De Koperen Slang
Zij hadden bruut Uw hemels brood versmeten,
het manna, dat hen jaren had gevoed.
Zij achtten 't niet en hadden U vergeten,
de trouwe Herder, Die hen had gehoed.
De sluwe slangen hebben toen gebeten.
Het brandend gif trok door hun zieke bloed.
De moeder stond, met ogen rood gekreten,
bij 't stervend kind en wankeld' op haar voet.
Het helse gif in 't binnenst' van ons hart
zet onze zinnen aan tot alle zonden.
Ons doen is dwaas, ons denken is verward.
Wie bet met wijn en olie onze wonden?
Is er nog heling voor de zielensmart?
De slang van koper, aan een paal gebonden.
M. Nijsse
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1985
Mivo -16 | 33 Pagina's