B Inleiding +12
Hoe maak je een inleiding over deze geschiedenis ?
1. Lees Ruth 1:1-19a. Hieronder vind je dat afgedrukt.
2. Lees Ruth 1 nog een keer en kijk bij elk sterretje wat er voor achtergrondinformatie gegeven wordt.
3. In Ruth 1 wordt gesproken over Behtlehem en Moab. Zoek dat eerst op, op het kaartje hieronder.
Als er in het verenigingsgebouw een kaart van Israël is, kun je het aa het begin van je inleiding aanwijzen. Schets anders zelf een eenvou dige kaart van Israël en geef daar Bethlehem en Moab op aan.
Je kunt nu je eigen verhaal gaan schrijven. Begin bijboorbeeld te vertellen over het land van de Moabieten.
"Ten zuid-oosten van Israël, aan de andere kant van de dode Zee, lag het land Moab. De Moabieten waren de nakomelingen van Lot. De God van hun vader dienden zij echter niet meer, zij dienden de god Kamos.
De Israël ieten mochten op hun tocht naar Kanaan niet door Moab trekken, Hun koning Balak liet Bileam komen om Israël te vervloeken« Maar, in plaats daarvan zegende Bileam Israël, en werden de Moabieten door de Heere vervloekt, De Moabieten mochten tot in het tiende geslacht niet bij het volk Israël horen, omdat zij Israël toen hadden verleid tot zonde (Deut, 23:3 en 4).
Zo lag Gods vloek op het volk van Moab, En nu is er een gezin in Israël, dat naar dat heidense Moab gaat verhuizen, : ,"
In Ruth 1:1 kun je lezen van dat vertrek. Je kunt nu het hoofdstuk op de voet volgen. Als er een * bijstaat, wordt er naast de tekst méér informatie gegeven over dit woord. Je kunt nagaan of je dit belangrijk vind om in je inleiding te verwerken.
Naomi en ruth
1= In de dagen als de richters* richtten zo geschiedde het, dat er honger* in het land was;daarom toog een man van Bethelem* Juda, om als vreemdeling* te verkeren in de velden Moabs, hij en zijn huisvrouw en zijn twee zonen
Welke richter hier bedoeld wordt, is niet bekend. Sommigen denken aan Gideon, omdat er staat dat er honger was in Israël. De Midianieten roofden immers steeds de oogst van het land.
Bethelehem betekent Broodhuis, en nu was er in dat Broodhuis geen brood. Elimelech kon alleen als vreemdeling in Moab zijn. Bethlehem was zijn thuisland, waar het erfdeel van zijn familie was.
Weggaan uit Israël betekende de tabernakel en dus de dienst van de Heere te verlaten, het was een teken dat hij het niet meer van de God van Israël verwachtte. Er te blijven was een teken van gehoorzaamheid en vertrouwen, bovendien moest Elimelech zijn land, zijn erfdeel, verkopen, dit mocht niet van de Heere; denk aan Naboth.
2. De naam nu dezes mans was Elimelech* en de naam zijner huisvrouw Naomi* en de naam zijner twee zonen Machlon* en Chiljon*, Efratheieren, van Bethlehem-Juda; en zij kwamen in de velden Moabs en bleven aldaar.
Elimelech betekent: "mijn God is koning". De praktijk van Elimelechs leven klopte niet met zijn naam. Zijn naam spreekt van vertrouwen op de grote koning, die alles regeert. In het leven van Elimelech is dat niet te zien.
Naomi betekent: "liefelijkheid". Ook Naomi doet er verkeerd aan om naar Moab te gaan. Toch kunnen we later zien dat zij in de ogen van de Heere "lieflijk" is, dat zij Hem vreest. Machlon betekent "krankheid". Chiljon betekent "wegkwijning". Zij waren allebei ook zwak, heel hun leven.
3. Elimelech, de man van Naomi stierf*, maar zij werd overgelaten met haar twee zonen.
Elimelech had de honger willen ontlopen. Maar, in Moab kan hij God niet ontlopen. De Heere is immers overal!
Toch gaat Naomi nu niet terug.
4. Die namen zich Moabietische vrouwen*; de naam der ene was Orpa* en de naam der andere Ruth*; en zij bleven aldaar omtrent tien jaren.
Machlon en Chiljon trouwen met heidense vrouwen. Dit was door de Heere verboden. Groot is het gevaar van een goddeloze omgeving. Machlon en Chiljon kwamen er als vreemdeling, nu hadden ze er hun vrouw gevonden. Zonde wordt altijd erger en meer. Dat geldt ook voor ons!
Wat doen wij, jij en ik, als we in onze omgeving God horen bespotten.
Doe je of je het niet hoort? Dan kies je eigenlijk tégen de Heere. Of....... waarschuw je die mensen dan, hoe moeilijk dat ook is?!
Kiezen, telkens weer. Diep in je hart kies je telkens tégen God. Dat komt door de gevolgen van de zondeval. Kiezen vóór de Heere? Dat is mogelijk als de Heere Zelf Zijn liefde in jouw hart gestort heeft. Door genade alleen mag je dan de goede keus maken.
Orpa betekent "de afvallige; die zich omkeert". Zij was de vrouw van Chiljon.
Ruth betekent "vriendin"; zij was de vrouw van Machlon.
In die jaren zal Naomi veel over Israël en de God van Israël verteld hebben.
5. En die twee, Machlon en Chiljon, stierven ook*; alzo werd deze vrouw overgelaten na haar twee zonen en na haar man,
Nog meer verdriet. Naomi blijft alleen achter, met haar schoondochters. Nu weet zij, dat dit niet toevallig is. Het is de hand des Heeren, die haar slaat. Eindelijk buigt Naomi, ze zal teruggaan.
6, Toen maakte zij zich op met haar schoondochters* en keerde weder uit de velden Moabs; want zij had gehoord in het land Moabs, dat de Heere Zijn volk bezocht had, gevende hun brood*.
De schoondochters Orpa en Ruth zijn vast van plan om mee te gaan naar Israël.
De hongersnood is Israël is over. Na gaan ze terug, en er zal nog genoeg te eten zijn ook! Naomi zal zich verwonderd hebben over Gods goedheid.
7. Daarom ging zij uit van de plaats, waar zij geweest was, en haar twee schoondochters met haar, Als zij nu gingen op de weg om weder te keren naar het land Juda
S. zo zei Naomi tot haar twee schoondochters: Gaat heen, keert weder, een iegelijk tot het huis van haar moeder*; de Heere doe bij u weldadigheid* , gelijk als gij gedaan hebt bij de doden en bij mij.
Naomi geeft Orpa en Ruth de raad terug te keren naar hun eigen land, naar hun eigen moeder, daar horen ze meer bij dan bij hun schoonmoeder. Naomi wenst dat de Heere goed voor hen zal zijn, zoals ook Orpa en Ruth goed geweest zijn voor Machlon en Chiljon en voor haar.
9. De Heere geve u, dat gij rust* vindt , een iegelijk in haars mans huis-. En als zij ze kuste, hieven zij haar stem op en weenden;
10. en zij zeiden tot haar: Wij zullen zekerlijk met u wederkeren tot uw volk,
Rust betekent hier een goede toekomst, door een goed huwelijk. Naomi heeft Orpa en Ruth lief als haar eigen dochters.
"Ik zal immers geen zonen meer krijgen, zodat je daarmee kan trouwen?"
11. Maar Naomi zei: Keert weder, mijn dochters*, waarom zoudt gij met mij gaan? Heb ik nog zonen* in mijn lichaam,.dat zij u tot mannen zouden zijn?
12. Keert weder*, mijn dochters, gaat heen, want ik ben te oud om een man te hebben. Wanneer ik al zeide: Ik heb hoop, of ik ook in deze nacht een man had, ja, ook zonen baarde.
Opnieuw dringt Naomi erop aan, dat Orpa en Ruth terugkeren.
13. Zoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden* worden om geen man te nemen? Niet, mijn dochters; want het is mij veel bitterder* dan u, maar de hand des Heeren* is tegen mij uitgegaan,
"Al zou ik nog zonen krijgen, zou je dan daarop wachten? Dat kan immers niet. In Israël is geen toekomst voor jullie. Niemand van mijn volk zal jullie willen trouwen, omdat jullie uit Maob komen".
Bovendien is Naomi arm. Elimelech had zijn land verkocht. Als arme weduwen zouden ze dan verder moeten. Daar waarschuwt Naomi Orpa en Ruth voor.
"Denk niet dat ik het gemakkelijk vind om dit te zeggen, het is voor mij nog veel bitterder dan voor jullie . 't Is eigen schuld. Ik had niet
't Is eigen schuld. Ik had niet naar Moab mogen gaan. Nu heeft de hand des Heeren mij bezocht met verdriet en tegenslag". Oprecht verdriet doet Orpa en
14. Toen hieven zij haar stem en weenden* wederom, en Orpa kuste* haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan*,
Ruth wenen. Nu moet de beslissende keus worden gemaakt. Of alles verlaten, en meegaan naar Israël. Dat kan alleen als er ware liefde tot de Heere in het hart woont.
Of teruggaan, naar de familie, naar de goden, naar een goede toekomst in Moab.
Orpa kiest. Hoe moeilijk het ook is. Ze mist de oprechte liefde tot God en kan het dan ook niet opbrengen alles te verlaten, met zo'n donkere toekomst in het vooruitzicht.
Ze kust Naomi ten afscheid en gaat terug.
Ruth kleefde Naomi aan, ze kon niet van Naomi loskomen.
15. Daarom zeide zij: Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na.
16. Maar Ruth zeide: Val mij niet tegen* dat ik u zou verlaten om van achter u weder te keren, want waar gij zult henengaan, en waar gij zult vernachten* zal ik vernachten; uw volk is mijn volk; en uw God* mijn God;
"Maak het mij niet moeilijker, door er over te blijven praten". Ruth wist van de armoede die haar te wachten stond. Maar al moest ze onder de blote hemel vernachten, dan zou ze nog niet weggaan. Dat was niet belangrijk. Hier komt uit wat er in het hart van Ruth leeft. Ze weet dat ze als Moabietische niet bij Naomi's volk hoort. Ze weet echter ook dat ze zich bij haar eigen volk ook niet meer thuis voelt. Al zal ze straks veracht worden, toch wil ze zich bij het verbondsvolk aansluiten.
Want ze kan de God van dat volk niet meer missen! Hoort ze dan bij hem? Dat weet ze niet, maar ze neemt toch de toevlucht tot Hem.
Teruggaan naar de goden(vers 15)? Die kunnen haar niets geven.
Geen vergeving, geen vrede.
In de keuze van Ruth komt de liefde van haar hart openbaar. Zekiest , omdat de Heere Zijn liefde in haar hart gegeven heeft. Ze kiest, al heeft ze nergens recht op . Ze kiest toch om de Heere te dienen, om Hem te volgen, hoe het ook gaan zal. Door genade kiest ze de Heere, omdat de Heere al veel eerder voor haar gekozen had.
De Heere vraagt ook van ons een keuze. Hij vraagt ook óns gehele leven. Dat wil je niet want dan moet je alles opgeven, net als Ruth.
Kiezen voor de Heere doe je, als Zijn liefde in je hart komt. kennen we die liefde? Hebben wij door genade de keus van Ruth mogen doen?
17. Waar gij zult sterven, zal ik sterven, en aldaar zal ik begraven worden; alzo doe mij de Heere* en alzo doe Hij daartoe, zo niet de dood r.lleen zal scheiding maken tussen mij en tussen u!
Ruth roept hier de Heere tot Getuige. Ze legt een eed af in Zijn Naam, ten teken dat het haar heilige ernst is.
18. Als zij nu zag, dat zij vastelijk*voorgenomen had met haar te gaan, zo hield zij op* tot haar te spreken.
Ruth was vast besloten, 't was geen bevlieging, geen tijdgeloof, want dat gaat juist over, als de moeilijkheden komen. Door genade klemt Ruth zich door het geloof vast aan de Heere, ze ziet over alle moeilijkheden heen op Hem.
Dan zwijgt Naomi. In stille verwondering. De Heere heeft haar verhalen over Hem willen zegenen. Nooit heeft ze veel verschil bemerkt tussen Orpa en Ruth. Maar nu, op de grens van Moab en Israël komt uit, wat er in het hart leeft.
Naomi dringt er niet meer op aan om terug te gaan. Ze gelooft dat deze keuze van Ruth van de Heere is. Wat een wonder!
19. Alzo gingen die beiden, totdat zij te Bethlehem kwamen.
Zo komen ze in Bethlehem aan.
Je kunt als volgt eindigen:
"De Heere heeft Ruth rijk gezegend-. Want Ruth bleef niet arm en eenzaam. Ze trouwde met de rijke Boaz, iemand uit de familie van Elimelech, Boaz, een man die de Heere vreesde. En nog groter werd de zegen toen er een zoon geboren werd, Obed. Hij was de grootvader van koning David,
En z6 werd de moabitische Ruth de stammoeder van de beloofde Verlosser, de Heere Jezus!
De Heere had een groot plan met haar. Nooit heeft ze spijt gehad van haar keuze voor de Heere, Die God, voor Wie ze door genade mocht kiezen, heeft haar niet beschaamd gemaakt!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1984
Mivo -16 | 30 Pagina's