Niet zien en toch geloven
Samenzang: Psalm 22 : 1 en 2
Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij,
En redt mij niet, terwijl ik zwoeg en strij',
En brullend klaag in d' angsten die ik lij',
Dus fel geslagen?
't Zij ik, mijn God, bij dag moog' bitter klagen,
Gij antwoordt niet; 't Zij ik des nachts moog' kermen.
Ik heb geen rust, ook vind ik geen ontfermen
In mijn verdriet.
'k Erken nochtans. Gij, Gij zijt heilig, HEER,
En hebt Uw huis, de zetel Uwer eer.
Bij Isrel, daar uw lof klinkt keer op keer.
In gunst doen bouwen.
Op U stond vast der vaderen betrouwen;
Gij zaagt hen aan; Gij hebt, wanneer z'in noden
Tot U om hulp, vertrouwend, zijn gevloden,
Hen bijgestaan.
Schriftlezing:
Handelingen 10: 36-43
Gebed
Samenzang: Lam Gods, dat zo onschuldig
Lam Gods, dat zo onschuldig
zo moedig en geduldig,
aan 't schand'lijk kruishout lijdt.
Verdienden niet mijn zonden,
die striemen en die wonden?
Ik weet dat Gij onschuldig zijt.
Voorlezen
De Heere Jezus is gestorven aan het kruis. Hij wordt in het graf neergelegd. Zijn vijanden juichen. Zijn vrienden zijn bedroefd.
Spreekstem
Ze hadden Hem, zo dachten ze, geborgen,
voorgoed in 't graf. Ze waren weggegaan.
Hun hart was diep verslagen; en vol zorgen
bespraken ze: 'Hoe moet het verder gaan'.
Er was geen tijd, de sabbat brak al aan.
Ze zouden moeten wachten op de morgen
die na de rustdag kwam; om weer te gaan
en Hem met kruiden verder te verzorgen.
Toen, op de eerste dag der week zijn ze gegaan.
Het graf was leeg, ze vonden er slechts doeken.
Er stond een engel, en Hij sprak hen aan:
'De Heere lééft, de dood is weggedaan.
O vrouwen, loop niet radeloos te zoeken,
Hij is hier niet, want Hij is opgestaan.'
Samenzang: Daar juicht een toon
Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
die galmt door gans' Jeruzalem;
een heerlijk morgenlicht breekt aan:
de Zoon van God is opgestaan!
Geen graf hield Davids Zoon omkneld,
Hij overwon, die sterke Held.
Hij steeg uit 't graf door Vaders kracht,
want Hij is God, bekleed met macht!
Nu jaagt de dood geen angst meer aan.
Want alles, alles is voldaan;
Wie door 't geloof op Jezus ziet.
Die vreest voor dood en helle niet.
Want nu de Heer' is opgestaan,
Nu vangt het nieuwe leven aan.
Een leven door Zijn dood bereid.
Een leven in Zijn heerlijkheid.
Voorlezen
De Heere Jezus is opgestaan! Wat een blijdschap zal dat geweest zijn. Maar is het wel écht gebeurd? Zijn daarvan bewijzen?
Voorlezen
Ja hoor, er zijn heel veel bewijzen. Hij werd minstens elfmaal gezien. Op verschillende tijden van de dag, op verschillende manieren en door verschillende mensen.
Spreekstem
Daar loopt Maria Magdaleen!
Zij mocht de Heere 't eerst aanbidden.
Zij, hoogbevoorrecht, gaat nu heen
naar der discip'len midden.
Zij zegt het hen nu allen aan:
De Heer' is waarlijk opgestaan.
Spreekstem: Marcus 16:9- 11:
En als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op de eerste dag der week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena. Deze, heengaande, boodschapte het degenen, die met Hem geweest waren, welke treurden en weenden. En als dezen hoorden, dat Hij leefde, en van haar gezien was, geloofden zij het niet.
Voorlezen
"En zij geloofden het niet." Niet zien en niet geloven. Hoe is het mogelijk! Zo'n blijde boodschap wordt er door Maria Magdalena gebracht en de discipelen geloven het niet. Ze geloven het niet, omdat ze de Heere Jezus niet Zelf gezien hebben. En wij? Geloven wij de blijde boodschap van verlossing; een boodschap die ons elke zondag gebracht wordt?
Samenzang: Daar is uit 's werelds duist're wolken
Daar is uit 's werelds duist're wolken
een licht der lichten opgegaan.
Komt tot Zijn schijnsel, alle volken,
en gij, mijn ziele, bid het aan!
Het komt de schaduwen beschijnen,
de zwarte schaduw van de dood:
de nacht der zonde zal verdwijnen,
genade spreidt haar morgenrood.
Voorlezen
De Heere Jezus verschijnt niet alleen aan Maria Magdalena, maar ook aan de andere vrouwen. Ze waren 's morgens vroeg gekomen om Zijn lichaam te zalven. Maar ze zien dat het graf leeg is. Een engel zei tegen hen: "Hij is hier niet, want Hij is opgestaan." De vrouwen gaan op weg om dat aan de discipelen te vertellen. En dan...
Spreekstem: Mattheüs 28 : 9 en 10
"En als zij heengingen om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem. Toen zeide Jezus tot haar: Vreest niet; gaat henen, boodschapt mijn broederen, dat zij heengaan naar Galiléa, en aldaar zullen zij Mij zien."
Voorlezen
"Boodschapt het mijn broederen". En geloofden de discipelen het? Nee, want Hem zagen ze niet. Ook nu weer was het: niet zien en niet geloven. Was er dan geen enkele discipel, die de Heere Jezus gezien heeft? Was er niemand die de boodschap van de vrouwen kon bevestigen?
Spreekstem
Hoe peilloos diep was Petrus toch gezonken,
toen 't daar in 's hogepriesters huis
voor 't oor van allen had geklonken:
ik ken Hem niet. Die hier op weg is naar het kruis.
Maar dan... o wonder van genade,
in 't prille van de ochtendstond
terwijl de aarde in het zonlicht baadde
is 't dat de Herder Zijn dolend schaap weer vond.
Voorlezen
Nu wordt er aan de blijde boodschap van Pasen een zinnetje toegevoegd. "De Heere is waarlijk opgestaan, en is van Simon gezien". Voor Petrus werd het: zien en dan geloven. Had Petrus het verdiend, dat de Heere naar hem omzag? Nee, maar zo goed is nu de Heere, dat Hij zondaren opzoekt. Dat doet hij ook nu nog.
Samenzang: Psalm 32: 1
Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven;
Die van de straf voor eeuwig is ontheven;
Wiens wanbedrijf, waardoor hij was bevlekt,
Voor 't heilig oog des HEEREN is bedekt.
Welzalig is de mens, wien 't mag gebeuren,
Dat God naar recht hem niet wil schuldig keuren,
En die in't vroom en ongeveinsd gemoed,
Geen snood bedrog, maar blank' oprechtheid voedt.
Spreekstem
Twee jongeren, heel bedroefd,
en vol van overleg,
begeven zich alleen
naar Emmaüs op de weg.
maar daar op weg naar Emmaüs
o, diep bedroefde wandelaren
daar komt de Meester Zelf
en gaat voor hen de Schrift verklaren
Een grote blijdschap grijpt hen aan:
De Heere is waarlijk opgestaan.
Spreekstem: Lukas 24: 33 en 35
En zij opstaande ter zelfder ure keerden weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd, en die met hen waren; En zij vertelden, hetgeen op de weg geschied was, en hoe Hij hun bekend was geworden in het breken des broods.
Spreekstem
Terwijl zij Hem bewenen,
omdat Hij van hen ging,
is Hij aan hen verschenen
in Zijn verheerlijking.
Spreekstem: Lukas 24: 36a
En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in het midden van hen.
Spreekstem
Terwijl zij om Hem treuren,
loont Hij hen hand en voet.
Hij komt door dichte deuren.
Hij spreekt Zijn vredegroet.
Voorlezen
"En de discipelen dan werden verblijd als ze de Heere zagen." Dat kun je je wel voorstellen. Het was niet meer alleen de boodschap dat anderen Hem zagen. Nu mogen ze Hem met eigen ogen zien. Nu is het voor alle discipelen: zien en dan geloven.
Spreekstem: Johannes 20: 24
Maar Thomas, één van de twaalven was met hen niet, toen Jezus daar kwam.
Bijbelse vertelling: Niet zien en toch geloven!
Samenzang: Psalm 33: 6
Maar d'altoos wijze raad des HEERE
NHoudt eeuwig stand, heeft altoos kracht;
Niets kan Zijn hoog besluit ook keren;
't Blijft van geslachte tot geslacht.
Zalig moet men noemen,
Die hun Maker roemen
Als hun HEER en God;
't Volk, door Hem tevoren
Gunstig uitverkoren
Tot Zijn erv' en lot.
Spreekstem
Thomas, neen, geen twijfel meer!
zie die handen, zie die zijde!
't Is de Meester, 't Is uw Heer'
't Is uw God, die u bevrijdde.
Staar Hem met aanbidding aan.
Waarlijk, Hij is opgestaan!
Voorlezen
Zes verschijningen binnen acht dagen. En daarna? Voor Zijn Hemelvaart verschijnt Hij nog vijf keer aan Zijn discipelen.
Spreekstem: Johannes 21: 1
Na dezen openbaarde Jezus Zichzelven wederom de discipelen aan de zee van Tibérias.
Spreekstem
Zij sleepten 't net gevuld met vis.
Johannes sprak: "Het is de Heere,
de Meester Die verrezen is,
en Die Zich weer tot ons wil keren."
Zij aten met Hem vis en brood.
Hun Heiland was weer in hun midden,
Die hun Zijn grote liefde bood.
Zij konden enkel maar aanbidden.
Zij zagen Hem met vreugde aan.
Zij zwegen, durfden Hem niets vragen.
Zij wisten: Hij is opgestaan!
Hij zou hen leiden al hun dagen!
Voorlezen
Ook hebben de discipelen de Heere Jezus een keer op een berg in Galilea ontmoet. "En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan." En dan staat er in de Bijbel achter: "doch sommigen twijfelden". De Heere Jezus zien, aanbidden en toch nog twijfelen. Wat is dat erg. Zien en toch niet geloven.
Spreekstem
Wat heeft de grote Meester
met deze twijfelaars gedaan?
Heeft Hij Zich van hen afgewend
en hen daar laten staan?
Hij heeft ze niet verstoten, neen.
Hij kwam hen tegemoet.
"Mij is gegeven alle macht"
was nu Zijn vredegroet.
Zo verbant Hij alle twijfel
door Zijn macht, oneindig groot,
een almacht zonder maat of grens
die redt uit alle nood en dood.
Samenzang: Psalm 118: 1
Laat ieder 's HEEREN goedheid loven;
Want goed is d' Oppermajesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid.
Laat Isrel nu Gods goedheid loven,
En zeggen: "Roemt Gods majesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!"
Spreekstem: 1 Korinthe 15: 6 en 7a
Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broederen op eenmaal, van welken het merendeel nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen. Daarna is Hij gezien van Jakobus.
Spreekstem
En ook nu op deze keer
zagen honderden voor ogen
de verrezen Heiland weer
en voor Hem in 't stof gebogen,
hieven zij de juichtoon aan.
Ja, de Heere is opgestaan.
En ook Jakobus mocht de Heer'
als de Levensvorst ontmoeten.
En wij? Lagen wij ook al voor Hem
als een zondaar aan Zijn voeten?
Voorlezen
Voor het laatst verschijnt de Heere Jezus bij Zijn hemelvaart. Dan zien Zijn discipelen Hem nog één keer.
Spreekstem
God vaart voor het oog,
Met gejuich omhoog;
't Schel bazuingeluid
Galmt Gods glorie uit.
Heft de lofzang aan.
Zingt Zijn wonderdaan,
Zingt de schoonste stof,
Zingt des konings lof,
Met een zuiv'ren galm,
Met een blijden psalm:
Hij, de Vorst der aard',
Is die hulde waard.
Voorlezen
Elf verschijningen. Elf keer klonk het: "De Heere is waarlijk opgestaan."
Spreekstem
De Heer' is waarlijk opgestaan!
ziet het klinkt ook ons nu tegen.
De Heer' is waarlijk opgestaan!
Boodschap vol van heil en zegen.
Heeft het al ons hart geraakt?
En is Zijn heil aan ons verschenen?
Of blijven wij nog steeds volharden
en gaan wij onbekeerd daarhenen?
Kom, leg dit Woord niet naast je neer
maar buig je knieën keer op keer
O stel niet uit, maar vlucht tot Hem.
Hij roept ook nu nog. Hoor Zijn stem!
Samenzang: Ontwaakt gij die slaap
Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn!
En Christus zal over u lichten!
Zo wekt u, zo dringt u, als Broeder, Gods Zoon,
Eer Hij u als Rechter komt richten.
Ontwaak en sta op! het gevaar is zo groot:
Wie kiest, o verdwaasde! voor ’t leven den dood?
Sta op uit de doden, o zondaar en leef
Dat Christus ook over u lichte!
Sta op uit de doden, o zondaar of beef
voor God en het jongste gerichte.
Nog wekt u de Heiland en nog is er raad,
sta op uit de doden, 't is spoedig te laat!
Voorlezen
Nog één keer zal de Heere verschijnen. Iedereen zal Hem dan zien. Jij ook! Hij zal verschijnen op de wolken. Zal Zijn verschijning dan voor jou een verschrikking zijn? Of zul je dan blij zijn, dat je de Heere Jezus nu ook mag zien? Dat laatste kan alleen als je door genade een nieuw hart gekregen hebt waarmee je waarlijk in Hem gelooft. Dan zul je Hem zien in Wie je geloofd hebt.
Samenzang: Psalm 98: 4
Laat al de stromen vrolijk zingen,
De handen klappen naar omhoog;
't Gebergte, vol van vreugde, springen
En hupp'len voor des HEEREN oog:
Hij komt, Hij komt, om d' aard' te richten,
De wereld in gerechtigheid;
Al 't volk, daar 't wreed geweld moet zwichten,
Wordt in rechtmatigheid geleid.
Gebed
Sluiting
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1996
Mivo +12 | 36 Pagina's