Het grote pascha
Het verbond met de Heere is gesloten. Josia wil dat iedereen in zijn rijk volgens Gods geboden leeft. Hij wil ook dat Gods inzettingen onderhouden worden. Eén van die inzettingen is het vieren van het pascha. Één keer per jaar moeten de Israëlieten dat pascha houden. Ze moeten dan terugdenken aan de wonderlijke uittocht uit Egypte. Tijdens het pascha moet het lam geslacht worden, zoals dat ook in Egypte was gebeurd. Het bloed dat daarbij vloeit moet het verlangen naar de komst van de Messias nog groter maken. Dat bloed wijst immers naar Hem, die eens zal komen om Zelf als het Lam geslacht te worden, josia wil dat dit pascha weer wordt gevierd. Hij wil ook dat de Levieten de ark des verbonds weer terugzetten op de plaats waar hij hoort, namelijk in het heilige der heiligen.
Het is mogelijk dat de goddeloze koningen voor Josia, de ark uit de tempel hebben gehaald om er allerlei afgodsbeelden voor in de plaats te zetten. Deze koningen kunnen ook de ark een andere plek in de tempel hebben gegeven om in het heilige der heiligen hun eigen beelden neer te zetten. Josia wil dat alles weer op de plaats komt, die de Heere Zelf heeft aangewezen. Voordat het pascha begint moeten de Levieten zich eerst heiligen. Dat betekent dat zij zich moeten reinigen van hun zonden, zich moeten afzonderen van de wereld en zich met heel hun hart aan God moeten overgeven. Daarna mogen zij de paaslammeren slachten, omdat de priesters druk genoeg zijn met het offeren en het sprengen van het bloed over het altaar. Natuurlijk moeten er ook dieren zijn, anders kun je niet offeren.
Josia geeft uit zijn eigen bezit een groot aantal dieren om te offeren. Het is een geschenk aan het volk, maar bovenal aan God.
Het ongelooflijke geschenk bestaat uit 30.000 stuks kleinvee en 3.000 runderen. Zijn vorsten dragen ook bij en geven vrijwillig vele dieren aan het volk, de priesters en de Levieten. De oversten van de tempel schenken dieren aan de priesters en de oversten van de Levieten aan de Levieten. Zo zijn er ontzettend veel dieren bij elkaar gebracht om geslacht te worden.
Als de Levieten met het slachten beginnen en de priesters het bloed op het altaar sprengen, wordt het vlees aan het volk uitgedeeld. Zij moeten dit vlees zelf braden en het paasmaal eten, zoals de Heere het heeft ingezet. Van de andere offers, die voor de heilige dienst bestemd zijn, wordt het vlees gekookt en haastig onder het volk verdeeld. Het is de bedoeling om met dit vlees een feestmaal aan te richten. Dat feestmaal moet dan in het teken staan van dankbaarheid aan de Heere, die hen uit Egypte heeft uitgeleid, maar Die ook nu nog met hen het verbond heeft opgericht.
De zangers, de zonen van Asaf, hebben hun plaatsen ingenomen. Zij zingen tot eer van de Heere. De portiers (de wachters) bewaken de poorten en zorgen ervoor dat niets en niemand dit pascha kan verstoren. Zij kunnen allemaal op hun plaatsen blijven, omdat ze door hun broeders, de Levieten, de paasmaaltijd aangereikt krijgen. Dit grote pascha mag zeven dagen duren. Voor Josia zijn het waarschijnlijk de mooiste dagen van zijn leven geweest. Hij krijgt er geen genoeg van om de Heere te danken voor alles wat Hij voor Zijn volk gedaan heeft.
"Daar was ook geen pascha als dat in Israël gehouden van de dagen van Samuël, de profeet aan; en geen koningen van Israël hadden zulk pascha gehouden, gelijk dat Josia hield met de priesters en de Levieten, en gans Juda en Israël, dat er gevonden werd, en de inwoners van Jeruzalem." (2 Kronieken 35 : 18)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999
Mivo +14 | 20 Pagina's
