2. Izaks geboorte
Genesis 21:1-7
"En de HEERE bezocht Sara gelijk als Hij gezegd had" zo begint vers 1. Het is de HEERE, de Verbondsgod, Die de belofte in vervulling doet gaan. Vers 1b is dan ook geen onnodige herhaling, maar geeft extra nadruk aan het handelen van God: "En de HEERE bezocht Sara gelijk als Hij gezegd had (1a); en de HEERE deed Sara gelijk als Hij gesproken had" (1b).
Dat goddelijke beloftewoord gaat nu in vervulling: Sara wordt bevrucht en baart een zoon, precies op de tijd die de HEERE genoemd had (Gen. 18:10). In gehoorzaamheid aan het goddelijk bevel noemt Abraham zijn zoon Izak (aantekening 1). Deze naam wijst op het wonderbare van Izaks geboorte (aantekening 2). Op de achtste dag wordt Izak besneden en ontvangt aldus het teken van het verbond (aantekening 3). De woorden "gelijk als hem God geboden had" (vers 4) onderstrepen Abrahams gehoorzaamheid aan het bevel des Heeren. Vers 5 wijst opnieuw op het wonderlijke van Izaks geboorte. Zal een honderdjarige nog vader worden? Zal een negentigjarige vrouw nog een zoon baren? Onmogelijk bij de mens, maar mogelijk bij God! Ook Sara is van dit wonder vervuld (vers 6 en 7). De HEERE heeft haar doen lachen; een lach van verwondering en blijdschap. Iedereen die van deze geboorte hoort, zal met haar lachen. Zij, de onvruchtbare, heeft een zoon gebaard. Vol verbazing over dit wonder van God eindigt zij niet in zichzelf, maar in de getrouwe Verbondsgod!
Aantekeningen
1. Dit bevel vinden we in Gen. 17:19. Het woord Izak hangt samen met het hebreeuwse werkwoord voor lachen en betekent: "hij lacht" of "men lacht". Verschillende malen treffen we het lachen aan i.v.m. Izaks geboorte: Gen. 17:17, Gen. 18:12 en 13, Gen. 21:6. Let eens op de verschillen in het "lachen".
2. Dit blijkt niet alleen uit Sara's "geloofslach"; ook Hebr. 11:11 wijst op het wonder en het geloof van Sara.
3. Zie Gen. 17:9-14.
Gespreksvragen
1. Op welke twee wijzen kan God iemand "bezoeken"? Vergelijk hiervoor bijvoorbeeld Gen. 50:24, Ruth 1:6, 1 Sam. 2:21 enerzijds met Jes. 24:21, Jer. 9:25 en Hos. 12:3 anderzijds.
2. a. Wat is de betekenis van de besnijdenis?
b. Wat betekende de besnijdenis voor Izak en wat voor Ismaƫl? (zie Gen. 17:19-21).
3. Het doorpsformulier zegt: "Dewijl dan nu de doop in de plaats der besnijdenis gekomen is".
a. Wat is het verschil tussen de doop en de besnijdenis?
b. Is iemand die gedoopt is een kind van God? Motiveer je antwoord.
4. a. Waarom zouden Abraham en Sara zo lang hebben moeten wachten op de geboorte van een zoon?
b. Wat leert het "ter gezetter tijd" (Gen.21:2) ons over de verhoring van het gebed?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1983
Mivo +16 | 24 Pagina's
