2e Bijbelstudie: De heerlijkheid van de tempel

Op de 21e Tisjri spreekt Haggaï weer tot het volk. Waarschijnlijk is het volk weer samengekomen bij het brandofferaltaar, want het was de 7e dag van het loofhuttenfeest.

De bouw van de tempel is nu sinds vier weken weer hervat. Men kan nu al zien hoe de nieuwe tempel zal worden. Hij zal veel kleiner en veel minder mooi worden dan die van Salomo. Er komt twijfel in het hart, vooral bij hen, die Salomo's tempel nog gekend hebben. De moed om verder te bouwen verflauwt.

Dan laat de Heere Zijn volk bemoedigen.

Hij weet wat het nodig heeft. "Is dit huis als niets in uw ogen?" vraagt de profeet. Dan spoort hij Jozua en Zerubbabel en het hele volk aan om zich moedig te gedragen, want de Heere zal met hen zijn. (Zie hfdst. 1:13). Vrees niet. Als God met Zijn volk is, hoeven ze niet te vrezen dat het werk verkeerd uit zal komen.

De Heere wijst terug naar het verbond dat Hij met Israël heeft gesloten. Alle zegeningen die het volk Israël ontvangt vloeien uit de bron, uit het genadeverbond.

God is getrouw en onveranderlijk in Zijn beloften, en de Israëlieten zullen dit ondervinden, omdat Hij zal volbrengen wat Hij aan hun vaderen beloofd had. Als de Heere Zijn volk roept tot een plicht, behoeven ze die niet in eigen kracht te volbrengen, maar Hij zal hen de hulp van Zijn Geest schenken. Vrees niet, want God zal grote wonderen doen en zo dit huis vervullen met heerlijkheid. De Heere zal nog eenmaal de hemel en de aarde in beweging brengen en al de volkeren. 

Reeds had de Heere de volkeren in beweging gebracht opdat Zijn volk zou terugkeren uit ballingschap. Nog eens zou dit gebeuren. Alle aardse macht en grootheid zal ineenstorten. Er zullen Godsgerichten over de volkeren komen. De heidenen zullen komen tot de Wens aller heidenen. In de S.V. staat het woord "tot" schuin gedrukt, het is ingevoegd. "Wens" staat met een hoofdletter en slaat dus op Christus. Het woord, door "wens" vertaald, kan ook betekenen: kostbaarheid, rijkdom, eerbewijs, genoegen. Veel vertalers leggen het het zo uit, dat de heidenen zullen komen met hun rijkdom tot de God van Israël, omdat het volgende vers begint met: "Mijn is het zilver en Mijn is het goud". Wie kan God verhinderen van alle kanten goud en zilver bijeen te brengen? Wat hebben Darius, Artuxerxes en Herodes niet voor de tempel gedaan? 

Toch is de uiterlijke luister van de tempel niet de hoofdzaak. De heerlijkheid van dit huis zal groter worden dan de heerlijkheid van het eerste huis. Hoewel Herodes de tempel zeer verfraaid heeft, heeft deze nooit de schoonheid bereikt van de tempel van Salomo.

De heerlijkheid van dit laatste huis bestaat hierin dat Christus Zich daarin zal openbaren. Dit huis zal getuige zijn van Zijn komst in het vlees. Niet het goud en zilver, maar Zijn tegenwoordigheid is het, die aan deze tempel heerlijkheid zal verlenen.

En in deze plaats zal Ik vrede geven...

Gods heilrijke tegenwoordigheid in Christus Jezus brengt vrede mee voor Zijn volk. De uiterlijke vrede is na de ballingschap niet zo groot geweest; maar in de laatste tempel is Hij gekomen, Die door Jesaja "Vredevorst" wordt genoemd. Daarom zongen de engelen bij Zijn geboorte: "Vrede op aarde".

Daarom mocht Paulus aan de Romeinen schrijven: "Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus, en die vrede Gods gaat alle verstand te boven". (vgl. Filip. 4:7).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen