Herbergzaamheid
Misschien heb je ze wel eens gezien. De zwervers.
De mensen die in de grote stede op een bankje liggen te slapen. Mensen die de vuilnisbakken doorkijken of er nog wat te eten is. Je bent geneigd om er met een boog omheen te lopen.
Misschien ken je hem wel. Die jongen die altijd alleen in de kerk zit. Vrienden heeft hij niet. Uit de kerk loopt hij altijd alleen naar huis. Je hebt wel eens gedacht: "Eigenlijk een vreemde jongen". Herbergzaamheid.
Herbergzaamheid.
Bij het horen van het woord, ben je geneigd om te denken aan daklozen, de yunkies in de grote steden. En wie denkt er bij het horen van het woord "Herbergzaamheid" niet aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Naastenliefde en herbergzaamheid hebben immers met elkaar te maken.
Het woord "Herbergzaamheid" komt op twee plaatsen in Gods Woord voor. "Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd" (Hebr. 13 : 2) houdt de Bijbel ons voor. Paulus roept de gemeente van Rome op: 'Tracht naar herbergzaamheid" (Rom 12 : 13). De apostel Petrus wekt de gemeente op tot herbergzaamheid wanneer hij zegt: "Zijt herbergzaam jegens elkander, zonder murmureren" (1 Petr. 4 : 9).
In deze schets wordt het woord "Herbergzaamheid" besproken. Wat houdt dit in? Wat betekent het om herbergzaam te zijn in de tijd waarin wij leven?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 1990
Mivo +16 | 24 Pagina's