De verzoeking in de woestijn
In het zuiden van het land Israël ligt de woestijn van Judea. Kale zandgele rotsen steken omhoog. Het is er woest en eenzaam, een plaats voor de wilde dieren. Door die woestijn loopt een Man. Er is niemand bij Hem tegen wie Hij kan spreken. Hij zoekt ook niemand om mee te praten. Hij heeft juist de eenzaamheid opgezocht om alleen te zijn met God. Die Man is de Heere Jezus. De eerste dertig jaar van Zijn leven zijn stil voorbijgegaan. Eindelijk is het moment aangebroken dat Hij het stadje Nazareth verlaat. Hij maakt de lange reis vanuit het noorden naar de Jordaan. Zijn reisdoel is Bethabara, een doorwaadbare plaats dichtbij de Dode Zee. Bij Bethabara preekt Johannes de Doper. Als de Heere Jezus bij Johannes komt, stelt Hij hem de onverwachte vraag of Hij ook gedoopt kan worden. De verbaasde Johannes weigert eerst. De Heere Jezus is immers veel meer dan Hij. Eigenlijk zou de Heere Jezus Johannes moeten dopen. Maar de Heere Jezus overtuigt Johannes. Het onbegrijpelijke gebeurt: de Heere Jezus daalt af in het water. Hij de Zoon van God wordt gedoopt door een zondig mens. Hij kent zelf geen zonde, maar wil in alles de mensen gelijk zijn. Als de Heere Jezus opklimt uit het water gaat de hemel open. De hemel die wij door onze zonden gesloten hebben, wordt weer geopend door het werk van Gods Zoon. Johannes ziet nog meer. Hij ziet een duif neerdalen op het hoofd van de Heere Jezus. Het is geen gewone duif. Het is het teken van de Heilige Geest. De Heere Jezus wordt hier gezalfd met de Heilige Geest.
Plotseling klinkt er een stem uit de hemel. Het is de stem van de Vader: "Deze is Mijn Zoon, mijn geliefde, in dewelken Ik Mijn welbehagen heb." De Vader in de hemel laat zien dat Hij Zijn Zoon liefheeft.
De hemel gaat weer dicht. De arbeid van de Heere Jezus gaat beginnen. De Heilige Geest leidt Hem het eerst naar de woestijn. De Zoon van God in de woestijn! Wat is de tegenstelling met de gebeurtenis bij de Jordaan groot! Daar hoorden we de stem van de Vader en zagen we het teken van de Heilige Geest. En nu zien we in de grootste eenzaamheid de Heiland Zijn weg zoeken tussen de doornen en distelen. Doornen en distelen op deze aarde, door onze zonden. Wat een groot wonder! De Heere Jezus wil komen in de woestijn, een plaats die getuigt van de verwoestende macht van de zonde. Zo dor en doods is het er.
Ons hart lijkt ook op een woestijn. Misschien denk je: zo erg is het toch niet. Vind je het allemaal veel te somber voorgesteld? Toch is het waar. Ons hart lijkt op een onvruchtbare aarde waarop doornen en distels groeien. We lezen het in de Bijbel: uit u geen vrucht meer in der eeuwigheid. We kunnen nooit meer vruchten tot eer van de Heere voortbrengen. Als er geen wonder in ons leven gebeurd is, missen we het echte leven, het leven met de Heere. Maar dit kan nog veranderen. Dat kan het wonder van de wedergeboorte. De Heere Jezus is de Zon der gerechtigheid. Als die Zon in ons hart gaat stralen, dan is ons hart niet onvruchtbaar meer.
Veertig dagen loopt de Heere Jezus door de woeste wildernis. Daar in die eenzaamheid wil Hij nadenken over het grote werk dat Hem wacht. Hij voelt zich niet alleen, Zijn hemelse Vader is dicht bij Hem.
Veertig dagen zijn voorbijgegaan en al die tijd heeft de Heere Jezus niets gegeten en gedronken. Aan het einde van de veertig dagen krijgt Hij erge honger. Van dat moment maakt de duivel gebruik. Hij kwam ook heel listig tot Adam en Eva in het paradijs. Zij luisterden naar zijn stem. Zal hij ook de Heere Jezus tot zonde kunnen verleiden? Juist als de Heere Jezus erge honger heeft, klinkt zijn stem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden. Indien Gij Gods Zoon zijt. De duivel doet net alsof hij eraan twijfelt of de Heere Jezus wel Gods Zoon is. Hij zegt eigenlijk: Bewijs eens door dit wonder te doen dat U werkelijk Gods Zoon bent.
Zal de Heere Jezus dit doen? Het was voor Hem helemaal niet moeilijk om dit te doen. Heeft Johannes het niet gezegd dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken? Maar de Heere deed het niet. Als Hij het zou doen, dan zou het net zijn of Hij zou twijfelen aan de trouwe zorg van Zijn Vader. Hij hoeft geen wonder te doen om zichzelf te helpen, de Vader laat zijn Zoon niet van honger omkomen.
De Heere Jezus antwoordt de duivel: er is geschreven: de mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door de mond Gods uitgaat. We lezen deze woorden in het boek Deuteronomium. Mozes heeft dit gezegd tegen het volk Israël toen hij hen wilde duidelijk maken dat God in de woestijn geen brood nodig had om Zijn volk in het leven te houden. Hij was ook machtig Israël te doen leven door manna. De Heere Jezus herinnert de duivel aan deze woorden. Ik hoef uit deze stenen geen broden te maken, want Mijn Vader kan Mij helpen zonder brood.
De duivel probeerde het vertrouwen kapot te maken tussen de Vader en de Zoon. Het is hem niet gelukt. En jij... op wie vertrouw jij? Op je verstand, je gezondheid, je vrienden... Is dat zo? Of vertrouw jij op de Heere? Echt vertrouwen op de Heere kun je alleen als de Heere je hart vernieuwt. Hij schenkt je dan het geloof. Dan ga je Hem kennen, maar ook op Hem vertrouwen. En Hij wil je dat geven. Vraag daarom.
In Zijn antwoord aan de duivel gebruikte de Heere Jezus Gods Woord. De duivel geeft het nog niet op. De tweede pijl die hij op de Heere Jezus afschiet, is nog scherper dan de eerste. De duivel maakt ook gebruik van Gods Woord. Hij neemt de Heere Jezus mee naar de stad Jeruzalem. Daar staat de tempel en daar wil hij opnieuw proberen om de Heere Jezus te doen zondigen.
Even later staan ze allebei op het dak van de tempel. Wat is de tempel hoog! De stem van de duivel klinkt weer: "Indien Gij Gods Zoon zijt, werp uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen stoot." De duivel doet weer alsof hij het niet gelooft dat de Heere Jezus Gods Zoon is. Spottend klinkt zijn stem: indien Gij Gods Zoon zijt! Hij gebruikt een tekst uit Psalm 91. Daar staat toch dat God Zijn kinderen zal beschermen. U kunt gerust naar beneden springen, want God zal dan de engelen sturen om U op te vangen. Het lijkt alsof de duivel gelijk heeft. Maar het is niet waar wat hij zegt. God zal Zijn kinderen bewaren, maar alleen als ze in Zijn wegen wandelen.
De Heere Jezus ziet gelijk dat het hier weer gaat om de verhouding met Zijn Vader. Hij mag altijd vertrouwen dat Zijn Vader Hem zal helpen als Hij de wil van Zijn Vader doet. De duivel vraagt hier iets van Hem wat Zijn Vader Hem niet opgedragen heeft. Van het tempeldak afspringen, dat was niet het werk dat de Vader Hem opgedragen heeft.
Weer gebruikt de Heere Jezus in de strijd tegen de duivel het zwaard van het Woord, Hij zegt: "Er is wederom geschreven: gij zult de Heere Uw God niet verzoeken."
Je mag niet zomaar iets gevaarlijks doen, als het niet nodig is. Dat is zonde. Als de Heere Jezus zomaar van de tempel af zou springen, dan zondigt Hij ook. We noemen zo'n zonde: God verzoeken.
God verzoeken... Ken jij die zonde ook in jouw leven? Samen met je vrienden eens heel hard rijden en dan ineens die bocht... Het gaat nog net goed. Loshandje fietsen, door rood stoplicht rijden of... genieten van de motorrace... Het heeft allemaal te maken met het verzoeken van de Heere.
Weer heeft de duivel de Heere Jezus niet kunnen verleiden tot het doen van zonde. Hij geeft het echter niet op. Hij wil het nog een keer proberen. Hij neemt de Heere Jezus mee naar een erg hoge berg. Op die hoge berg laat de duivel de Heere Jezus alle koninkrijken van de wereld zien. De duivel zorgt ervoor dat de Heere Jezus alleen het mooie van alle landen ziet. De grote ellende laat hij Hem niet zien. Dan zegt de duivel tot de Heere Jezus: Al deze dingen zal ik U geven maar dan moet U zich eerst buigen voor mij. Wat de duivel zegt is niet waar. Hij doet net alsof hij de baas is in de wereld. De duivel heeft wel veel macht in de wereld, door de zondeval luisteren de mensen naar hem. Maar gelukkig heeft hij niet alle macht. Hij denkt dat de mensen voortaan altijd in zijn macht zullen zijn. Dat is niet waar. De Heere heeft in het paradijs al beloofd dat er een Verlosser zal komen. Die Verlosser is de Heere Jezus en Hij zal de mensen verlossen uit de macht van de duivel. Als de Heere Jezus de duivel zou aanbidden, dan diende Hij Zelf de duivel! Dan zou Hij de mensen niet meer kunnen verlossen. En dat weet de listige duivel wel. De Heere Jezus spreekt in heilige toorn: "Ga weg, satan, want daar staat geschreven: De Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen." Weer gebruikt de Heere Jezus woorden uit het boek Deuteronomium. De Heere heeft deze woorden gesproken in het eerste gebod van de wet.
Kennen wij deze verzoeking van de duivel in ons leven? De macht van de duivel is zo ontzettend groot. Hij richt jouw ogen op de dingen van de aarde. Wat is belangrijk in jouw leven? Wat is jouw afgod? Geld, sport, muziek... Afgoderij, iets waarop je in plaats van de Heere je vertrouwen stelt.
De satan vlucht voor het woord van de Heere Jezus. Hij heeft het verloren. De duivel wijkt voor een tijd. Later keert hij weer terug. Hij zal het nog vaker proberen om de Heere Jezus te vangen in zijn strikken. Dan is het stil in de wildernis. Je hoort alleen af en toe het brullen van de wilde dieren. Toch is de Heere Jezus niet langer alleen. De engelen, Gods dienaren, komen Hem opzoeken in de woestijn. Ze zijn nu bij Hem om Hem te dienen. Ze geven Hem alles wat Hij nodig heeft.
De Heere Jezus is drie keer verzocht door de duivel. Adam werd in het paradijs ook verzocht door de duivel en is gevallen. De Heere Jezus is de tweede Adam en is heel Zijn leven staande gebleven in al de verzoekingen van de duivel. De duivel is sterk, maar Hij is sterker. Hij heeft dit doorstaan voor al Zijn kinderen. Hij heeft Zijn kinderen leren bidden: leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Ze zijn van zichzelf zo zwak en kunnen niet in eigen kracht vechten tegen de duivel. Alleen door de kracht van de Heilige Geest kunnen ze overwinnen. De Heere heeft hen ook een wapen gegeven in de strijd tegen de duivel. Dat wapen gebruikte Hijzelf ook en dat is Zijn Woord.
En jij... ken jij de macht van de duivel in jouw leven? Of denk je daar niet over na en leef je maar verder? Ben je een slaaf van de vorst der duisternis? Wat ontzettend... als je dan moet sterven dan is jouw plaats eeuwig bij hem. Smeek de Heere of Hij je hart wil vernieuwen. Dan ga je zien de grote macht van de duivel en de zonde in je leven. Elke keer weer merk je tot je grote verdriet dat je nog zo vaak naar de duivel luistert. Toch hoef je niet wanhopig te zijn. Één is er die in alle dingen is verzocht geweest. Dat is de Heere Jezus. Hij is verzocht geweest om iemand zoals jij te kunnen helpen. Gelukkig heeft op deze wereld de duivel niet het laatste woord. Eenmaal komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde en dan zal de macht van de duivel voorgoed gebroken zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999
Mivo +12 | 28 Pagina's