen. Men bemerkte echter dat de verschillen tussen de kerken groter waren dan men ooit gedacht had. Toch werd besloten met het werk door te gaan. De „Faith and Order" beweging bestaat nog steeds en is nu een onderafdeling van de Wereldraad van Kerken geworden.

In 1937 werd een tweede „Faith and Order" conferentie gehouden in Edingburgh. Het openingswoord van de voorzitter Dr. William Temple laat duidelijk zien dat men alle scheidingen, met inbegrip van de Reformatie, als zonde wil veroordelen. Hij betreurde zeer de afwezigheid van Rome. Op deze conferentie werd besloten om samen met „Life and Work" in 1938 een conferentie in Utrecht te houden. En daar werd besloten om tot oprichting te komen van een Wereldraad van Kerken. De oprichtingsvergadering moest plaatsvinden in 1941, maar werd in verband met de tweede wereldoorlog uitgesteld tot 1948.

Literatuur:

Bij het voorbereiden van dit onderwerp moet gebruik worden gemaakt van het al hierboven genoemde boek van Dr. D. Hedegard: De Oecumenische Beweging en de Bijbel ('t kost ƒ 3,50 en is te bestellen via Commissie SALVO, Dronenweg 15, Bodegraven). In dit boek wordt zeer veel materiaal gegeven, wat het bestuderen dubbel en dwars waard is.

Discussievragen:

1. Wat voort soort eenheid kent de bijbel? (Zie Johannes 17 : 20-23; Epheze 4 : 1-16; Johannes 15 : 1-6; I Corinthe 12 : 12, 27; enz.).

2. Wat moet de inhoud van de boodschap van de christelijke zending zijn? Is de tweede moordenaar aan het kruis ook in het paradijs omdat (zoals Karl Barth zegt) hij tenslotte ook met Christus heeft geleden en met Christus is gestorven?

3. Is er in de Bijbel sprake van internationaal contact? (Zie II Petrus 1:1; Handelingen 15 : 7, 8, 13-18; Romeinen 16 : 16; I Corinthe 16 : 19, 20; I Thessalonicenzen 1 : 8-10).

4. Kan er een eenheid bestaan ten koste van de waarheid? (Romeinen 16 : 17-20; Epheze 4 : 14; I Timotheus 6 : 20; II Johannes : 10; II Corinthe 6 : 14-18).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's

De Oecumenische Beweging

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's