Augustinus' theologie spreekt velen weer aan
Dr. J. van Oort bestudeerde leer der twee rijken
HOUTEN — De kerkvader Augustinus trekt volop aandacht, aldus dr. J. van Oort, docent aan de Utrechtse Rijksuniversiteit en vorige week gepromoveerd op een studie over de bronnen van "De Stad van God". Deze dissertatie verkreeg het predikaat "cum laude", iets dat sinds 1973 niet het geval was aan de Utrechtse faculteit der Godgeleerdheid. Promotor prof. dr. G. Quispel sprak over "de schoonste vrucht van 32 jaar onderwijs in Utrecht". Volgens Van Oort ontdekken velen in Augustinus hun eigen levensproblematiek, de vraag naar de herkomst van kwaad en lijden in deze wereld.
Dr. Van Oort: "Wat velen in Augustinus aanspreekt, zijn deze existentiële oervragen van de mens en het christelijk geloof. Augustinus is de eerste geweest die zijn innerlijke bevinding beschreef. Ook zijn visie op de geschiedenis die een vaststaand doel heeft, werpt een dam op tegen modern doemdenken. Tenslotte zijn zijn pedagogische. inzichten uiterst aktueel. Augustinus benadrukt het afdalen naar het niveau van de leerling, het zich inleven in diens leefwereld om in een dialogische gemeenschap van elkaar te leren".
U onderzocht de bronnen van de twee rijken bij Augustinus. Wat is uw voornaamste conclusie?
Dit, dat de leer van de twee rijken, gesymboliseerd in de steden Jeruzalem en Babylon, niet afkomstig is van de manicheeërs of uit een of andere filosofische traditie zoals door velen beweerd, maar vooral uit de archaïsche joods-christelijke traditie. De onlangs ontdekte Keulse Mani-Codex laat zien dat Mani opgroeide in een joden-christelijke sekte. Hier kwam reeds een leer van de twee rijken voor, maar deze werd door Mani tot een volstrekt dualisme gemaakt. Uit de Dode Zeerollen heb ik ook veel geleerd. Daarin leest men dat wie tot de gemeenschap van Qumran toetreedt, moet weten dat er twee rijken zijn en twee wegen. Aan het hoofd van deze twee rijken staan God en satan.
Welke ethiek vloeit uit deze twee-rijken-leer voort?
Onlosmakelijk ermee verbonden is het besef dat de gelovige in deze wereld vreemdeling is. Die gedachte vind je later ook bij Luther of Calvijn. Deze wereld en het wereldse zijn door de zonde vervallen aan satan en Gods verlossende en vernieuwende werk is herschepping.
Ligt in Augustinus' nadruk op het onderscheid tussen "gebruiken" (van het aardse) en "genieten" (God en Zijn rijk) niet een neiging tot het ascetische?
In eerste instantie maakt Augustinus die indruk wel. Zijn nadruk op de vreemdelingschap lijkt soms eerder dopers dan reformatorisch. Toch is dit ten diepste niet zo. Augustinus laat zien dat het aardse tijdelijk is, een doorgangsstadium. Maar hij spreekt wel degelijk over Gods goede schepping. Hij gebruikt het beeld van een reiziger in een herberg. De reiziger mag zich daarin verkwikken, maar moet beseffen dat deze herberg niet zijn thuis is.
Hoe komt het dat in onze kringen Augustinus veel minder gelezen wordt dan Luther en Calvijn, hoewel hij toch de basis is van hun theologie?
Of het veel minder is betwijfel ik en ik vrees bovendien dat men Luther en Calvijn ook te weinig leest. Wat Augustinus betreft, zijn Belijdenissen en De Stad van God vonden een grote verbreiding. Alexander Sizoo en Gerard Wijdeveld hebben hier uitstekend werk gedaan, hoewel het werk van Sizoo, die schreef voor het protestantse volksdeel, dringend verbetering behoeft. Wie De Stad van God leest, gaat door de poort die toegang geeft tot onze Westerse cultuur.
In Augustinus liggen tevens de wortels van de Reformatie. Hij is de doctor gratiae, leraar van de vrije genade en legt nadruk op de predestinatie. Wil je de Reformatie begrijpen, dan moet je Augustinus lezen; Luther en Calvijn hebben zich steeds op hem beroepen. Veelzeggend is hun telkens herhaalde: "Augustinus totus noster", Augustinus geheel de onze.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1986
Mivo +16 | 24 Pagina's
