Daniel
Naast het ledenblad volgen hier nog enkele verwerkingsmogelijkheden.
1. Klankbord 'Kies dan heden...'
Het volgende klankbord kan ingestudeerd en bijvoorbeeld op een jaarvergadering, gemeente-avond of ouderbijeenkomst ten gehore worden gebracht.
Kies dan heden
Zingen Ps. 25: 2
Heer ai maak mij Uwe wegen
door Uw Woord en Geest bekend.
Leer mij hoe die zijn gelegen,
En waarheen G'Uw treden wendt.
Leid mij in Uw waarheid. Leer
ijv'rig mij Uw wet betrachten.
Want Gij zijt mijn heil o Heer,
'k Blijf U al de dag verwachten.
Stem 1
Want Gij zijt mijn heil o Heer,
'k Blijf U al de dag verwachten.
Heb je er bij nagedacht toen je dat zong?
Zou je dat ook zingen in moeilijke omstandigheden?
Moeilijke omstandigheden zoals die waaronder het volk Israël verkeerde toen het niet meer in hun eigen land, maar in het verre Babel woonde. In een land waar niet de Heere maar de afgoden gediend werden.
Stem 2
Leven wij eigenlijk ook niet in zo'n omgeving waar de Heere meer niet dan wel wordt gediend?
Stem 1
Maar waarom wonen de Israëlieten dan niet meer in Kanaän? God had toch beloofd dat ze in vrede en rust zouden leven als ze Zijn wetten zouden gehoorzamen?
Stem 3
Toen sprak God al deze woorden, zeggende: Ik ben de Heere uw God, Die u uit Egypteland uit het diensthuis uitgeleid heb. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.
Zingen Ps. 81: 10
Eert geen uitlands god,
wacht u voor uw zielen.
Wilt naar Mijn gebod
Mijnen Naam ten hoon
voor geen valse goón
voor geen vreemde knielen.
Stem 3
Maar de kinderen Israëls deden wat kwaad was in de ogen des Heeren en vergaten de Heere hun God en zij dienden de Baäls en de bossen.
Stem 1
Zo lezen we telkens weer in de geschiedenis van Israël. En dan strafte God Zijn volk. Maar als ze tot berouw kwamen redde de Heere telkens uit de nood.
Stem 4
W' ontkwamen haast des vogelvangers net,
de loze strik tot ons bederf gezet.
De strik brak los en wij zijn vrij geraakt.
De Heere is ons tot hulp op ons gebed.
Die God Die aard' en hemel heeft gemaakt.
Stem 3
Maar de kinderen Israëls voeren voort te doen wat kwaad was in de ogen des Heeren.
Stem 1
En weer kwam de straf. Maar ook redde God hen weer op hun gebed.
Stem 3
Maar de kinderen Israëls deden wat kwaad was in de ogen des Heeren.
Stem 4
Maar mijn volk wou niet
naar Mijn stemme horen.
Israël verliet
Mij en Mijn geboön,
't heeft zich and're goön,
naar zijn lust, verkoren.
Zingen Ps. 81: 13
Maar Mijn volk wou niet
naar Mijn stemme horen.
Israël verliet
Mij en Mijn geboon
't heeft zich and're goon
naar zijn lust verkoren.
Stem 1
Dat ging zo door, totdat.......
Stem 3
Jojachin was achttien jaar oud toen hij koning werd.
En hij deed wat kwaad was in de ogen des Heeren.
In die tijd togen de knechten van Nebukadnezar de koning van Babel tegen de stad.
En Nebukadnezar de koning van Babel voerde gans Jeruzalem weg, mitsgaders al de vorsten en alle strijdbare helden, tienduizend gevangenen en niemand werd overgelaten dan het arme volk van het land.
Stem 1
Daarom woont het volk Israël niet meer in eigen land, maar in Babel. Ver bij Kanaän en bij Jeruzalem vandaan. In een vreemde heidense omgeving, waar de Heere niet gediend wordt.
Stem 4
Getrouwe God, de heid'nen zijn gekomen.
Zij hebben stout Uw erfdeel ingenomen;
Jeruzalem, de tempel, Uw altaren,
't ligt al verwoest door die geweldenaren.
Stem 2
Leven wij eigenlijk ook niet in zo'n vreemde - heidense omgeving, waar de Heere meer niet dan wel gediend wordt.
Zingen Ps. 79: 1
Getrouwe God, de heid'nen zijn gekomen.
Zij hebben stout Uw erfdeel ingenomen;
Jeruzalem, de tempel, Uw altaren,
't ligt al verwoest door die geweldenaren.
Uw knechten zijn geveld
door hun verwoed geweld.
Hun lijken, onbegraven
verzaden, na hun dood,
't gediert' in hongersnood
en gier en kraai en raven.
Stem 1
Een van de ballingen daar in Babel is Daniël.
Een jongen uit het koninklijke geslacht van Juda, een prins dus.
Hij is nog jong.
Ongeveer 14 jaar.
Stem 2
14 jaar.
Dus ongeveer net zo oud als wij.
Jij en ik.
Stem 3
En de koning zei tot Aspenaz, de overste van zijn kamerlingen, dat hij voortbrengen zou enigen uit de kinderen van Israël, te weten uit het koninklijke zaad en uit de prinsen. Jongelingen aan wie geen gebrek was, maar schoon van aangezicht en vernuftig in alle wijsheid, en ervaren in wetenschap en kloek van verstand en in wie bekwaamheid was om te staan in het paleis van de koning en dat men hen onderwees in de boeken en spraak van de Chaldeën.
Stem 1
Zo komt Daniël aan het hof om opgeleid te worden tot hoveling.
Een prachtige toekomst schijnt hem te wachten.
Een driejarige opleiding moet hij volgen en dan zal hij een hoge positie aan het hof van een wereldheerser krijgen.
Daniël moet het moeilijke babylonische spijkerschrift leren.
Daniël krijgt een opleiding in de heidense babylonische godsdienst.
Daniël moet de kunst van het voorspellen van de toekomst uit de stand van de sterren leren.
Dat is nog eens iets anders dan slaaf zijn in een vreemd land.
Maar zou hij nu zijn God kunnen blijven dienen?
Stem 2
En jij? Zou jij dat niet willen? Een opleiding van drie jaar volgen en dan een goede baan krijgen? Is dat niet de wens van velen van ons? Maar zou je daarbij de Heere kunnen dienen?
Stem 1
Daniël krijgt zelfs een babylonische naam. Daniël moet een echte babyloniër worden. Hij moet zijn eigen volk en zijn God helemaal vergeten. Hij mag de Heere niet meer dienen. Hij moet een dienaar van de afgod Bel worden. Hij moet ook onrein voedsel eten en hij weet dat als hij dat doet hij ongehoorzaam is aan de Heere. Maar hoe moet dat nu? Het heerlijke vlees dat hij moet eten is onrein. Het is niet klaargemaakt volgens de joodse wetten. Ze eten zelfs varkensvlees. En nog veel erger is dat dit voedsel eerst gewijd is aan de afgod Bel. Als hij dat eet, betekent dat dat hij de Heere veracht. Als hij dit niet doet, wordt hij misschien wel weggestuurd en krijgt hij niet die goede opleiding. Zo staat Daniël voor de keus. De Heere dienen, of......
Stem 4
Leer mij naar Uw wil te hand'len.
'k Zal dan in Uw waarheid wand'len.
Neig mijn hart en voeg het saam
tot de vrees van Uwen Naam.
Stem 2
Zo sta jij ook telkens voor de keus.
De Heere dienen of de wereld.
Wat is dan jouw keuze?
Zingen Ps. 86: 6
Leer mij naar Uw wil te hand'len.
'k Zal dan in Uw waarheid wand'len.
Neig mijn hart en voeg het saam
tot de vrees van Uwen Naam.
Heer, mijn God, ik zal U loven.
Heffen 't ganse hart naar boven,
'k Zal Uw Naam en majesteit
eren tot in eeuwigheid.
Stem 2
Wat is jouw keuze? Als je 's maandagsmorgens op school komt en er alleen maar over de voetbalwedstrijden van de vorige dag gepraat wordt. Wat is jouw keuze? Als je vriendin vraagt of je met haar meegaat om platen met popmuziek te draaien. Wat is jouw keuze? Als je vrienden vragen of je meegaat naar de film? Wat is jouw keuze? Als je een "vies" blaadje in handen krijgt? Wat is jouw keuze? Als de leraar zegt dat de aarde al millioenen jaren bestaat. Wat is jouw keuze? Als je hoort dat er gevloekt wordt. Wat is jouw keuze? Als ze tussen de middag op school niet bidden voor het eten. Wat is jouw keuze? Als ze zeggen dat God niet bestaat. Wat is jouw keuze? Als je zo het rijtje nog eens nagaat: voetbalpraal, popmuziek, film, vloeken dan valt het voor ons nog niet zo slecht uit. Zijn wij er dan? Nee! Vergis je niet. Bij het kiezen gaat het niet in de eerste plaats om uiterlijke dingen. Het gaat om je hart! De Heere vraagt je hele hart, heel je leven. Van dag tot dag. "Mij zoon, geef Mij uw hart"
Zingen Ps. 143: 10
Leer mij o God van zaligheden,
mijn leven in Uw dienst besteden.
Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand.
Uw goede Geest bestier' mijn schreden
en leid' mij in een effen land.
Stem 3
Daniël nu nam voor in zijn hart dat hij zich niet zou ontreiningen met de stukken van de spijs van de koning, noch met de wijn van zijn drank. Daarom verzocht hij van de overste van de kamerlingen dat hij zich niet mocht verontreinigen.
Daniël durfde dus te vragen of hij het onreine voedsel en de onreine drank niet behoefde te gebruiken. Wat zou daarvan het gevolg zijn....? Hoe durfde hij...? Dat durfde hij alleen omdat hij op God vertrouwde.
Stem 4
Ik hef tot U Die in de hemel zit,
mijn ogen op en bid.
Gelijk een knecht ziet op de hand zijns heren,
om nooddruft te begeren,
en 't oog der maagd is op haar vrouw geslagen
om hulp of gunst te vragen,
zó slaan wij 't oog op onze Heer tot Hij
ook ons genadig zij.
Stem 2
Daniël deed een keus. Hij had lust de Heer te vrezen, 't Allerhoogst en eeuwig goed. En wij - jij en ik? Durven wij een keus te doen? Dat kunnen we alleen als we op de Heere vertrouwen. Dat kunnen we alleen als de Heere ons helpt.
Zingen Ps. 123: 1
Ik hef tot U Die in de hemel zit,
mijn ogen op en bid.
Gelijk een knecht ziet op de hand zijns heren,
om nooddruft te begeren,
en 't oog der maagd is op haar vrouw geslagen
om hulp of gunst te vragen,
zó slaan wij 't oog op onze Heer tot Hij
ook ons genadig zij.
Stem 3
En God gaf Daniël genade en barmhartigheid voor het aangezicht van de overste der kamerlingen.
Stem 1
De overste wil naar Daniël luisteren. Hij wordt niet weggestuurd. De proef wordt op de som genomen. Daniël krijgt ander voedsel en.... na tien dagen blijkt dat hij er beter en gezonder uitziet dan de anderen. God zegende de keuze van Daniël.
Zingen Ps. 124: 1 en 4
Dat Israël nu zegge blij van geest:
Indien de Heer Die bij ons is geweest,
Indien de Heer Die ons heeft bijgestaan,
toen 's vijands heir en aanval werd gevreesd,
niet had gered, wij waren lang vergaan.
W'ontkwamen haast des vogelvangers net,
de loze strik tot ons bederf gezet.
De strik brak los en wij zijn vrij geraakt.
De Heer is ons tot hulp op ons gebed.
Die God Die aard' en hemel heeft gemaakt.
2. Kwartetspel
Als de verwerking kunt u een kwartetspel laten maken van namen van mensen, dieren en dingen uit het boek Daniël, volgens onderstaand voorbeeld.
Vrienden
Daniël
Hananja
Misaël
Azarja
Koningen
Nebukadnezar
Beltsazar
Darius
Kores
Dieren
Leeuw
Luipaard
Beer
Ram
Land
Juda
Babel
Perzië
Egypte
Dromen/gezichten
Het beeld
De boom
De vier dieren
De ram en de bok
Benodigheden per spel:
24 kartonnen kaartjes viltstiften en/of (kleur)potloden
Werkwijze:
Verdeel de verenigingen in groepen van 4 à 6 leden.
Iedere groep krijgt 24 kaarten en een lijst van wat er op de kaarten getekend en geschreven moet worden (zie boven).
Laten de groepen zelf uitmaken wie welke kaartjes maakt.
Bij de jongere groepen zult u hierbij moeten helpen.
Als de kaartjes gemaakt zijn kan het spel gespeeld worden.
Als u op een avond hier niet mee klaar komt, kunt u er twee avonden aan besteden.
3. Enveloppenspel
Mensen, plaatsen en beroepen uit Daniël 1
Benodigdheden: 11 enveloppen, papier en pennen.
Nummer de enveloppen van 1-11.
Doe in iedere envelop losse letters die samen de volgende namen van mensen, plaatsen en beroepen uit Daniël 1 vormen:
1. Jojakim
2. Nebukadnezar
3. Mesach
4. Melzar
5. Sadrach
6. Jeruzalem
7. Misaël
8. Aspenaz
9. Abed-Nego
10. Sinear
11. tovenaars
Verdeel de verenigingen in groepjes (niet meer dan 7)
Iedere groep krijgt een papier waarop het volgende staat:
Iedere groep krijgt aan het begin van het spel een genummerde envelop met letters. Die letters moeten zo gerangschikt dat het goede woord ontstaat. Het zijn allemaal namen van mensen, plaatsen en beroepen die in Daniël 1 genoemd worden. De gevonden naam moet op de streepjes ingevuld worden. Als dat gedaan is moeten de letters weer in de envelop gedaan worden (let er op dat er geen letters achterblijven). De envelop kan dan ingewisseld worden tegen een andere. Dat gaat zo door net zo lang tot alle woorden gevonden zijn. Als de antwoorden goed zijn vormen de omlijnde letters van boven naar beneden een beroep uit Daniël 1. Welke groep heeft alle woorden het eerst gevonden?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1991
Mivo +12 | 28 Pagina's